Key takeaways
- Ikea erkent gebruik van politieke gevangenen door leveranciers in voormalig Oost-Duitsland.
- Er werd 6 miljoen euro toegezegd om slachtoffers van het Oost-Duitse communistische regime te steunen.
- De stap werd geprezen door UOKG en vergeleken met een soortgelijke verontschuldiging van Deutsche Bahn.
In 2012 erkende Ikea dat sommige van haar leveranciers in het voormalige Oost-Duitsland politieke gevangenen hadden gebruikt voor arbeid en betuigde spijt. Dit volgde op een onderzoek van Ernst & Young waaruit bleek dat zowel politieke gevangenen als gedetineerden hadden bijgedragen aan de productie van onderdelen of meubels rond de late jaren 1970, en dat Ikea-vertegenwoordigers op de hoogte waren van deze mogelijkheid.
Na dit eerste onderzoek werd het onderwerp verder uitgewerkt in een ander rapport, opgesteld door de wetenschappelijk adviseur van de Unie van Duitse Organisaties van Slachtoffers van Communistische Tirannie (UOKG). Dit leidde tot een meerjarige dialoog tussen Ikea, de UOKG en het kantoor van Evelyn Zupke, die in 2021 tot stand kwam. Deze samenwerking culmineerde in Ikea’s recente toezegging van 6 miljoen euro aan een fonds ter ondersteuning van slachtoffers van het Oost-Duitse communistische regime.
Reacties en toekomstige stappen
Een gezamenlijke verklaring van de drie entiteiten benadrukte Ikea’s “verantwoordelijke aanpak”, inclusief het aanpakken van donkere hoofdstukken in de geschiedenis van het bedrijf. Zupke prees Ikea voor deze houding, terwijl Dieter Dombrowski, voorzitter van UOKG, de hoop uitsprak dat andere bedrijven Ikea’s voorbeeld zouden volgen.
Gelijkaardige gevallen en verontschuldigingen
Op een vergelijkbare manier verontschuldigde de CEO van Deutsche Bahn zich in 2014 voor de dwangarbeid die gebruikt werd door haar voorganger, Reichsbahn, tijdens het Oost-Duitse tijdperk.
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!