Key takeaways
- De olieprijzen daalden door de escalerende handelsspanningen tussen de VS en China.
- De verzwakkende Chinese economie droeg bij aan lagere olieprijzen, omdat de vraag van ’s werelds grootste verbruiker van ruwe olie zijn hoogtepunt heeft bereikt.
- Onzekerheid over het monetaire beleid van de Amerikaanse Federal Reserve woog ook op de olieprijzen.
De olieprijzen daalden vrijdag door de escalerende handelsspanningen tussen de Verenigde Staten en China, in combinatie met zorgen over een vertragende Chinese vraag naar ruwe olie. Brent crude futures voor levering in april daalden met 1,03 procent en kwamen uit op 72,81 dollar per vat, terwijl West Texas Intermediate (WTI) voor dezelfde maand met 0,84 procent daalde en sloot op 69,76 dollar per vat.
President Trump kondigde een extra tarief van 10 procent aan op Chinese import vanaf 4 maart, na een soortgelijke heffing eerder in februari. Deze stap werd beantwoord met vergeldingsdreigingen uit Beijing, dat beloofde om “alle nodige tegenmaatregelen” te nemen, waardoor de angst voor een verdere escalatie in de handelsoorlog tussen de VS en China en de mogelijke impact daarvan op de wereldwijde economische groei toenam.
Verzwakkende Chinese economie
De druk op de olieprijzen wordt nog verhoogd door de verzwakkende Chinese economie. President Xi Jinping erkende dat China met “moeilijkheden” te kampen heeft, waardoor analisten waarschuwen dat als de vraag van ’s werelds grootste ruwe olieconsument al zijn hoogtepunt heeft bereikt, het een uitdaging zal zijn om de hogere olieprijzen in de toekomst vast te houden. Op korte termijn wordt verwacht dat de tarieven de economische groei zullen belemmeren, de vraag naar energie zullen doen afnemen en vervolgens de prijzen zullen drukken. Deskundigen waarschuwen echter dat deze tarieven op de lange termijn negatieve gevolgen kunnen hebben voor de wereldwijde groei, en mogelijk kunnen leiden tot een handelsoorlog die de inflatie weer aanwakkert en uiteindelijk de olieprijzen opdrijft.
Onzekerheid Amerikaanse Federal Reserve
Bovendien blijft de onzekerheid over het monetaire beleid van de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) de olieprijzen negatief beïnvloeden. Beth Hammack, voorzitter van de Cleveland Fed, uitte haar bezorgdheid over mogelijke opwaartse risico’s voor de inflatievooruitzichten, ondanks optimistische voorspellingen voor een geleidelijke afname van de inflatie tot 2 procent op de middellange termijn. Ook Jeff Schmid, voorzitter van de Kansas City Fed, wees op de aanwezigheid van inflatoire druk en benadrukte dat de toegenomen onzekerheid de economische groei onder druk kan zetten. Als de inflatie stijgt, zou de Fed volgens deskundigen kunnen wachten met het doorvoeren van verdere renteverlagingen. Dit uitstel zal naar verwachting een neerwaartse druk uitoefenen op de olieprijzen.
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!