Terwijl Jan Jambon een boom opzet over cultuur, krijgt hij in Terzake toch vooral vragen over Eurosong.
- Het is campagne, maar België is ook Europees voorzitter. Daar pikt liefst elke minister toch zijn graantje van mee, zo ook Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA), die verder nauwelijks te zien is in de campagne.
- Jambon ontving gisteren in Antwerpen zijn Europese collega-ministers van Cultuur, in het opgefriste KMSKA uiteraard. Daar organiseerde Jambon een Europese discussie over “de rol van cultuur, erfgoed en identiteit in Europa”, “precies omdat ik er van overtuigd ben dat we ons metacultureel raamwerk moeten versterken in Europa, nu meer dan ooit”. “Die Europese culturele identiteit, daar moeten we voor vechten”, zo luidde het betoog van Jambon, die er meteen ook een opiniestuk van maakte, dat op de Europese site Politico verscheen.
- Maar kijk, Terzake zakte gisterenavond af naar het KMSKA, maar niet daarover. Wel over Eurosong, die andere staatszaak. Daarover kreeg Jambon vragen, met name waarom Assita Kanko (N-VA) dan ook stemadvies had uitgebracht op de zangers van Israël.
- “Ik denk dat de Vlaming gekeken heeft naar het Eurosongfestival en gestemd. Of die Vlaming zo’n kuddementaliteit heeft dat als er links of rechts of in het midden of ‘t een of ‘t ander oproepen gedaan worden, dat ze die onmiddellijk gaan volgen? Ik denk dat ze die artiesten op hun merites beoordeeld hebben. En ik ben niet verantwoordelijk voor wat mijn collega doet, wij leven in een vrij land, mensen mogen hun mening uiten”, zo stelde Jambon.