De Belgische inflatie komt in mei uit op 8,97 procent tegenover dezelfde maand een jaar eerder. Dat is het hoogste niveau sinds 1982.
In de vorige twee maanden, maart en april, bleef de inflatie stabiel op 8,31 procent. Het was voor het eerst sinds januari 2021 dat de inflatie niet verder toenam. Maar die pauze was dus slechts van korte duur. De prijsstijgingen versnellen weer, met een inflatiecijfer van 8,97 procent in mei als resultaat.
De energieprijzen blijven de grote aanjager:
- Elektriciteit is nu 54 procent duurder dan een jaar geleden.
- Aardgas is 130 procent duurder dan vorig jaar in mei.
- De prijs van huisbrandolie is met 61 procent gestegen in één jaar tijd.
- Motorbrandstoffen kosten bijna 32 procent meer dan een jaar geleden.
Gezondheidsindex
De inflatie van de gezondheidsindex gaat van 7,81 procent naar 8,34 procent in mei. Die index wordt op dezelfde manier berekend als de algemene consumentenprijsindex, maar dan zonder alcohol, tabak, benzine en diesel, en wordt gebruikt voor de indexering van huurprijzen, sociale uitkeringen en ambtenarenlonen.
Naast de vergelijking tegenover een jaar geleden is het ook interessant om te vergelijken met de maand april. Dat geeft een indicatie van hoe de inflatie van maand op maand evolueert. De kosten voor het dagelijkse leven werd op een maand tijd (mei tegenover april) 0,77 procent duurder.
De jaren zeventig revisited
Het inflatiespook jaagt heel Europa op stang. De Spaanse inflatie kwam in mei op 8,5 procent uit, zo maakte het statistiekbureau INE bekend, tegenover 8,3 procent in april. Dat is hoger dan verwacht, want analisten dachten dat de prijsstijgingen stilaan zouden gaan afvlakken.
In Duitsland stegen de importprijzen in april met 31,7 procent tegenover dezelfde maand een jaar eerder. Het is geleden van de oliecrisis in de jaren zeventig (+32,6 procent in september 1974) dat nog zulke enorme sprongen geregistreerd werden. De prijs van geïmporteerd aardgas steeg met liefst 301 procent en van geïmporteerde steenkool met 322 procent.
(mah)