Turkije en de Europese Unie zijn mogelijk op weg naar een nieuwe vorm van samenwerking. Dat zegt Stuart Williams, hoofd van het bureau van Agence France Presse (AFP) in Istanboel.
Gedurende vijftig jaar werd over een Turks lidmaatschap van de Europese Unie onderhandeld. Volgens Williams lijkt men eindelijk te beseffen dat beter voor een alternatieve oplossing kan worden gekozen. Daarbij lijkt een hechtere samenwerking in een aantal specifieke sectoren prioriteit te krijgen over een volledige Europese integratie van Turkije. “De relaties tussen Turkije en de Europese Unie bereikten vorig jaar een absoluut dieptepunt,” aldus Stuart Williams. “De procedures rond het Turkse lidmaatschap van de Europese Unie werden afgebroken. Bovendien beschuldigde de Turkse president Recep Tayyip Erdogan een aantal belangrijke Europese lidstaten, waaronder Duitsland, van nazistische gedrag.” “Het nieuwe jaar lijkt echter in een nieuwe geest te zijn gestart. Erdogan bracht een bezoek aan Parijs, terwijl zijn eerste minister op missie naar Duitsland werd gestuurd. Tegelijkertijd hebben ook verscheidene Europese leiders opgeroepen tot een nieuwe geest van realisme.” “Men beseft aan beide kanten dat de procedures voor de aansluiting van Turkije bij de Europese Unie zijn vastgelopen en ook niet vlug opnieuw zullen kunnen worden hernomen,” zegt Asli Aydintasbas, analist bij de European Council on Foreign Relations (ECFR). “Er wordt dan ook vooral gestreefd naar de uitbouw van een nieuw format en een transactionele relatie met de lidstaten van de Europese Unie. Daarbij zal mogelijk een grotere focus worden gelegd op handel.” Ook Ekaterina Zaharieva, minister van buitenlandse zaken van actueel Europees voorzitter Bulgarije, stelde dat met Turkije realistische gesprekken moeten worden opgestart zonder de problemen te verbergen.
Brexit
Marc Pierini, docent van Carnegie Europe en voormalig ambassadeur van de Europese Unie in Turkije, zegt dat het land door zijn acties zelf gekozen heeft om niet langer aan de toetredingscriteria te voldoen. Hij wijst daarbij op het onvermogen van Turkije om aan de vereisten van de rechtstaat te voldoen. Een streven naar een politiek bondgenootschap moet volgens Pierini dan ook worden ingeruild tegen een relatie tussen partners die op een aantal specifieke vlakken samenwerken. Dat kan volgens hem onder meer op het gebied van handel, vluchtelingen en de strijd tegen terrorisme. Sedat Ergin, columnist van de Turkse krant Hurriyet, heeft het over een coöperatie met een aantal gemeenschappelijke belangen. Omer Celik, Turks minister van Europese zaken, zegt echter dat zijn land dergelijke voorstellen als een belediging bestempelt. Turkije zal volgens hem nooit een status van tweede rang aanvaarden. “Turkije had gehoopt op de uitbouw van een hechte relatie met de Amerikaanse president Donald Trump,” zegt Williams echter. “Die ambities werden echter door een aantal incidenten en meningsverschillen zware beschadigd.” “Tegelijkertijd beseft Turkije dat pragmatische partnerships met traditionele rivalen Iran en Rusland bijzonder delicaat blijven. Bovendien wordt met argwaan gekeken naar de plannen van de Saudische kroonprins Mohammed bin Salman.” Belangrijk is volgens Williams ook dat de Europese Unie voor Turkije nog altijd de grootste handelpartner blijft. Turkije betekent voor de Europese Unie zelf ook nog altijd de vierde grootste exportmarkt en de vijfde grootste importmarkt. Sigmar Gabriel, Duits minister van buitenlandse zaken, heeft eerder al aangevoerd dat de brexit een model zou kunnen zijn voor de toekomstige relaties tussen Turkije en de Europese Unie. “Turkije stelt zich duidelijk warmer op tegenover de Europese Unie dan in het verleden,” besluit Asli Aydintasbas. “Bovendien doen de Turkse leiders inspanningen om zich van scherpe taal en beschuldigingen te distantiëren.” (mah)