Het Grondwettelijk Hof ziet geen graten in de vingerafdrukken op de identiteitskaart. Ook de tijdelijke opslag van die vingerafdrukken vormt voor het Hof geen probleem.
Wie onlangs zijn identiteitskaart heeft vernieuwd, heeft misschien al zijn vingerafdrukken moeten zetten op het identiteitsbewijs. Sinds begin vorig jaar vragen verschillende steden en gemeenten hun bewoners om een vingerafdruk van elke wijsvinger. Volgens cijfers van Annelies Verlinden (CD&V), minister van Binnenlandse zaken, zouden zo’n 53.000 Belgen al een vernieuwde identiteitskaart gekregen hebben.
Identiteitsfraude tegengaan
De vingerafdrukken op de identiteitskaart zijn er gekomen onder impuls van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) om identiteitsfraude tegen te gaan. Al snel bleek dat de nieuwe regeling voor wrevel zorgde bij enkele organisaties, waaronder de Liga voor Mensenrechten en ‘Ministry of Privacy’, opgericht door de jurist Matthias Dobbelaere-Welvaert.
Die laatste trok in het voorjaar van 2019 naar het Grondwettelijk Hof om de opslag van vingerafdrukken te laten vernietigen. Volgens hem was de regeling niet wettelijk, niet proportioneel en niet veilig.
Dobbelaere-Welvaert stelde zich ook vragen bij de tijdelijke opslag van de vingerafdrukken. Maar de jurist krijgt nu ongelijk. Het Hof oordeelt dat de inmenging in het recht op privacy ‘redelijk wordt verantwoord door het doel om identiteitsfraude te bestrijden.’
Tijdelijke opslag
Voorts zijn er volgens het Hof voldoende waarborgen om te vermijden dat er onevenredige gevolgen zijn voor de rechten van de betrokken personen. Zo worden de gegevens maar voor drie maanden opgeslagen en kunnen slechts een beperkt aantal geautoriseerde personen de gegevens inkijken.
Dobbelaere-Welvaert reageerde via Twitter op de uitspraak: ‘Vandaag is een trieste dag voor onze privacy. Dit is ook slecht nieuws voor iedereen ouder dan 12 jaar die voortaan naar het stadhuis moet gaan om zijn vingerafdrukken af te geven aan een overheid die hen beschouwt als potentiële criminelen.’
De jurist gaat nu nagaan of het juridisch mogelijk is om naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te stappen.
Lees ook: