Het geheim van Einsteins brein

Met een gewicht van zo’n 1.230 gram was het brein van Albert Einstein allesbehalve verschillend van dat van een doorsnee volwassene. Doch wat wel anders was, was de structuur van zijn brein.

Dat is de conclusie van een groep experts onder leiding van antropoloog Dean Falk van de universiteit van Florida. Zij analyseerden 14 foto’s van het brein van dit genie en vergeleken die met foto’s van de hersenen van gewone stervelingen. Het gaat om de meest uitgebreide studie totnogtoe.  In het vakblad Scientific American komen ze tot volgende conclusies:

✓ De grootte en het gewicht van Einsteins hersenen waren niet anders dan gemiddeld.
✓ De prefrontale cortex (verantwoordelijk voor onder andere het doorzettingsvermogen en de concentratie) was wel groter dan gemiddeld.
✓ Ook specifieke hersengebieden die instaan voor zintuiglijke waarneming en gezichtsuitdrukkingen waren groter dan gemiddeld.

De studie van Einsteins brein begon kort na zijn dood in 1955. Eerst werd het vanuit verschillende hoeken gefotografeerd, waarna het in 240 stukken werd gesneden, die stuk per stuk werden ontleed. 

Tussen 1955 en 2010 verschenen er een verschillende studies over Einsteins hersenen die de aandacht vestigden op de uitzonderlijke dichtheid van neuronen en gliacellen (cellen die in het zenuwstelsel voorkomen en de neuronen verzorgen) in zijn brein, maar verder weinig andere interessante informatie opleverden.

Hoewel het gemakkelijk is om conclusies te trekken uit deze bevindingen, waarschuwen de wetenschappers ervoor niet te hard van stapel te lopen.

Volgens neurowetenschapper Albert Galaburda van de Harvard Medical School, ‘heeft Einstein zijn genialiteit waarschijnlijk te danken aan een combinatie van een uitzonderlijk brein en de omgeving waarin hij actief was.’