Geschreven met input van Lombard International Group
Stuart Parkinson, Group CEO, Lombard International Group
Institutionele beleggers blijven nog meer inzetten op duurzame beleggingen en de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN, maar de verschuiving onder (ultra)vermogende particulieren en families (UHNW/HNW) blijkt een van de belangrijkste factoren te zijn die dit proces aansturen. Het is cruciaal dat maatschappelijke groepen die goed op de hoogte zijn van de bredere maatschappelijke en ecologische impact van hun beleggingen, zoals vrouwen en millennials, in belangrijke mate deze verschuiving aansturen. Hierdoor wordt de vermogensbeheersector uitgedaagd om meer aandacht te besteden aan de ontwikkeling van producten en oplossingen die op passende wijze aan hun verwachtingen en eisen voldoen.
De mogelijkheden zijn enorm. In de komende decennia zal naar verwachting zo’n 5,5 biljoen pond worden overgeheveld naar de millennials en de generatie Z. Daarmee krijgen zij de verantwoordelijkheid om hun financiële doelen te bereiken en tegelijkertijd de planeet veilig te stellen voor toekomstige generaties. Alles wijst erop dat ze hiervoor klaar zijn en staan te popelen om die kans te grijpen. Ongeveer één derde van de millennials maakt vaak of uitsluitend gebruik van beleggingen die rekening houden met ESG-factoren, en volgens het Institute for Sustainable Investing van Morgan Stanley is 86% van de millennial-beleggers geïnteresseerd in duurzaam beleggen, of investeren in bedrijven of fondsen die streven naar een marktconform financieel rendement en tegelijkertijd een positieve sociale en/of milieu-impact willen neerzetten.
ESG is hét beleggingsonderwerp dat de afgelopen vijf jaar het meest aan belang heeft gewonnen, zo blijkt uit het tweede jaarlijkse onderzoek van Julius Baer onder UHNWI-adviseurs. Deze trend komt ook uiting in de markt en vorig jaar was een recordjaar voor ESG, met naar schatting 120 miljard dollar die naar duurzame beleggingen is gevloeid, ruimschoots een verdubbeling van de 51 miljard dollar die in 2020 is belegd.
Maar twijfels rond het rendement, greenwashing en een gebrek aan productstandaardisering vormen een hinderpaal. En naarmate duurzaam beleggen meer mainstream wordt, zullen de eisen van de cliënten steeds complexer worden, wat betekent dat het vermogen om de ESG-impact te meten van cruciaal belang is.
De marsrichting is duidelijk, en bedrijven moeten op dit gebied concrete actie ondernemen als zij in de toekomst relevant willen blijven voor hun cliënten en stakeholders. Netto nul doelstellingen komen steeds dichterbij en leiders in de financiële dienstverlening en daarbuiten hebben de opdracht om groei te verzoenen met duurzaamheid, maar de oplossingen blijven complex. De kern van de zaak is dat het succes van een bedrijf in de toekomst afhangt van de vraag of het zowel de interne als externe duurzaamheidsuitdagingen zal kunnen managen. Degene die dat niet doen, lopen eenvoudig het risico dat ze worden ingehaald door hun concurrenten.
Eerlijke pleitbezorgers van duurzaamheid
Bedrijven moeten verder gaan met hun ESG-doelstellingen, en we zien dat ze steeds vaker ter verantwoording worden geroepen door beleggers die ESG als een bedrijfsprioriteit zien in plaats van een leuk extraatje. Maar duurzaamheid intern aanpakken is complexer dan velen willen toegeven. De meeste bedrijven zijn zich bewust van ESG en hebben de voor de hand liggende maatregelen al genomen. Maar wat is de volgende stap? ESG is meer dan alleen maar minder vliegkilometers maken, bijenkorven op het dak zetten en plastic voor eenmalig gebruik in de keuken beperken. Het houdt ook verband met hoe een bedrijf werkt en opereert op wereldschaal, hoe de governance werkt en hoe het gemeenschappen beïnvloedt, wat veel moeilijker is om af te stemmen, uit te voeren en te kwantificeren.
Voorlopig lijken vermogensbeheerders te kiezen voor een activistische aanpak van “eerst dialoog, dan desinvesteren”. Bedrijven worden steeds meer uitgedaagd om een holistische ESG-aanpak te ontwikkelen en te implementeren, een aanpak die niet alleen duidelijk bewijst dat bedrijven hun ESG-positie willen verbeteren, maar ook dat ze ergens naartoe werken en dat goed onderbouwen. Het feit dat de lat steeds hoger gelegd wordt, betekent dat bedrijven zich steeds meer bewust worden van de gevolgen die een lakse houding kan hebben voor hun reputatie, en uiteindelijk voor hun winst en de aandelenkoers.
Terwijl de regelgeving nog in de maak is, met een definitieve Europese taxonomie die nog formeel moet worden goedgekeurd, is er een duidelijk gebrek aan een eenduidige visie en strategie, en moeten bedrijven het landschap nauwkeurig beoordelen, d.w.z. echt begrijpen dat de klimaat- en sociale gevolgen van bedrijfsbeslissingen ongelooflijk complex, genuanceerd, en soms ongrijpbaar zijn.
Hoewel er druk is om waarde te creëren voor hun vele stakeholders en gemeenschappen en de maatschappij hoge verwachtingen koesteren, moeten met name de C-Suite en CEO’s inzien dat het antwoord wellicht niet bij henzelf of hun ervaring ligt. Cruciaal is echter dat leiders nog steeds de toon en het doel van bovenaf aangeven en echte pleitbezorgers zijn voor duurzaamheid binnen hun bedrijf.
De fiduciaire plicht van beleggingsverzekeringen
Van buitenaf bekeken zijn beleggingsverzekeringen de toegangspoort waarlangs een toenemend aantal (ultra)vermogende beleggers en hun adviseurs ervoor kiezen hun ESG-beleggingsstrategieën te activeren. De modus operandi van financiële dienstverleners is aan het verschuiven en beleggers staren zich niet enkel meer blind op financieel positieve resultaten. Om deze nieuwe uitdagingen het hoofd te bieden, moeten bedrijven meer dan ooit een duidelijk authentiek doel voor ogen hebben en zich daaraan houden. Zij moeten waarde creëren voor hun stakeholders, maar zij moeten ook door hen worden gewaardeerd. Hoewel de creatie van langetermijnwaarde voor aandeelhouders zeker van cruciaal belang is, moeten (ultra)vermogende particulieren ook de kans krijgen om actief een duurzame toekomst te smeden door relevante en flexibele beleggingsinstrumenten te ontwikkelen.
De factoren die aan een robuuste ESG-strategie ten grondslag liggen, zoals een duurzaam engagement voor digitalisering, uitmuntende dienstverlening, sterke governance en ethisch zakelijk gedrag, zijn ook nodig om bedrijven duurzaam winst te laten genereren. Hierdoor kunnen de belangen van (ultra)vermogende particulieren worden afgestemd op die van de toekomst. Privébeleggers hebben toegang tot massa’s kapitaal en zijn naar schatting wereldwijd goed voor 42 biljoen dollar. Zij kunnen heel wat verandering in gang trekken, en (ultra)vermogende mensen bevinden zich in een unieke positie om de ESG-missie te helpen opschalen en maatschappelijke doelstellingen en ambities op lange termijn te ondersteunen door privékapitaal aan te trekken. Om deze transitie tot een goed einde te brengen is veel transparantie, keuzevrijheid en vertrouwen nodig.
Conclusie
Door ons bedrijf te laveren langs de externe en interne uitdagingen en kansen die duurzaamheid biedt, heb ik veel geleerd over de duurzaamheidsuitdaging en de stappen die nodig zijn om die zinvol aan te pakken. Aangezien adviseurs proberen te anticiperen op de evoluerende houding en verwachtingen van hun cliënten en daaraan tegemoet te komen, is het van het grootste belang dat zij een antwoord kunnen bieden op deze vragen.
De providers moeten het vertrouwen en de kennis hebben om een open en actieve dialoog over dit onderwerp te voeren met de vertrouwenspersonen en vermogensbeheerders van hun cliënten. Door robuuste en flexibele oplossingen voor vermogens- en successieplanning te ontwikkelen waarmee efficiënt gediversifieerde beleggingsportefeuilles kunnen worden samengesteld, met duidelijk omlijnde en relevante ESG-criteria die correct worden gemeten en gerapporteerd, kunnen ze de toekomst met vertrouwen tegemoet zien.
We zitten midden in een generatie- en maatschappelijke verschuiving die volgens mij grote kansen biedt. Wij hebben het voorrecht dat we op de eerste rij zitten en het duurzamere model mee helpen ontwerpen dat we voor ogen hebben in de toekomst. Beleggingsverzekeringen kunnen zeker relevant zijn voor deze verandering en een krachtige aanjager zijn.