Hype rond staatsbon: 6 kwalijke neveneffecten

Hype rond staatsbon: 6 kwalijke neveneffecten
Minister van Financiën Vincent van Peteghem (cd&v) – HATIM KAGHAT / BELGA MAG / Belga via AFP

De fiscale hervorming van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) mag dan al gestrand zijn, hij kan de kiescampagne voor 2024 alvast in als de man die de succesvolste staatsbon ooit lanceerde. Dat levert de staatskas onverhoopt veel liquide middelen op, maar experten wijzen ook op verscheidene ongewenste neveneffecten.

In het nieuws: De eenjarige staatsbon die de Belgische Staat uitbracht groeide uit tot dé financiële hit van de zomer.

  • De eindbalans, die maandag gemaakt wordt, komt al zeker uit boven 22 miljard euro. Dat komt neer op 7 procent van het totaalbedrag op de spaarboekjes (300 miljard euro). De banken bevestigen dat er massaal is overgeheveld van de spaarboekjes richting de staatsbon.
  • De intrest bedraagt 3,30 procent bruto en dat levert na belasting een mooie 2,81 procent netto op. Dat heeft te maken met de verlaagde roerende voorheffing: de Staat halveerde die uitzonderlijk van de gangbare 30 procent naar slechts 15 procent, overigens tot ergernis van de banken.

1. Alle belastingbetalers betalen straks de rekening

Fiscaal advocaat Michel Maus vraagt zich op sociale media af of het hier niet om een “fiscale owngoal” gaat. Het blijft gaan om een enorme lening waar de Staat – dus alle belastingbetalers – 3,30 procent intresten op moet betalen. Bovendien: door het verlaagde tarief komt er in de andere broekzak van de Staat maar half zoveel roerende voorheffing binnen als normaal, 110 miljoen euro in plaats van 220 miljoen euro.

“Het is de belastingbetaler die dit moet financieren en ook het tekort aan fiscale inkomsten (15 procent in plaats van 30 procent) op de interesten van de staatsbon moet opvangen”, schrijft Maus. “Door de verlaagde roerende voorheffing moet de belastingbetaler 110 miljoen euro extra financieren. De belastingbetaler die niet de mogelijkheid heeft om spaargeld te investeren, moet dus mee de kost dragen van het fiscaal gunstregime van de belastingbetaler die wel spaarcenten heeft en kan investeren.”

2. Te weinig focus op slankere overheid

Economen als Bart Van Craeynest (Voka) vrezen dat door het succes van de staatsbon de focus van de overheid zal komen te liggen op hoe ze dat onverhoopt vele geld gaat besteden, terwijl de staatsfinanciën net nood hebben aan een dieet en een structurele verlaging van de overheidsuitgaven.

3. Nauwelijks effect op spaarrente

De oorspronkelijke bedoeling van minister Van Peteghem (cd&v) was om met een concurrentieel product de banken aan te porren om hun spaarrentes sneller te verhogen. Economen stellen dat daar zeker ruimte voor moet zijn, gezien de hogere rentevoeten die de banken zelf kunnen krijgen bij de Europese Centrale Bank en op de kapitaalmarkten. Maar toch verhogen de grootbanken maar schoorvoetend hun spaarrentes.

Het effect van de staatsbon op de spaarrentes bleef grotendeels uit. Voorlopig komt de reactie alleen van de nichebanken. Nu dreigt zelfs het averechtse effect, waarbij de banken verhogingen van hun spaarrente gaan uitstellen. De kans op een tweede staatsbon wordt immers klein geacht.

4. Druk op financiële stabiliteit

Dat deze operatie op korte termijn wellicht niet voor herhaling vatbaar is, heeft te maken met de bezorgdheid om de financiële stabiliteit van de banken. Ze kunnen zo’n eenmalig uitstroom van spaargeld wel aan, maar als er om de haverklap meerdere miljarden euro’s aan liquiditeiten uit het bankenstelsel gaan vloeien, is dat natuurlijk wel een andere zaak.

5. Boze banken dreigen met duurdere leningen

Veelzeggend is dat Belfius-topman Marc Raisière nu al waarschuwt voor duurdere hypotheekleningen. Want de banken zien hun belangrijkste financieringsbron voor woonleningen plots krimpen. “De meer dan 20 miljard euro in staatsbons kan nu niet meer via de banken terugvloeien naar kredieten om de economie te financieren”, klonk het.

6. Andere alternatieven worden weggeblazen

Je zou door de hype bijna vergeten dat het rendement van 2,81 procent nog altijd lager ligt dan de inflatie, ruim 4 procent. Met andere woorden: zelfs met de staatsbon verliest de staatsbon aan koopkracht.

Vermogensbeheerders wijzen erop dat er nog tal van andere alternatieven zijn – bijvoorbeeld Duits staatspapier – die spaarders kunnen overwegen als alternatief voor hun laagrentende spaarboekje, maar dat de staatsbon tot kuddegedrag leidt. Al zeggen ze ook verheugd te zijn dat sparen en beleggen in de belangstelling staat en meer mensen gaan nadenken over hun geldzaken.

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.