Regeerakkoord op tafel, ministerposten nog onduidelijk; dit zijn de kernpunten

De partijen hebben een regeerakkoord bereikt, maar een nieuwe regering zal pas officieel gevormd worden als de eed bij de koning is afgelegd. Nadat Bart De Wever (N-VA) gisteravond bij de koning op bezoek was geweest, zijn de partijen uren bezig geweest met het verdelen van de ministersportefeuilles. De regering zal naar verwachting veertien ministers tellen, exclusief de premier: zeven Nederlandstalige en zeven Franstalige. Over staatssecretarissen wordt momenteel niet gesproken.

De N-VA krijgt vier ministersposten, waarbij De Wever waarschijnlijk het premierschap op zich zal nemen. Vooruit en cd&v krijgen elk twee posten. Aan Franstalige kant krijgt de MR vier ministers, terwijl Les Engagés er drie krijgt. Het blijft echter onzeker of de sleutelfiguren deel zullen uitmaken van de regering. De partijen hebben nog geen consensus bereikt over welke partij welke portefeuille krijgt, dus verdere onderhandelingen zijn nodig.

Voordat de partijen officieel tot de coalitie kunnen toetreden, moeten hun leden de deelname goedkeuren. Elke partij zal een congres houden om de overeenkomst toe te lichten en de leden te laten stemmen.

Als alle partijen de goedkeuring van hun leden krijgen, zal de eedaflegging voor de koning waarschijnlijk maandag plaatsvinden. Pas dan kunnen we officieel spreken van de regering-De Wever.

Hierna volgt een overzicht van de hervormingen

Vergaande belastinghervorming: Boost voor werknemers, groene initiatieven en concurrentievermogen

Het nieuwe belastingplan is erop gericht om de nettolonen voor alle werknemers te verhogen tegen 2027, met een volledige implementatie tegen 2029. Dit houdt in dat de belastingvrije voet wordt verhoogd, speciale sociale premies worden verlaagd en werkbonussen voor laagverdieners worden verhoogd. Tegen 2029 zal dit naar verwachting resulteren in een verlaging van de belastingen en sociale premies voor werknemers met 4 miljard euro.

De regering probeert de uitdagingen van België op het gebied van concurrentievermogen structureel aan te pakken door middel van verschillende maatregelen. Deze omvatten het aftoppen van sociale zekerheidsbijdragen voor werkgevers, het verlagen van energiekosten en het vergroten van het aandeel kernenergie in de energiemix. Bijkomende maatregelen om het concurrentievermogen te bevorderen, investeerders aan te trekken en de aftrekbaarheid van investeringen of afschrijvingen voor bedrijven en zelfstandigen te verbeteren zullen samen bijdragen tot 800 miljoen euro aan jaarlijkse belasting- en lastenverlagingen vanaf 2028.

Groene initiatieven

Investeringen in groene initiatieven krijgen een jaarlijkse lastenverlichting van 279 miljoen euro. Een aanzienlijk deel (€ 234 miljoen per jaar) zal worden toegewezen aan het uitbreiden van de reikwijdte van sloop- en wederopbouwprojecten, waardoor een btw-tarief van 6 procent mogelijk wordt. Volgens de begrotingsprognoses van Arizona zullen deze maatregelen geleidelijk van kracht worden, wat zal resulteren in een lastenverlichting van ongeveer 1 miljard euro in 2026 en meer dan 5 miljard euro in 2029.

Een belangrijk twistpunt tijdens de onderhandelingen was de bijdrage van rijkere particulieren. MR en N-VA waren voorstander van het minimaliseren van hun bijdragen, terwijl Vooruit, cd&v en Les Engagés aandrongen op substantiële bijdragen van de hogere inkomens als onderdeel van elke overeenkomst. Het resulterende compromis is een “solidariteitsbijdrage”, een beter verteerbare term voor “belasting op vermogenswinsten”. Deze zal een belasting van 10 procent heffen op winsten uit financiële activa (aandelen, obligaties, enz.), met inbegrip van crypto-activa, zonder terugwerkende kracht en met een vrijstelling voor winsten die zijn gerealiseerd vóór de invoering van de belasting.

Aanvullende maatregelen

Voor particulieren met substantiële belangen in niet-beursgenoteerde bedrijven (ten minste 10 procent eigendom) wordt een vrijstelling van basisinkomstenbelasting ingevoerd: Volledige vrijstelling onder 1 miljoen euor, 50 procent vrijstelling tussen 1 miljoen en 5 miljoen euro, 25 procent vrijstelling tussen 5 miljoen en 10 miljoen euro, en geen vrijstelling boven 10 miljoen euro.

De hervorming omvat ook veel schrappingen, wijzigingen en verlagingen van aftrekposten, uitzonderingen en vrijstellingen in de inkomstenbelasting. Dit omvat onder andere de afschaffing van de belastingaftrek voor juridische bijstand en de mogelijkheid voor werknemers om werkelijke kosten af te trekken. De aftrekbaarheid van donaties aan verenigingen wordt verlaagd van 45 procent naar 30 procent.

Werkgelegenheid en belastingaftrek voor kinderen

De arbeidsaftrek wordt afgeschaft, wat 93 miljoen euro oplevert in 2026 en daarna jaarlijks toeneemt tot 280 miljoen euro. De heffingskorting voor kinderen wordt niet langer geïndexeerd, wat jaarlijks 47 miljoen euro bespaart. Vanaf 2029 wordt het gezamenlijke inkomensquotiënt gehalveerd voor niet-gepensioneerden, waardoor iemand zonder inkomen kan profiteren van het inkomen van zijn of haar echtgenoot om in totaal minder belasting te betalen.

Steun voor kleine ondernemingen

Om zeer kleine ondernemingen te ondersteunen, zal de regering de socialezekerheidsbijdragen voor de eerste vijf werknemers verlagen. De verlaging van 2.000 euro per kwartaal die wordt toegepast op de eerste werknemer zal voor onbepaalde tijd worden gehandhaafd. Een vergelijkbare verlaging van 1.000 euro per kwartaal zal gedurende drie jaar gelden voor de 2e tot 5e werknemer.

Andere maatregelen

Verschillende andere kostenbesparende maatregelen en nieuwe inkomstenbronnen zijn gepland, waaronder het verhogen van de registratierechten (belastingen) voor het verkrijgen van de Belgische nationaliteit naar ongeveer 1.000 euro van 150 euro nu. Deze belasting zal worden gedragen door buitenlanders die de Belgische nationaliteit verwerven. Copyright regelgeving, eerder gewijzigd en beperkt door voormalig minister van Financiën Vincent Van Peteghem, zal worden uitgebreid naar digitale beroepen op verzoek van MR.

Revisie pensioenstelsel: Kostenbesparende maatregelen en verzachtende maatregelen

Vijf politieke partijen in Arizona hebben verklaard dat het huidige pensioenstelsel onhoudbaar is, waardoor ze kostenbesparende maatregelen voorstellen. Deze voorgestelde veranderingen zijn gericht op individuen die minder jaren hebben gewerkt, eerder met pensioen zijn gegaan of een hoger pensioen ontvangen dan anderen.

De regering is echter ook van plan om positieve aanpassingen door te voeren, zoals het toestaan van pensionering op 60 jaar na 42 dienstjaren (nu 62). Bij deze verandering worden alleen jaren met ten minste 234 dagen feitelijk werk meegenomen in de berekening van de vereiste lengte van de loopbaan. Daarnaast zal er een aanvullend pensioen worden verstrekt aan alle werknemers in de publieke sector en zal de salariswaardering bij het berekenen van pensioenbedragen worden verbeterd.

Er zullen ook overgangsregelingen worden ingevoerd om de gevolgen van deze mogelijk negatieve veranderingen te verzachten.

Wijzigingen in de berekening van de lengte van de loopbaan

Een belangrijke verandering betreft het concept van “feitelijk werk”. Een jaar telt nu mee voor de lengte van de loopbaan als een werknemer 156 dagen of meer heeft gewerkt in dat jaar, wat gelijk staat aan halftijds of twee kwartalen in een jaar. Met name perioden die voorheen als gelijkgesteld werden beschouwd, zoals prepensionering, langdurige werkloosheid en dienstverband aan het einde van de loopbaan, worden niet langer als zodanig meegeteld.

Dit heeft gevolgen voor loopbanen met niet-lineaire paden, waaronder meerdere onderbrekingen van het werk of deeltijdwerk, waardoor het mogelijk moeilijker wordt om een volledige loopbaanlengte (45 jaar) of minimale pensioengerechtigdheid (30 jaar) te bereiken. Deze veranderingen kunnen een onevenredig groot effect hebben op vrouwen, die vaker in deeltijd werken of periodes van werkloosheid doormaken.

Om de gevolgen te verzachten, heeft de regering grenzen gesteld aan de gevolgen van deze verandering: personen die in 2025 60 jaar of ouder worden, zullen maximaal één jaar langer moeten werken, terwijl personen die 59 worden maximaal twee jaar langer zullen moeten werken. Vroege starters kunnen nog steeds met 60 jaar met pensioen als ze 42 jaar hebben gewerkt met ten minste 234 dagen per jaar, terwijl de huidige vereiste 62 is.

Het onlangs door de vorige regering ingevoerde bonuspensioen wordt hervormd en er wordt een boetesysteem ingevoerd dat van invloed is op de hoogte van het pensioen. Er zal een bonus (2 procent, 4 procent of 5 procent) gelden voor elk jaar dat er na de standaard pensioenleeftijd wordt gewerkt.

Vervroegd pensioen

Omgekeerd zal een boete van hetzelfde bedrag worden toegepast op degenen die met vervroegd pensioen gaan zonder 35 jaar te hebben gewerkt van ten minste 156 effectieve dagen.

Vanaf 1 januari 2027 zullen gelijkgestelde periodes die meer dan 40 procent van de loopbaan vertegenwoordigen niet meer worden meegeteld voor de pensioenberekening voor zowel werknemers als zelfstandigen. Deze limiet neemt elk jaar met 5 procentpunten af tot 20 procent in 2031, wat overeenkomt met het huidige systeem voor ambtenaren.

Ziekteperiodes en thematisch verlof zullen van deze maatregel worden uitgesloten.

Wijzigingen in pensioenberekening voor ambtenaren

Een andere belangrijke wijziging betreft de berekening van de pensioenen voor ambtenaren. Ze zullen niet langer worden gebaseerd op het gemiddelde salaris over de afgelopen tien jaar, maar, net als in de particuliere sector, op het 45-jarige arbeidsverleden. De in aanmerking genomen periode zal vanaf 2027 elk jaar met een jaar toenemen tot 2062, waardoor het pensioenbedrag voor ambtenaren effectief wordt verlaagd.

De gelijkschakeling van hun pensioenbedragen wordt vanaf 2026 afgeschaft.

In ruil daarvoor zullen ambtenaren nu recht hebben op een aanvullend pensioen met een werkgeversbijdrage van 3 procent, vergelijkbaar met veel regelingen in de particuliere sector.

Introductie halftijds pensioen en andere wijzigingen

De regering overweegt ook de introductie van een halftijdse pensioenoptie op 60-jarige leeftijd voor alle pensioenregelingen, zodat mensen parttime kunnen werken en een evenredig pensioenbedrag ontvangen.

Arizona streeft naar 80 procent arbeidsparticipatie

De nieuwe regering in Arizona wil de arbeidsmarkt nieuw leven inblazen door werken aantrekkelijker te maken en de arbeidsparticipatie te verhogen tot 80 procent aan het eind van haar termijn.

Een belangrijk onderdeel van deze strategie is het herzien van de werkloosheidsuitkeringen. Aanvankelijk zullen nieuwe werklozen hogere uitkeringen ontvangen in vergelijking met het huidige systeem, maar deze uitkeringen zullen na verloop van tijd sneller afnemen. De duur van werkloosheidsuitkeringen wordt ook gemaximeerd op twee jaar, waarbij werknemers die geen consistente werkgeschiedenis hebben minder steun ontvangen dan werknemers met een langere loopbaan.

Gerichte werkgelegenheidsstimulansen

Om de werkgelegenheid te stimuleren, zijn specifieke categorieën vrijgesteld van deze veranderingen. Hieronder vallen personen van 55 jaar en ouder die minimaal 30 dienstjaren hebben met ten minste 156 gewerkte dagen per jaar, te beginnen in 2025.

Economische en sociale initiatieven

De regering is van plan om de automatische indexering van lonen te handhaven, maar de uitvoering ervan te verfijnen om meer consistentie te bereiken tussen de regelgeving in de publieke en private sector. Een uitgebreide herziening door de sociale partners wordt verwacht voor 31 december 2026.

Verdere maatregelen omvatten een verhoging van de minimumlonen in twee stappen met 35 euro netto per keer, te beginnen op 1 april 2026 en nogmaals in 2028, zonder extra kosten voor werkgevers. De regering bevordert ook een grotere flexibiliteit van de arbeidsmarkt door wijzigingen in de regelgeving met betrekking tot werk op zondag, nachtdiensten en vakantiewerk.

Herstel op lange termijn ondersteunen

De coalitie wil langdurig zieke mensen actief re-integreren in het arbeidsproces. Dit initiatief houdt samenwerking in tussen bedrijven, werknemers, mutualiteiten en medische professionals. Het doel is om de terugkeer van deze mensen naar geschikte functies op hun huidige of nieuwe werkplek te vergemakkelijken.

Deze hervorming van de arbeidsmarkt valt ook samen met een programma gericht op het omgaan met langdurige ziekten. Dit programma is bedoeld om mensen te helpen bij hun terugkeer in het beroepsleven.

Nieuw vervoersplan: Focus op veiligheid, duurzaamheid

Verkeersveiligheid is een belangrijke prioriteit voor automobilisten, met als doel het aantal verkeersdoden te halveren in 2030 en volledig te elimineren in 2050. Een nieuw concept dat door de coalitie is geïntroduceerd is “doodslag op de weg”, waarbij de ernst van gevaarlijk rijgedrag wordt benadrukt door strengere straffen. Dit is bedoeld om de term “ongeval” te vervangen in gevallen waarbij alcohol- of drugsgebruik een rol speelt, en dit begrip op te nemen in het wetboek van strafrecht voor strengere straffen.

De nieuwe regering is ook van plan om recidivisten van ernstige verkeersovertredingen aan te pakken. De autoriteiten zullen het centrale dataregister versterken om deze personen, die betrokken zijn bij snelheidsovertredingen, roekeloos rijden en rijden onder invloed, beter te kunnen identificeren. Er wordt meer toezicht en handhaving verwacht voor deze bestuurders met een hoog risico.

Verbetering spoorvervoer

Op het gebied van spoorvervoer staat de NMBS voor een steeds competitiever landschap na het aflopen van het huidige beheerscontract in 2032. Om zich voor te bereiden wil de regering de NMBS concurrerender maken door haar aanbod aan te passen aan de reële behoeften. Dit omvat het versterken van de dienstverlening op grote lijnen met meer frequente treinen en mogelijk minder stops op minder druk bezochte stations. De regering benadrukt echter dat dit niet betekent dat lijnen of stopplaatsen helemaal worden opgeheven.

Er wordt ook nagedacht over een mogelijke uitbreiding van de spoorverbindingen naar luchthavens en havens. Het doel is om tegen 2030 het goederenvolume dat per spoor wordt vervoerd te verdubbelen via belangrijke hubs zoals Antwerpen, Gent, Luik en Charleroi en de stations Brussel Noord en Brussel Zuid. Bovendien zouden nachttreinen het gemakkelijker kunnen maken voor werknemers en passagiers om naar luchthavens te reizen.

Luchtverkeer

De regering erkent het economische belang van Brussel-Nationaal-Luchthaven en benadrukt de noodzaak van een degelijk beheer. Er zal een werkgroep worden opgericht om wetgeving op te stellen voor het luchtverkeer, met internationale experts uit de buurlanden en het VK, vertegenwoordigers van elke federale entiteit en leden van alle regeringspartijen.

Om de bezorgdheid over de impact van de luchtvaart op het milieu weg te nemen, promoot de nieuwe regering duurzame vliegtuigbrandstoffen en waterstof, terwijl ze overweegt om de belasting op kerosine te verhogen.

Duurzaam vervoer

De bevordering van duurzame mobiliteit is ook een prioriteit. Dit omvat het vergroten van de fietsruimte in treinen zonder de zitplaatsen te verminderen en mogelijk het afschaffen van de extra toeslag voor het meenemen van fietsen tijdens daluren. De regering wil ook “fietssnelwegen” aanleggen op spoordijken. Verder zullen e-bikes en andere gemotoriseerde scooters die een bepaald gewicht en een bepaalde snelheid overschrijden geregistreerd moeten worden, terwijl te kleine of te snelle exemplaren verboden zullen worden. Het verplichte gebruik van helmen wordt ook herzien.

Ambitieus plan voor economische groei en duurzaamheid

De regering-De Wever is van mening dat er aanzienlijke investeringen nodig zijn om de uitdagingen van klimaatverandering en digitalisering aan te pakken. Geopolitieke spanningen die de toeleveringsketens verstoren, onderstrepen het belang van strategische autonomie.

Om deze economische uitdagingen aan te gaan, wil de regering de productiviteitsgroei en de creatie van toegevoegde waarde verhogen. Ze wil de administratieve lasten verminderen en de economische groei stimuleren door de concurrentie te versterken met behoud van sociale bescherming. Er zal een federaal plan worden uitgevoerd om de industriële sector nieuw leven in te blazen. Dit plan zal gebruik maken van federale middelen om het nationale concurrentievermogen te verbeteren door middel van cruciale overheidsinvesteringen, met bijzondere aandacht voor luchthavens en havens als toegangspoorten tot internationale markten.

Industriële wederopbouw en ondernemerschap

“MAKE 2030”, een initiatief voor industriële reconstructie en de ontwikkeling van een circulaire economie, zal worden opgezet. Dit omvat sectorale federaties en samenwerking met regio’s, waarbij een alomvattende aanpak wordt gehanteerd. Naast inspanningen om de industrie nieuw leven in te blazen, wil de federale regering ondernemerschap ondersteunen door kostenverlagingen en gestroomlijnde administratieve procedures. Er zal een “KMO-plan” worden ontwikkeld, waarin sterk de nadruk wordt gelegd op starters. Verder onderzoekt de regering de oprichting van regelvrije testzones om een duidelijke en rechtszekere omgeving te bieden voor opkomende technologieën of de ontwikkeling van nieuwe economische sectoren.

Gebruikersgemak voor burgers

Om het gebruikersgemak van klanten te verbeteren, wil de overheid bepaalde obstakels uit de weg ruimen door betere informatie-uitwisseling en initiatieven zoals overdraagbaarheid van rekeningnummers. Ze streeft er ook naar om de verschillen in de door banken aangeboden spaarrentes te verkleinen. De federale overheid wil ervoor zorgen dat burgers toegang hebben tot contant geld door banken te verplichten voldoende geldautomaten in openbare ruimten te hebben. Daarnaast kan de installatie van deze geldautomaten in commerciële instellingen worden toegestaan.

Landbouwsector

In de landbouwsector wil de overheid het concurrentievermogen vergroten door meer economische, sociale en ecologische duurzaamheid. Een “eerlijke prijs” voor landbouwproducten is gewenst en kleine en middelgrote leveranciers zullen worden beschermd tegen grote kopers. Het plan om het gebruik van pesticiden te verminderen wordt voortgezet. Binnen het kader van Europese vrijhandelsovereenkomsten zal de regering pleiten voor een evenwicht tussen het beschermen van gevoelige landbouwsectoren en het bevorderen van handelsrelaties.

Digitale economie

Er worden maatregelen genomen om greenwashing en phishing tegen te gaan. De regering is ook van plan om geplande veroudering aan te pakken door op Europees niveau te pleiten voor het verlengen van de minimale garantieperiode op bepaalde producten naar drie jaar in plaats van de huidige twee jaar.

Met betrekking tot de digitale economie zal de regering de mogelijkheid onderzoeken om certificering in te voeren voor zowel particuliere als openbare online accounts. Het doel is om elk account te koppelen aan een fysieke of rechtspersoon, zonder het gebruik van pseudoniemen of meerdere accounts te verbieden. Tot slot steunt de regering het bod van België om de Einstein-telescoop te bouwen.

Gezondheidszorg: Groei, specialisatie en focus op geestelijke gezondheid

Het huidige gezondheidsbudget bedraagt 40 miljard euro, waarbij de onderhandelingen zich richten op de “groeinorm”. Deze norm dicteert de procentuele stijging van de uitgaven ten opzichte van het voorgaande jaar, rekening houdend met factoren zoals de vergrijzing. Voor 2025 is de norm vastgesteld op 2,5 procent, daarna twee jaar lang dalend naar 2 procent om vervolgens te stijgen naar 2,6 procent in 2028 en 3 procent in 2029. Het Plan Bureau voorspelt een gemiddelde jaarlijkse groei van 3,3 procent in de uitgaven voor gezondheidszorg voor de komende zittingsperiode.

Een belangrijk aspect van de hervorming van de gezondheidszorg is de voortzetting en voltooiing van de hervormingen van ziekenhuisfinanciering en nomenclatuur. Deze veranderingen zijn bedoeld om opnieuw te definiëren hoe vergoedingen en vergoedingen worden behandeld voor zorgverleners, waardoor de activiteiten van ziekenhuizen mogelijk een nieuwe vorm krijgen. Deze hervormingen, die tijdens de vorige legislatuur door Frank Vandenbroucke werden geïnitieerd, geven voorrang aan rationalisatie. Dit betekent dat bepaalde ziekenhuisprocedures zullen verschuiven van een vergoeding per procedure naar een model op basis van aandoening, wat ook gevolgen heeft voor de vergoeding van het personeel.

Andere belangrijke hervormingen in de gezondheidszorg

Een ander aandachtspunt is het verbeteren van de specialisatie van ziekenhuizen. De regering wil overbodige diensten van geografisch dicht bij elkaar gelegen faciliteiten verminderen, een concept dat eerder werd onderzocht tijdens de ambtstermijn van Maggie De Block (2014-2019).

De regering heeft een plan opgesteld om langdurig zieken te re-integreren in het arbeidsproces, gericht op meer dan 500.000 Belgen. De onderhandelaars stellen een responsabiliseringssysteem voor met zowel sancties als stimulansen voor werkgevers, artsen, patiënten en mutualiteiten. Artsen zouden optreden als coördinator voor personen die langer dan twee maanden arbeidsongeschikt zijn en als contactpunt tussen bedrijfsartsen en consultatiebureau-artsen.

Ondersteunende zorgverleners en werkgevers

Voor primaire arbeidsongeschiktheid die langer duurt dan de periode van gegarandeerd loon, stelt de regering een bijdrage van 30 procent voor van werkgevers (met uitzondering van KMO’s) aan de schadeloosstelling van INAMI voor deze groep. Dit vervangt bestaande sancties voor bedrijven met een hoog percentage langdurig ziekteverzuim. Voor onderlinge maatschappijen zal een deel van hun operationele financiering afhangen van hun succes bij de re-integratie van langdurig zieke personen.

De overheid wil “conventionning” (werken binnen een gereguleerd gezondheidszorgsysteem) aantrekkelijker maken voor zorgverleners, waarbij de kloof tussen geconventioneerde en niet-geconventioneerde artsen groter wordt ten gunste van de eerstgenoemden. Op dit moment houdt 86,26 procent van de artsen zich aan de officiële tarieven.

Geestelijke gezondheid, apotheken en mutualiteiten

Met betrekking tot de geestelijke gezondheid, een cruciaal gebied na de pandemie, wil de regering de toegang tot geestelijke gezondheidszorg verbeteren. Dit omvat mogelijk accreditatie voor verschillende beroepen in de geestelijke gezondheidszorg en het behoud van volledige vergoeding voor eerstelijns psychologische zorg tot 23 jaar. De regering wil echter voorkomen dat “alle vormen van geestelijk ongemak” worden gepathologiseerd.

Apotheken staan op het punt een grotere rol op zich te nemen en de druk op de gezondheidszorg te verlichten door het aantal beschikbare zorgverleners en hun mogelijkheden uit te breiden. Hun bestaande rol in de griepvaccinatie zal worden versterkt en mogelijk worden uitgebreid naar algemene vaccinaties, ondanks het verzet van de medische vakbond.

Mutualiteiten zullen onder deze regering te maken krijgen met nieuwe beperkingen, met name een verbod op politieke propaganda.

Nieuwe consumentenbescherming en economische maatregelen

Consumentenbescherming is een ander belangrijk aandachtspunt. In sectoren als banken, verzekeringen, energie en internetdiensten streeft de regering naar meer duidelijkheid bij de facturering, eenvoudiger overstappen tussen aanbieders en betere compensatie in geval van storingen. Het doel is om concurrentie te bevorderen en de belangen van consumenten te beschermen.

Verder wil de regering de inkomenskloof tussen mensen die werken en mensen met een uitkering overbruggen, met als doel een verschil van 500 euro. Dit is bedoeld om de werkgelegenheid aan te moedigen, de economie te stimuleren en uiteindelijk de koopkracht te verhogen.

Maatregelen voor specifieke sectoren

In het bankwezen zullen de overstapprocessen worden vereenvoudigd, met betere informatie voor de klant over de beschikbare opties. Daarnaast zal er een wettelijk kader komen voor het netwerk van agentschappen van bpost om basisbankdiensten aan te bieden, om de afname van fysieke toegang tot kantoren tegen te gaan.

Energierekeningen zullen bijvoorbeeld transparanter worden met beter vergelijkbare tarieven. Contracten met een vast tarief worden gemaximeerd op twee jaar, waarbij de beëindigingskosten worden berekend naar rato van de resterende contractduur. Voor telecommunicatie- en internetdiensten worden de prijzen gelijkgetrokken met die van de buurlanden. Als de dienstverlening wordt onderbroken, worden de compensatievoorwaarden versoepeld en hangt het bedrag af van de geleden schade, zoals reiskosten of de onmogelijkheid om streamingdiensten te gebruiken.

In de vastgoedsector wordt de bescherming van kopers versterkt. Er zullen verplichte opschortende voorwaarden gelden bij de aankoop van onroerend goed, waarmee een einde komt aan de in Brussel gangbare praktijk waarbij verkooptoezeggingen worden gedaan zonder dergelijke clausules. Dit zorgt ervoor dat contracten automatisch afhankelijk zijn van het verkrijgen van het benodigde krediet. Het energieprestatiecertificaat voor onroerend goed wordt toegankelijker en de kredietvoorwaarden kunnen worden versoepeld voor gebouwen met goede energieprestaties. Energie-efficiëntie wordt een risicomanagementfactor voor banken.

Er worden ook inspanningen geleverd om oplichting via verschillende platforms – online, telefonisch en persoonlijk – tegen te gaan. Expliciete toestemming (opt-in) wordt vereist voor commerciële gesprekken. Er komen regels voor beïnvloeders op sociale media, huis-aan-huisverkoop wordt nauwlettender in de gaten gehouden en banken moeten hun maatregelen tegen phishing-aanvallen aanscherpen.

Het reguleren van bepaalde beroepen en de economie

De overheid is van plan om bepaalde beroepen strenger te reguleren. De notarissector zal naar verwachting evolueren met nieuwe wettelijke tarieven, veranderende honorariumstructuren, quota’s voor kandidaten en beperkingen voor de locatie van activiteiten. Er zal een rapport van het Prijzenobservatorium worden besteld.

Voor boeren en tuiniers zal het Prijzenobservatorium, in samenwerking met de regio’s, de boerenbond en de economische inspectie, hen helpen bij prijsonderhandelingen. Het Prijzenobservatorium wordt versterkt, net als de samenwerking met de Economische Inspectie. Deze laatste zal meer bevoegdheden krijgen, waaronder het geven van waarschuwingen voor wijdverspreide onethische of misleidende praktijken en het dwingen van overtreders om consumenten te compenseren voor bewezen schade.

Tot slot wordt een verlaging van de belastingen op verpakkingen voorgesteld om grensoverschrijdend winkelen door Belgen die producten tegen lagere prijzen kopen in buurlanden zoals Frankrijk en Luxemburg, tegen te gaan. Deze strategie is gericht op goederen zoals water waar de prijzen in België aanzienlijk hoger liggen. Belastingen op koffie, thee en suikervrije dranken zullen worden afgeschaft.

Radicaal hervormingsplan: Afschaffing van de senaat, bevriezing van de financiering en regionale autonomie

Een van de meest prominente institutionele hervormingen zal de afschaffing van de Senaat zijn. Door verschillende staatshervormingen is de invloed van de Senaat in de loop der tijd aanzienlijk afgenomen. De nieuwe coalitie wil dit proces afronden door de senaat volledig af te schaffen. Aan het begin van de zittingsperiode zullen de administratieve diensten van zowel de Senaat als de Kamer van Afgevaardigden worden geconsolideerd. De huidige senatoren zullen de laatste leden van de Senaat zijn. In principe zullen er na de volgende parlementsverkiezingen alleen nog vertegenwoordigers in de Kamer van Volksvertegenwoordigers in het federale parlement zitten.

Hervorming van financiering en vertegenwoordiging

Bovendien zal de ontslagvergoeding voor vertrekkende afgevaardigden worden teruggebracht tot de maximale duur, die nu is vastgesteld op 52 weken. De partijfinanciering zal tijdens de hele zittingsperiode worden bevroren. De nieuwe coalitie is van mening dat de opeenvolgende hervormingen sinds 1970, die België hebben omgevormd tot een federale staat, verdere aanpassingen vereisen. Een belangrijke doelstelling is om beter rekening te houden met de rol en invloed van de Gewesten en Gemeenschappen.

Regionale autonomie en feestdagen

Op het vlak van diplomatie en buitenlandse handel bijvoorbeeld, benadrukte De Wever in zijn nota’s dat de Belgische vertegenwoordiging in het buitenland de positie van deze entiteiten niet voldoende weerspiegelt. In de spoorwegsector zal worden overwogen om de gewesten in staat te stellen extra investeringen te doen in spoorlijnen. Daarnaast kunnen gewesten de bevoegdheid krijgen om een regionale feestdag uit te roepen. 11 juli zou bijvoorbeeld een feestdag kunnen worden in Vlaanderen. Omgekeerd zou de wettelijke feestdag op 15 augustus worden afgeschaft.

Plan voor de hervorming van het openbaar bestuur

De nieuwe regering heeft verschillende plannen geschetst om de overheidsadministraties en federale overheidsdiensten (SPF) te hervormen. Deze initiatieven omvatten het samenvoegen of integreren van SPF, het overdragen van competenties tussen SPF en het opheffen van scheidingen binnen de diensten. Het doel is om samenwerking te bevorderen, waarbij de SPF waar mogelijk samenwerken in plaats van onafhankelijk. Deze aanpak zal naar verwachting aanzienlijke besparingen opleveren: naar schatting 25 miljoen euro aan het begin van de zittingsperiode, oplopend tot 150 miljoen euro aan het eind.

Efficiëntie en digitalisering verhogen

Een belangrijk aandachtspunt is het vergroten van de digitalisering binnen overheidsdiensten. De overheid streeft ernaar dat alle interacties tussen burgers en bedrijven met overheidsdiensten digitaal verlopen. Er zullen echter alternatieve niet-digitale oplossingen worden gegarandeerd voor degenen die geen toegang hebben tot technologie. Om de kosten verder terug te dringen is de overheid van plan om externe advisering door SPF te beperken. Hoewel consultants kunnen worden ingeschakeld voor projecten op hoog niveau op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën (ICT), zal de voorkeur worden gegeven aan intern personeel voor routinetaken en onderhoud.

Regie der Gebouwen: Een nieuw tijdperk van efficiëntie

De werking van de Regie der Gebouwen wordt ook gereorganiseerd. De dienst moet efficiënter worden in het beheer van zijn vastgoedportefeuille, wat moet leiden tot aanzienlijke kostenbesparingen. Voorspelde cijfers geven potentiële besparingen aan van 25 miljoen euro aan het begin van de legislatuur en 250 miljoen euro tegen 2029. Deze herstructurering houdt in dat het telewerken wordt voortgezet om de behoefte aan kantoorruimte met 15 procent te verminderen en dat er een versneld proces zal zijn voor de herindeling of verkoop van ongebruikte activa.

Hervormingen van het rechtssysteem

De nieuwe federale regering heeft haar prioriteiten voor het rechtssysteem uiteengezet in een verklaring, waarin de nadruk ligt op het herstel van het vertrouwen van het publiek. Om dit doel te bereiken moeten de autoriteiten de rechtsstaat handhaven. Terwijl de regering van plan is om de bestaande wetgeving te versterken, vooral met betrekking tot drugshandel, zal ze ook de rechten van slachtoffers en getuigen verbeteren en de capaciteiten van het rechtssysteem versterken.

Veranderingen in de justitiële sector doorvoeren

Om haar doelstellingen te bereiken voert de regering een uitgebreid programma uit dat gericht is op het geven van meer autonomie aan de justitiële sector. Dit omvat een nieuw masterplan voor gevangenissen om de overbevolking aan te pakken. Het plan omvat de bouw van modulaire gevangenisfaciliteiten en het onderzoeken van samenwerkingsverbanden met Europese landen voor het huisvesten van bepaalde gevangenen. De regering overweegt ook om gevangenissen in het buitenland te leasen voor personen die veroordeeld zijn voor ernstige misdrijven en een onregelmatige status hebben, waarbij ze na afloop van hun straf terugkeren naar hun eigen land.

Rationalisatie van justitieel vastgoed en bevordering van digitalisering

Verder wil de regering het bestaande justitiële vastgoed rationaliseren door gerechtelijke procedures mogelijk te maken in openbare gebouwen zoals gemeentehuizen. Het programma wil ook verschillende aspecten van de Belgische justitie nieuw leven inblazen door middelen toe te wijzen aan lopende digitaliseringsinspanningen en de aantrekkelijkheid van het beroep van magistraat te vergroten, dat momenteel kampt met een tekort aan kandidaten.

Versterking juridisch kader en implementatie strengere straffen

Naast deze initiatieven is de regering van plan om haar juridisch kader op verschillende gebieden te versterken. Dit omvat het opleggen van strengere straffen voor misdrijven met betrekking tot drugs, belastingfraude, het witwassen van geld, seksuele misdrijven en kindermisbruik door georganiseerde criminele groepen. Voor recidivisten stelt de regering voor om de minimale gevangenisstraf te verhogen van tweederde naar viervijfde voor degenen die na eerdere veroordelingen zijn veroordeeld voor ernstige misdrijven.

Het zero tolerance beleid zal worden versterkt tegen geweld en bedreigingen gericht tegen personen die essentiële sociale rollen vervullen, zoals politieagenten, brandweerlieden en leraren. De criteria voor denaturalisatie worden ook uitgebreid naar individuen die veroordeeld zijn voor moord of overtredingen die te maken hebben met de openbare zedelijkheid, maar ook naar degenen die betrokken zijn bij georganiseerde misdaad en een cruciale rol hebben gespeeld.

De regering zal terugkerende terroristische strijders aanpakken door te proberen te voorkomen dat ze opnieuw Belgische bodem betreden. Het plan is om voorrang te geven aan processen in de landen waar de misdrijven plaatsvonden en alleen processen in België te overwegen als lokale procedures onmogelijk zijn. Er zal tevens een garantiefonds voor slachtoffers van terrorisme worden opgericht om onmiddellijke steun te verlenen.

Andere voorgestelde wijzigingen

De regering voert verschillende andere maatregelen in, waaronder het opnemen van “doodslag door een voertuig” in het wetboek van strafrecht om bestuurders die veroordeeld zijn voor het veroorzaken van de dood onder invloed van alcohol of drugs strenger te straffen. Daarnaast wordt het omzeilen van elektronische bewakingsarmbanden een strafbaar feit. Tot slot wordt de leerplichtige leeftijd verlaagd van vijf naar drie jaar.

Plan om armoede en sociale uitsluiting aan te pakken

In België is een aanzienlijk aantal mensen kwetsbaar voor armoede. Statistieken geven aan dat 2,1 miljoen mensen het risico lopen om in armoede te vervallen en 18,2 procent van de Belgische bevolking is vatbaar voor armoede of sociale uitsluiting. De regering De Wever heeft haar strategie uitgestippeld om deze zorgwekkende cijfers te bestrijden en legt daarbij de nadruk op de (re)integratie van mensen in precaire situaties in het arbeidsproces.

Aantrekkelijke werkgelegenheid verhogen

Een centrale doelstelling is het aantrekkelijker maken van werk door het financieel aantrekkelijker te maken. Dit was een prominente campagnebelofte, met als doel een verschil van 500 euro tussen het inkomen van mensen met een baan en mensen met een werkloosheidsuitkering. Daarnaast wil de regering ontvangers van sociale bijstand mondiger maken door verantwoordelijk budgetbeheer te stimuleren. Om dit te bereiken kan financiële hulp worden omgezet in materiële hulp, waardoor instellingen zoals OCMW’s fondsen kunnen gebruiken voor specifieke doeleinden.

Bestrijding van fraude en verbetering van beheer

De regering is ook van plan om fraude binnen het sociale zekerheidsstelsel actief te bestrijden. Het delen van informatie, waaronder bank- en vermogensgegevens, zowel in eigen land als internationaal, zal een belangrijk hulpmiddel zijn bij het identificeren van mogelijke gevallen. In situaties van bewezen fraude zal sociale bijstand worden geweigerd en zullen onterecht ontvangen uitkeringen worden teruggevorderd. De regering De Wever richt zich ook op het verbeteren van het beheer van de OCMW’s. Dit initiatief komt voort uit bezorgdheid over cliëntelisme en wanbeheer binnen specifieke centra.

Verantwoordelijkheid en prestatiegerichte stimulansen

OCMW’s moeten nu meer verantwoording afleggen en zullen onderworpen worden aan een bonus-malussysteem op basis van hun prestaties bij het bijstaan van personen die een integratie-inkomen ontvangen. Er komt een betere controle en strengere straffen voor fraude en misbruik. Succesvolle centra worden beloond, terwijl centra met tekortkomingen boetes of kortingen op subsidies kunnen krijgen.

Wetswijziging abortus te midden van debatten over draagmoederschap en anonimiteit van donoren

Tijdens de onderhandelingen van de Vivaldi-coalitie was cd&v tegen elke verlenging van de wettelijke abortustermijn, die momenteel is vastgesteld op 12 weken na de conceptie. Terwijl Arizona voorstellen overwoog om de limiet te verlengen tot 14 weken en de verplichte wachttijd van zes dagen in te korten, waren er alternatieven om parlementariërs vrij te laten stemmen over alle ingediende wetsvoorstellen. Vooruit, MR en een groeiend deel van de Engagés waren historisch gezien voorstander van dit voorstel, in tegenstelling tot cd&v en N-VA die pleitten voor het behoud van de status quo. In de laatste fase van de onderhandelingen kwamen de vijf partijleiders overeen om de wet tijdens de huidige zittingsperiode te wijzigen, hoewel specifieke details nog niet bekend zijn gemaakt.

Ondersteunde voortplanting en draagmoederschap

Tijdens de onderhandelingen in Arizona kwam ook de anonimiteit van sperma- en eiceldonoren ter sprake. Het voorstel suggereerde dat het kennen van iemands afkomst cruciaal kan zijn voor de identiteitsvorming van een kind. De overheid verplichtte zich om discrete bevallingen mogelijk te maken, die verschillen van anonieme bevallingen doordat een onafhankelijke organisatie de gegevens van de moeder mag bewaren. Deze informatie zou alleen toegankelijk zijn voor het kind dat op deze manier wordt geboren, zodat ze in de toekomst contact kunnen opnemen met hun biologische moeder.

De regering is van plan een kader op te stellen voor hoogtechnologisch altruïstisch draagmoederschap wanneer er geen genetische band is tussen de draagmoeder en het kind. Deze optie wordt ook uitgebreid naar alleenstaande ouders en LGBTQIA+ koppels. Daarentegen zal commercieel draagmoederschap verboden worden.

Buitenlandse beleidsagenda: Focus op EU-samenwerking, mondiale veiligheid en humanitaire hulp

De Arizona-coalitieregering hanteert een consistente benadering van buitenlands beleid in vergelijking met de vorige regering Vivaldi, waarbij de MR-partij sinds 2011 de portefeuille Buitenlandse Zaken heeft. De nieuwe regering legt de nadruk op verdere samenwerking binnen de Europese Unie en de NAVO en verhoogt de defensiebijdragen tot 2 procent van het BBP in 2029 en 2,5 procent in 2034.

Arizona bevestigt opnieuw zijn inzet voor het handhaven van de internationale rechtsorde, het bevorderen van democratische waarden, het beschermen van mensenrechten en het waarborgen van de rechtsstaat. Met betrekking tot Europese zaken stelt de regering een selectieve aanpak voor van de betrokkenheid van de EU, waarbij wordt gepleit voor actie op gebieden waar dit toegevoegde waarde heeft, met inachtneming van de grenzen van bevoegdheden.

Europese prioriteiten

De Arizona-coalitie dringt er bij de EU op aan om een overeenkomst over concurrentievermogen af te ronden om de productiviteit te stimuleren, investeringen aan te trekken en banen te behouden, waarbij ze zich baseert op het Draghi-rapport. Ze zien de EU als aanjager van economische groei. Terwijl de regering het Europese concurrentievermogen ondersteunt, wil ze overregulering bestrijden en de impact van de Green Deal op de industrie verzachten om een duurzaam concurrentievermogen te garanderen, in lijn met het Europese economische richtlijnen van Ursula von der Leyen.

Verder stelt Arizona hervormingen voor van de cohesiefondsen en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, met de nadruk op strikte naleving van bestaande Europese normen voor geïmporteerde producten, vooral in het licht van vrijhandelsovereenkomsten zoals de Mercosur-overeenkomst. Institutioneel gezien pleit de regering voor meer parlementaire betrokkenheid bij de EU-besluitvorming en meer toezicht van het Europees Parlement op de Commissie. Ze benadrukken ook de blijvende betrokkenheid van sociale partners en vertegenwoordigers van de particuliere sector bij Europese wetgevingsprocessen.

Mondiale veiligheid en humanitaire inspanningen

Over een Europees leger zwijgt de Arizona-coalitie. Ze spreken echter wel hun steun uit voor uitbreiding van de EU met de landen van de Westelijke Balkan, Oekraïne en Moldavië, op voorwaarde dat aan de bestaande criteria wordt voldaan en dat de EU nieuwe leden kan opnemen.

Buiten Europa wil de regering straffeloosheid bestrijden door te zorgen voor effectieve vervolging van oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide. Ze handhaaft de humanitaire en militaire steun aan Oekraïne en versterkt tegelijkertijd de gerichte en effectieve sancties tegen Rusland. De Arizona-coalitie blijft VN-organisaties zoals UNRWA (Palestijnse vluchtelingenorganisatie), IOM (Internationale Organisatie voor Migratie) en UNHCR (VN Vluchtelingenorganisatie) steunen en benadrukt dat ze zich aan de internationale wetgeving houden en hun beleid transparant, efficiënt en verantwoordelijk uitvoeren. Dit standpunt weerspiegelt een mogelijk compromis tussen linkse en rechtse facties tijdens de onderhandelingen.

Regionale conflicten en humanitaire hulp

Het Israëlisch-Palestijnse conflict blijft een punt van discussie, waarbij de regering via de EU een tweestatenoplossing wil steunen die de veiligheid van Israël waarborgt en tegelijkertijd Palestina erkent. Ze stellen verdere sancties voor tegen kolonisten die agressief uitbreiden op de Westelijke Jordaanoever. De regering zet zich in voor humanitaire hulp, wederopbouw en een staakt-het-vuren. Ze verzetten zich tegen alle vormen van antisemitisme en terrorisme en roepen op tot het opheffen van het kunstmatige onderscheid tussen de politieke en militaire vleugels van Hezbollah.

De Arizona-coalitie zal de ontwikkelingssamenwerking voortzetten met de nadruk op duurzame ontwikkeling, waarbij particuliere actoren worden ingezet om de democratie, de rechtsstaat en de veiligheid te ondersteunen. Ze zullen mogelijk hun steun aan bepaalde partnerlanden herzien op basis van hun acceptatie van afgewezen Belgische asielzoekers inclusief veroordeelde criminelen.

Klimaatactie en economische groei

De vijf partijen die de Arizona-coalitie vormen benadrukken dat een sterk milieubeleid essentieel is voor duurzame economische groei. Ze geloven dat een ambitieus klimaatplan hand in hand gaat met een ambitieus industrieel en economisch beleid.

Als Arizona zijn verplichtingen nakomt met betrekking tot de Overeenkomst van Parijs, de Montreal Biodiversiteitsovereenkomst, de Green Deal en Europese doelen zoals netto nul emissies in 2050 en een reductie van 55 procent in broeikasgasemissies in 2030 ten opzichte van 1990, dan zal dat geen economische krimp of matiging met zich meebrengen. In plaats daarvan zullen budgettaire beperkingen en de financiële mogelijkheden van burgers en bedrijven bepalen hoe deze ambities worden gerealiseerd.

Kerninitiatieven

Arizona trekt de Europese Green Deal niet in twijfel, maar pleit voor een concurrentiepact ernaast, ter bevordering van meer economische groei, minder regelgeving, meer innovatie en het creëren van banen in heel Europa. Deze aanpak legt de nadruk op stimuleringsmaatregelen in plaats van strafmaatregelen en vereist een wetenschappelijk onderbouwde en realistische strategie om de economie koolstofvrij te maken en het verbruik te optimaliseren.

Samenwerking met de regio’s is essentieel en wordt vergemakkelijkt door het feit dat dezelfde partijen op zowel regionaal als nationaal niveau regeren. Er worden fiscale instrumenten ingezet om milieuvriendelijke praktijken aan te moedigen.

Er geldt een verlaagd btw-tarief van 6 procent voor sloop- en verbouwprojecten voor iedereen, inclusief professionals. De btw op de installatie van warmtepompen wordt voor de komende vijf jaar verlaagd van 21 procent naar 6 procent, terwijl voor de installatie van ketels op fossiele brandstoffen de btw stijgt van 6 procent naar 21 procent. De btw op kolen stijgt van 12 procent naar 21 procent en een uniforme belasting op vliegreizen van 5 euro per persoon per ticket vervangt de eerdere gedifferentieerde tarieven. Verder wil Arizona een kerosinetaks invoeren op Europees en internationaal niveau. Ook willen ze de internationale treinverbindingen tussen de Brusselse hogesnelheidstreinstations en Zaventem Airport verbeteren en de luchthaven van Charleroi per spoor ontsluiten.

Energie-Klimaatplan en Investeringen

Het Nationaal Energie-Klimaatplan voor 2030 zal worden herzien, rekening houdend met de economische realiteit, het concurrentievermogen van de bedrijven, de Europese doelstellingen en de koopkracht van de burgers. Onder deze regering zal ook een nieuw plan voor 2031-2040 worden geïnitieerd. Het doel is om besparingen te mobiliseren voor duurzame projecten en het goede voorbeeld te geven door federale eigendommen, voertuigen en aanbestedingspraktijken milieuvriendelijker te maken.

Investeringsaftrek voor bedrijven die investeren in energietransitie en klimaatactie zal worden verbeterd. De winning van essentiële grondstoffen zoals zeldzame metalen binnen Europa wordt gezien als een kans om te voldoen aan de eisen van een meer geëlektrificeerde samenleving.

Circulaire economie en herstel

Op het gebied van consumptie is België gepositioneerd om een Europese leider te worden in de principes van de circulaire economie. De nadruk zal worden gelegd op de repareerbaarheid van producten en de bewustmaking van de milieu-impact van onnodige leveringen. De federale overheid zal pleiten voor een geleidelijke stopzetting van het gebruik van PFAS in heel Europa. Er wordt ook een toezegging gedaan om tegen 2050 20 procent van de zeegebieden in de Noordzee te herstellen.

Nieuwe regering zet in op kernenergie en windenergie op zee om te voldoen aan de stijgende vraag naar energie

België staat voor een grote energie-uitdaging. Volgens Elia, de netbeheerder, zal de vraag naar elektriciteit tegen 2050 verdubbeld zijn. Om dit aan te pakken en te voorkomen dat we voor energie afhankelijk zijn van andere landen, terwijl we betaalbaarheid en duurzaamheid garanderen, zet de nieuwe coalitieregering in op binnenlandse productie.

Dit houdt ook in dat bepalingen uit de wet van 2003 over de geleidelijke afschaffing van kernenergie worden ingetrokken. Hoewel twee van de zeven Belgische reactoren volgens de huidige planning tot 2035 operationeel zullen blijven, is de regering van plan alle nodige stappen te ondernemen om deze bestaande eenheden te verlengen. Reactoren Doel 4 en Tihange 3, die al verlengd zijn tot 2035, kunnen mogelijk nog tien jaar langer in bedrijf blijven.

Initiatieven voor hernieuwbare energie

De regering is ook van plan om de bouw van nieuwe kernreactoren te onderzoeken. Naast kernenergie is windenergie op zee een belangrijk onderdeel van de toekomstige energiemix van België. De coalitie wil het potentieel onderzoeken om windturbines te installeren buiten de Belgische territoriale wateren. Daarnaast zijn ze voorzichtig met de kosten van het eiland-energieproject, waarvan het budget aanzienlijk is gestegen.

Streefcijfer militaire uitgaven verhoogd bij geopolitieke onzekerheid

De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) dringt er bij haar Europese lidstaten voortdurend op aan om hun militaire uitgaven te verhogen. Deze oproep komt voort uit een overeenkomst uit 2006 waarin de NAVO-ministers als doel stelden dat ten minste 2 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP) van een land aan defensie moet worden besteed, zodat er voldoende operationele capaciteit binnen het bondgenootschap is.

België voldoet momenteel niet aan deze norm en besteedt volgens recente NAVO-cijfers slechts 1,3 procent van zijn BBP aan defensie. Het land behoort tot de landen met de laagste uitgaven in de alliantie, naast slechts drie andere landen. De vorige regering onder Alexander De Croo deed echter een poging door te streven naar 1,54 procent van het BBP in 2029. De nieuwe regering wil nog verder gaan en streeft naar 2 procent van het BBP in 2029 en 2,5 procent in 2034. Deze ambitie weerspiegelt de wens om een modelbondgenoot te worden in het licht van de huidige geopolitieke instabiliteit, de oorlog in Oekraïne en de zorgen over de trans-Atlantische betrekkingen onder het nieuwe Amerikaanse voorzitterschap.

Het doel van 2 procent defensie-uitgaven bereiken

Het is vermeldenswaard dat NAVO secretaris-generaal Mark Rutte heeft gesuggereerd dat 2 procent van het BBP misschien niet voldoende is om de veiligheid van de NAVO-lidstaten in de toekomst te garanderen. Deze uitspraak werd gedaan tijdens een recente toespraak tot het Europees Parlement.

Uitvoering en financiering

De verhoogde militaire uitgaven zouden vooral gericht zijn op het voortzetten van de toezegging van de vorige regering om het defensiepersoneel uit te breiden. Het “STAR” plan had als doel om tegen 2030 terug te keren naar 29.000 actieve militairen, een aanzienlijke stijging ten opzichte van het dieptepunt van 26.000 dat in 2021 werd bereikt. Daarnaast zijn er investeringen gepland voor een geavanceerd luchtverdedigingssysteem, nieuwe straaljagers, upgrades van wapens en uitbreiding van de dronevloot. De aankoop van een derde fregat staat ook op de agenda.

Financiering

Om deze ambitieuze plannen te financieren, is de regering van plan om aanzienlijk meer middelen toe te wijzen aan de defensiesector. Dit zou inhouden dat middelen van andere departementen worden overgeheveld en dat er een speciaal fonds wordt opgericht. Dit fonds zou gedeeltelijk gefinancierd kunnen worden door de verkoop van staatsactiva, waaronder aandelen in overheidsbedrijven zoals Proximus en bpost, en belangen in banken zoals BNP-Paribas Fortis na de bankencrisis.

Versterking van de reservestrijdkrachten

Naast het verhogen van het actieve personeel, wordt er ook aandacht besteed aan het versterken van de reservisten. Hoewel de rekrutering voor reservisten in 2024 achterbleef bij de verwachtingen, wil de regering een sterk en inzetbaar reservesysteem opzetten, met zowel fulltime als parttime personeel. Dit houdt in dat er duidelijke richtlijnen, hoogwaardige uitrusting en een gedefinieerde status voor reservisten moeten komen. Het plan maakt onderscheid tussen een gevechtsreserve, geïntegreerd in actieve eenheden, en een territoriale verdedigingsreserve, die nationale inspanningen kan ondersteunen tijdens noodsituaties of de bescherming van kritieke infrastructuur.

Training en vrijwillige dienst

Het is de bedoeling dat de jaarlijkse training bestaat uit speciale verlofdagen die reservisten bij hun werkgevers kunnen aanvragen, met mogelijke compensatiemechanismen voor bedrijven. Er wordt ook een vrijwillig dienstplichtprogramma van 12 maanden voorgesteld als alternatief voor de huidige burgerdienst voor jongeren.

Militaire pensioenen

Een mogelijk controversieel onderwerp ten slotte is de hervorming van militaire pensioenen. Net als bij spoorwegpersoneel en politieagenten is het de bedoeling dat militairen hun pensioenen harmoniseren in verschillende sectoren, waaronder particuliere werknemers, ambtenaren en zelfstandigen. Dit zou gevolgen kunnen hebben voor categorieën die momenteel profiteren van preferentiële pensioenregelingen met eerdere toegang dan de algemene beroepsbevolking. De huidige pensioengerechtigde leeftijd van 56 jaar voor militair personeel wordt momenteel herzien en kan vanaf 2027 jaarlijks geleidelijk met een jaar worden verhoogd. De regering erkent de legitieme verwachtingen van degenen die bijna met pensioen gaan, maar stelt overgangsmaatregelen voor en zorgt ervoor dat militairen de mogelijkheid behouden om vervroegd met pensioen te gaan op basis van bestaande carrière- en leeftijdscriteria. Het plan benadrukt ook de erkenning van de unieke aard van militaire dienst, waarbij bijdragen aan externe missies en operationele eenheden worden gewaardeerd.

Politiehervorming richt zich op academische training en lokale versterking

De nieuwe regering voert een hervorming van de politietraining door, gericht op een langere en meer academische aanpak in samenwerking met universiteiten en middelbare scholen. De strijd tegen drugshandel blijft centraal staan in de veiligheidsstrategie van het land. Het Directoraat-Generaal voor Drugs zal worden versterkt en er zal een nieuw Federaal Kanaalplan worden geïmplementeerd, naast een speciale onderzoeksdienst voor financiële criminaliteit.

Prioriteren van lokale politiekorpsen

De federale politie ziet verschuivingen in haar verantwoordelijkheden, die worden omschreven als een heroriëntatie van belangrijke missies. Lokale politiekorpsen krijgen meer geld en worden aangemoedigd om te fuseren met het oog op kostenefficiëntie. In het Brussels Gewest wil de federale overheid de zes bestaande politiezones samenvoegen tot één enkele eenheid.

Financiële toezegging

Deze herstructurering gaat gepaard met een financiële toezegging: 70 miljoen euro in de komende twee jaar specifiek toegewezen aan politie. Tegen 2029 zal er naar verwachting 160 miljoen euro extra worden toegevoegd aan het veiligheidsbudget.

Migratiebeleid: De instroom verminderen en de asielprocedures versterken

De nieuwe regering wil een strenger migratiebeleid voeren, met de nadruk op het verminderen van het aantal aankomsten in België en het controleren van de asielprocedures. Dit houdt in dat ze pleit voor een strenger Europees migratiepact en ervoor zorgt dat het Belgische asielbeleid niet ruimhartiger lijkt dan dat van de buurlanden.

Om dit te bereiken wil de regering de ontmoedigingscampagnes gericht op potentiële asielzoekers versterken en moderniseren, terwijl ook verschillende procedures worden aangescherpt en elke vorm van misbruik wordt bestreden.

Invoering van nieuwe maatregelen

Als onderdeel van deze maatregelen zal automatische toegang tot de telefoons van asielzoekers worden toegestaan voor identificatiedoeleinden en verificatie van hun verhalen. Niet meewerken kan leiden tot afwijzing van hun aanvraag. Verder zullen asielzoekers voortaan worden gehuisvest in collectieve centra, ter vervanging van het eerdere systeem van noodopvang in hotels of individuele huisvesting door lokale initiatieven.

Verwacht wordt dat de verminderde toestroom de capaciteit die nodig is voor de opvang van asielzoekers aanzienlijk zal doen afnemen. Het verkrijgen van de Belgische nationaliteit zal duurder worden: de kosten zullen stijgen van 150 naar 1000 euro.

Hervorming van de vluchtelingenstatus en subsidiaire beschermingsstatus

De regering is ook van plan om het toewijzingssysteem voor personen met een vluchtelingenstatus of subsidiaire beschermingsstatus te hervormen. Het leidende principe is om sociale steun alleen te geven na een bijdrage aan het systeem. “Toekomstige nieuwkomers moeten nu 5 jaar wachten voordat ze in aanmerking komen voor sociale bijstand,” staat in de overeenkomst. De integratie-uitkering die automatisch wordt toegekend aan erkende vluchtelingen zal worden onderworpen aan strengere voorwaarden, waaronder verplichte deelname aan een integratieprogramma. Als de voorwaarden niet worden nageleefd, wordt het bedrag van de uitkering verlaagd.

De regering De Wever wil ook het terugkeerbeleid versterken door het aantal beschikbare plaatsen in gesloten centra tijdens de huidige zittingsperiode te verdubbelen. De Dienst Vreemdelingenzaken zal, met de hulp van de politie, de woningen kunnen bezoeken van personen die illegaal in België verblijven om hun uitzetting te vergemakkelijken. Voor deze huisbezoeken, die eerder werden voorgesteld onder de regering Michel, is toestemming nodig van een onderzoeksrechter.

Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!