China was lange tijd de wereldkampioen van de armoedebestrijding. Het land haalde de voorbije jaren dagelijks 35.000 mensen uit de armoede. Uit nieuwe cijfers van de Verenigde Naties blijkt nu dat India nog beter doet. Tussen 2006 en 2016 zijn daar ruim 271 miljoen mensen uit de armoede gehaald. Omgerekend gaat het over 74.250 per dag.
Volgens de 2019 global Multidimensional Poverty Index (MPI) van de VN en de Oxford Poverty and Human Development Initiative (OPHI), zijn er op aarde 1,3 miljard ‘multidimensionale armen’. Dat betekent dat men niet enkel naar inkomen kijkt, maar ook rekening houdt met indicatoren als voeding, sanitair, kindersterfte, toegang tot drinkbaar water, elektriciteit etc. In totaal werden 101 landen bestudeerd.
Het rapport identificeerde 10 landen met een totale bevolking van 2 miljard mensen om de vooruitgang op vlak van armoedebestrijding beter in kaart te brengen. Dat zijn Bangladesh, Cambodja, de Democratische Republiek Congo, Ethiopië, Haïti, India, Nigeria, Pakistan, Peru en Vietnam.
Zuid-Azië realiseert de grootste vooruitgang, met India (- 271 miljoen armen) en Bangladesh (- 19 miljoen) als koplopers.
In 2005 – 2006 was 55, 1% (640 miljoen) van de Indiase bevolking ‘multidimensionaal arm’. In 2015 – 2016 was dat gedaald tot 27,9% (369 miljoen).
India maakt naast de grootste ook de snelste vooruitgang
Ethiopië, Peru en India boeken de grootste vooruitgang op alle indicatoren. De snelste vooruitgang registreert men dan weer in India, Cambodja en Bangladesh.
Het rapport laat optekenen dat die vooruitgang niet overal evenredig is. Cambodja, Haïti, India en Peru leveren meer inspanningen op het platteland. In Bangladesh boekt men even veel vooruitgang in steden als in meer afgelegen gebieden.
Het rapport vermeldt ook dat kinderen meer onder de armoede lijden dan hun ouders en makkelijker ontbering doorstaan op elk van de 10 indicatoren. Vooral in Congo en Pakistan wordt op vlak van kinderarmoede amper of geen vooruitgang geboekt.
Van de 1,3 miljard multidimensionale armen leven er 886 miljoen in landen die zich in de middelste inkomenscategorie bevinden. Nog eens 440 miljoen leven in landen met lage inkomens. Opvallend is ook dat in die landen 1 op 3 kinderen multidimensionaal arm is, tegen 1 op 6 volwassenen. 85% van de armste kinderen leven in Zuid-Azië en Sub-Sahara Afrika.
Het rapport onderstreept tenslotte dat het traditionele concept van armoede zijn beste tijd gehad heeft en dat landen – of gezinnen – als arm of rijk aanduiden een oversimplificatie is. “Wie armoede bestrijden wil, moet weten waar armen leven. Ze zijn niet gelijkmatig verdeeld over landen, zelfs niet over gezinnen”, zegt Achim Steiner van de Verenigde Naties.
Positief is dat degenen die armst waren zich vandaag snelst uit die armoede naar boven werken.