Omwonenden van de kerncentrale van Fukushima kunnen bij de Japanse regering niet aankloppen voor een vergoeding van de schade die bij het ongeval op de nucleaire site elf jaar geleden werd aangericht. Dat heeft het Japanse hooggerechtshof beslist.
Eerder werd bekend dat het elektriciteitsbedrijf Tokyo Electric Power (Tepco), uitbater van de centrale, wel voor schadevergoedingen kan worden aangesproken.
Gedwongen verhuis
In maart elf jaar geleden werd de noordoostelijke kust van Japan door een zware tsunami, veroorzaakt door een zeebeving met een kracht van 9.0 punt op de schaal van Richter, getroffen. De tsunami raakte ook de kerncentrale Fukushima Daiichi van Tepco.
De nucleaire installaties werden zwaar beschadigd, waardoor er radioactieve straling vrijkwam. Fukushima werd daarmee het grootste nucleaire ongeval sinds de ontploffing in de kerncentrale van Tsjernobyl (Oekraïne) in het midden van de jaren tachtig van de voorbije eeuw.
Door het ongeval werd een groot gebied rond de centrale van Fukushima zwaar gecontamineerd. Dat leidde tot een massale evacuatie. Tijdens de eerste dagen na de ramp werden ongeveer 470.000 mensen verplicht uit het gebied weg te trekken. Ook nu nog is het voor tienduizenden slachtoffers onmogelijk om naar hun vroegere woning terug te keren.
Inmiddels hebben vele getroffen inwoners juridische procedures opgezet om de geleden schade vergoed te krijgen. In die rechtszaken werden zowel Tepco als de Japanse regering geviseerd. Daarbij werd opgemerkt dat de Japanse autoriteiten vooraf hadden moeten beseffen dat een dergelijke ramp tot de mogelijkheden behoorde en dus de nodige preventieve actie hadden dienen te nemen.
Tevens werd beklemtoond dat de Japanse regering onvoldoende inspanningen heeft gedaan om Tepco te dwingen beschermende maatregelen te nemen.
Geen eensgezindheid
In maart van dit jaar besliste het Japanse hooggerechtshof dat Tepco aan ongeveer 3.700 slachtoffers een totale schadevergoeding van 1,4 miljard yen (nagenoeg 10 miljoen euro) diende te betalen. Nu werd opgemerkt dat de Japanse regering daarentegen niet voor een tegemoetkoming voor de geleden schade kan worden aangesproken.
Het is de allereerste keer dat het Japanse hooggerechtshof over de verantwoordelijkheid van de regering bij de kernramp een uitspraak doet. Er staan voor de nabije toekomst echter nog een grote reeks gelijkaardige dossiers op de rol.
Lagere rechtbanken hadden tegenover de mogelijke verantwoordelijkheid van de Japanse regering geen eensgezind standpunt laten blijken. Een aantal rechters had te kennen gegeven dat de overheid wel degelijk voor een schadevergoeding kon worden aangesproken. Elders werd die aansprakelijkheid daarentegen afgewezen.
(kg)
