Frankrijk stond de voorbije weken in rep en roer door de schaarste bij de tankstations, een gevolg van de stakingen in de grote olieraffinaderijen. En toch geven indicatoren aan dat de Franse economie redelijk standhoudt in de wereldwijde inflatiecrisis.
Chaos aan de tankstations, betogingen voor meer koopkracht en twijfels over de slagkracht van de regering-Borne. Op basis van de Franse tv-journaals zou je denken dat Frankrijk in een diepe economische crisis verzeild is.
Maar paradoxaal genoeg vertellen de economische indicatoren een ander verhaal. Bedrijfsleiders zien de toekomst weer rooskleuriger tegemoet, zo blijkt uit de barometer van het ondernemersvertrouwen van deze maand. Na drie maanden van opeenvolgende dalingen komt de indicator uit op 103, waarmee het ook boven het langetermijngemiddelde (100) sinds 1976 blijft.
Van een complete crash, zoals tijdens de financiële crisis (2008-2009) of bij het begin de coronacrisis (lente 2020), is dus helemaal geen sprake, zo blijkt uit de grafiek. Wie niet naar de tv-journaals kijkt, zou denken dat het gewoon business as usual is.

Laagste inflatie van Europa
Ook volgens andere maatstaven houdt de Franse economie goed stand. Volgens de projecties van het IMF zal de economische groei in Frankrijk drie jaar op rij (2021, 2022 en 2023) groter zijn dan in Duitsland. Terwijl de Duitse economie vrijwel zeker in een recessie belandt, zou de Franse economie dit jaar met 2,5 procent en volgend jaar met 0,7 procent groeien. Al bij al relatief normale groeiritmes.
En de inflatie in Frankrijk is met 6,2 procent de allerlaagste van de Europese Unie, mede doordat de Franse regering als een van de eerste prijsblokkeringen voor energie oplegde.

Analisten weten niet goed raad met het grote verschil tussen de behoorlijke economische cijfers en het negatieve sentiment rond de koopkracht- en brandstofcrisis. Ofwel is de Franse economie robuuster dan algemeen gedacht, ofwel komt de neerwaartse schok met vertraging pas later dit jaar.
(jvdh)