Spectaculaire nieuwe inflatiecijfers en een gitzwart rapport van de Bundesbank voeden de vrees voor een diepe economische neergang in Duitsland. Dat zou ook slecht nieuws zijn voor de Belgische economie, die nauw verbonden is met de Duitse.
Oplopende inflatie, een ongeziene energiecrisis en een nog moeilijk af te wenden recessie als eindresultaat. “De Duitse economie staat voor dramatische maanden”, vat het populaire blad Bild de stemming bij onze oosterburen samen.
De grafiek die angst inboezemt
De dinsdag gepubliceerde producentenprijsindex (PPI) geeft een angstaanjagend beeld van het inflatieprobleem. Het gaat om de graadmeter van de prijsveranderingen die binnenlandse producenten doorvoeren in hun zakelijke catalogi.
Die prijsstijgingen op productieniveau vertalen zich doorgaans verderop in de keten, na onder meer productbelastingen en transportkosten, in prijsstijgingen voor de eindklant. De PPI is daarmee een voorloper van de consumentenprijsindex of CPI.
De producentenprijzen in Duitsland blijken in augustus nog harder gestegen te zijn dan gevreesd: liefst 45,8 procent meer tegenover een jaar eerder. Dat is beduidend sneller dan in juli (37,2 procent) en juni (32,7 procent). Op maandbasis was er in augustus sprake van een prijsstijging van 7,9 procent, terwijl analisten maar op 1,6 procent gerekend hadden.
Nooit eerder sinds het begin van de metingen in 1949 noteerde statistiekenbureau Destatis zulke enorme sprongen. Niet alleen energieproducten zijn fors duurder geworden, ook uiteenlopende producten als metalen, chemicaliën, meststoffen, meubelen, machines, vlees en zuivel.
Recessie
De economen van de Bundesbank, de Duitse tegenhanger van onze Nationale Bank, schetsen in hun jongste economische prognose een gitzwart beeld. Zowat alle variabelen gaan in de verkeerde richting:
- “De hoge inflatie en de onzekerheid over de energievoorziening treffen niet alleen de gas- en elektriciteitsintensieve industrie en haar exportactiviteiten en investeringen, maar ook de particuliere consumptie en de daarvan afhankelijke dienstverleners”, schrijven ze.
- De industriële productie boert achteruit en ook de productie van consumptiegoederen, waaronder meubels en medicijnen, zit in het slop.
- De bouw was de voorbije maanden nog een sterkhouder, maar ook in die sector doemen donderwolken op. “De hogere bouwkosten en rentes zwakken de vraag naar bouwprojecten aanzienlijk af.
- De economen verwachten zowel in het komende vierde kwartaal als in het eerste kwartaal van 2023 “een duidelijke terugval van de economische prestaties”. Of nog: “De tekenen van een recessie nemen toe.”
- Net als in België is het enige lichtpunt de arbeidsmarkt: de werkgelegenheid in Duitsland groeide nog in de voorbije maanden.
Graadmeter voor wereldeconomie
De gezondheid van de Duitse economie is om twee redenen van belang:
- Duitsland is traditiegetrouw de locomotief van de buurlanden en de hele eurozone. Als de Duitse economie sputtert, heeft dat repercussies voor de Belgische toeleveranciers en zakenpartners van Duitse bedrijven. Zo is chemiereus BASF Antwerpen innig verbonden met het zusterbedrijf in het Duitse Ludwigshafen.
- Duitsland is ook de machinebouwer voor China. De terugval van de Duitse export kan wijzen op minder bestellingen vanuit China, wat dan weer een indicatie kan zijn van een wereldwijde economische vertraging.
(lb)