Het dagelijks leven blijft maar duurder worden. Het inflatiecijfer voor maart komt uit op 8,31 procent, meldt het statistiekenbureau Statbel.
Dat is nog een schepje meer dan februari (8,04 procent) en januari (7,59 procent). Zulke niveaus zijn niet meer gezien sinds begin jaren tachtig. De hoge energieprijzen blijven de grootste oorzaak. Ze zijn op een jaar tijd gemiddeld met 57 procent gestegen.
Filter je de energieprijzen eruit, dan komt de inflatie uit op 3,80 procent. De kerninflatie (zonder energieproducten en onbewerkte voedingsmiddelen) klokt af op 3,75 procent, tegenover 3,28 procent in februari.
De inflatie van de gezondheidsindex gaat van 7,56 procent naar 7,68 procent. Die index wordt op dezelfde manier berekend als de algemene consumentenprijsindex, maar dan zonder alcohol, tabak, benzine en diesel, en wordt gebruikt voor de indexering van huurprijzen, sociale uitkeringen en ambtenarenlonen.
Aardgas en elektriciteit
De prijs voor aardgas is gemiddeld met 4,8 procent gestegen ten opzichte van februari. De prijs voor elektriciteit is dan weer gedaald met gemiddeld 11,7 procent, als gevolg van de tijdelijke btw-verlaging voor elektriciteit.
Maar tegenover een jaar geleden blijven de prijsstijgingen wel indrukwekkend: elektriciteit is de helft duurder geworden, terwijl de prijs van aardgas meer dan verdubbeld is (+148,8 procent).