Het Milieuprogramma van de Verenigde Naties publiceert een verontrustend rapport over de toekomst van de energie – en dus het milieu – in de wereld. Veel landen lijken het Parijsakkoord aan flarden te hebben gescheurd.
Hypocrisie ten top: hoe de hele wereld op de Overeenkomst van Parijs zat, maar dat lijkt te zijn vergeten

Waarom is dit belangrijk?
Om de overgang naar schone energie succesvol te laten verlopen, is het natuurlijk nodig om de productie van hernieuwbare energie te verhogen. Maar als we de productie van fossiele energie niet parallel verminderen, zal dit op mislukken uitlopen.In het nieuws: In een rapport getiteld “Phasing down or phasing up?“, schetsen het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en andere instellingen een somber beeld van wat regeringen wereldwijd van plan zijn voor de komende decennia.
De essentie: De meeste ondertekenaars van het Parijs-akkoord (2015) lijken hun verplichtingen te zijn vergeten. Op wereldwijd niveau blijft de productie van hernieuwbare energie toenemen, maar de productie van fossiele energie blijft eveneens een opwaartse trend volgen.
Veel beloften, veel vergetelheid
Woord versus daad: De auteurs schatten in dat de productie van olie en gas blijft stijgen tot 2050, terwijl de productie van steenkool ook blijft groeien, minstens tot 2030. “Hiermee worden de regeringsverplichtingen in het kader van het Parijsakkoord en de verwachtingen dat de wereldwijde vraag naar steenkool, olie en gas in dit decennium hun hoogtepunt zal bereiken, zelfs zonder nieuwe beleidsmaatregelen, tegengesproken”, staat in het rapport.
- De opmerking verwijst naar de belofte die 193 landen in 2015 in Parijs hebben gedaan. Het aangekondigde doel was om de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk te verminderen om de opwarming van de aarde deze eeuw tot 2°C te beperken, en tegelijkertijd inspanningen te leveren om dit nog verder te beperken tot 1,5°C.
- Volgens het UNEP zouden de wereldwijde productieniveaus van steenkool, olie en gas zoals geschat in de plannen en projecties van de regeringen respectievelijk 460 procent, 29 procent en 82 procent hoger zijn dan de niveaus die nodig zijn om dit akkoord te respecteren.

Sommige landen plannen geen vermindering
Nog meer kritiek: Het rapport wijst op het gebrek aan consistentie in de aangekondigde doelstellingen door de 20 belangrijkste producenten van fossiele brandstoffen. Deze landen zijn verantwoordelijk voor 82 procent van de productie en 73 procent van het verbruik van de wereldwijde reserves.
- Onder hen hebben 14 zich aangesloten bij de Global Methane Pledge, gelanceerd door de EU en de VS. Deze landen hebben beloofd om gezamenlijk de wereldwijde methaanemissies uit alle bronnen tegen 2030 met 30 procent verminderen ten opzichte van de niveaus van 2020. Het UNEP merkt echter op dat om de opwarming tot 1,5°C te beperken, de uitstoot van methaan in de energiesector met 60 procent moet worden verminderd.
- Onder de bovengenoemde 20 landen hebben enkele daadwerkelijk plannen om hun productie te verminderen. Dit zijn voornamelijk Europese landen.
- Tegen 2030 zou Duitsland zijn kolenproductie moeten verminderen, terwijl het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen hun gas- en olieproductie moeten verminderen.
- Bij de belangrijkste spelers zouden China en de Verenigde Staten hun kolenproductie tegen het einde van het decennium moeten verminderen. Maar hun gasproductie zal blijven stijgen. En voor de VS zal ook hun olieproductie blijven groeien.
- De inspanningen worden tenietgedaan door de verwachte toename van de kolenproductie, met name door India, Indonesië en Rusland.
Nog dit: Het UNEP heeft echter geen specifieke kritiek op bepaalde landen.
- “Een rechtvaardige overgang naar het beëindigen van de productie van fossiele brandstoffen moet rekening houden met de gedifferentieerde verantwoordelijkheden en capaciteiten van de landen”, zo staat in het rapport.
- “Regeringen met grotere overgangscapaciteiten zouden ambitieuzere reducties moeten nastreven en bijdragen aan de financiering van het overgangsproces in landen met een beperkte capaciteit.”

(nd/evb)