Jaar van de Tijger! Of van de vastgoedcrash?

In China is de woningmarkt nog verder uit het lood geslagen dan in de Verenigde Staten op het moment dat daar de huizenbubbel klapte. Of die scheefgroei leidt tot dezelfde ellende als de financiële crisis van 2009, hangt helemaal af van de daadkracht van de Chinese overheid.

China eist deze week een grote rol op in de internationale nieuwsstroom. Komende nacht wordt het Olympisch vuur ontstoken in Peking. De berichtgeving over de Winterspelen vormt een aangename afleiding van al het coronanieuws. Afgelopen dinsdag werd al het jaar van de Tijger ingeluid tijdens het Chinese nieuwjaar. De Tijger staat volgens de astrologie in het land symbool voor moed en kracht. Die eigenschappen zijn hard nodig bij het aanpakken van economische problemen waar het land mee worstelt. Want hoewel het de laatste tijd opvallend stil is rondom de wankelende vastgoedreus Evergrande, is het gevaar voor de Chinese economie nog niet geweken.

Heel verkeerd signaal

Als je puur naar de cijfers van Evergrande kijkt, zou het voor de overheid geen probleem mogen zijn om de financiële schade in te dammen. Het bedrijf heeft voor circa 130 miljard aan openstaande rekeningen bij toeleveranciers. Daarnaast heeft Evergrande ongeveer 80 miljard euro aan schulden. Als ook alle juridische verplichtingen worden meegenomen, komt de potentiële schadepost op ruim 260 miljard euro. Dat is ongeveer 2 procent van het bbp, zodat de overheid zonder grote problemen de financiële knoop kan ontwarren. Het grote nadeel van die oplossing is dat er een heel verkeerd signaal vanuit gaat. Waarom zou je als vastgoedbedrijf nog proberen om risico’s uit te sluiten als de overheid toch bijspringt als het fout gaat?

Chinese huizenbubbel

Aan de andere kant is het ook geen optie om Evergrande te laten imploderen. In dat geval komen toeleveranciers en banken in de problemen. Als deze ondernemingen hun verplichtingen ook niet kunnen nakomen breidt de olievlek zich heel snel uit. Door de luchtbel op de Chinese woningmarkt kan zo’n klap heel hard aankomen. In Peking ligt de gemiddelde verkoopprijs van een woning maar liefst 25 maal zo hoog als het modale inkomen. Die verhouding ligt in de rest van het land op 12,5. Toen in 2008 de dominostenen begonnen te vallen op de Amerikaanse huizenmarkt aan het begin van de kredietcrisis, was de woningwaarde ‘slechts’ 7 à 8 maal zo hoog als het gemiddelde inkomen. Op valutamarkten is er vooralsnog heel weinig aandacht voor dit risico. De renminbi heeft eind januari weliswaar een klein stapje terug gedaan. Maar ten opzichte van de dollar noteert de munt 3 procent hoger dan begin april.

Renminbi is opvallend sterk

De kracht van de renminbi heeft alles te maken met het herstel van de wereldeconomie – waar China als exportgrootmacht van profiteert – en met renteverschillen. De Chinese centrale bank hanteert een tarief van 3,7 procent. Dat steekt heel gunstig af bij de 0,25 procent in de Verenigde Staten. In Europa is dat zelfs -0,5 procent. Het laat zich echter uittekenen dat het verschil in de loop van 2022 een stuk kleiner wordt. De Federal Reserve lijkt zich op te maken voor vier of misschien wel meer renteverhogingen, terwijl de Chinese centrale bank de rente mogelijk gaat verlagen om te voorkomen dat vastgoedproblemen een te grote rem zetten op de economische groei. Daarmee is de kans groot dat het jaar van Tijger voor de renminbi minder mooi uitpakt dan het onlangs afgesloten jaar van de Os. 


De auteur Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer en is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies.

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.