Europa zal zijn doelstellingen voor de productie van hernieuwbare waterstof niet halen, tenzij de kloof tussen “actie en ambitie” wordt gedicht. Daarom dienen in de komende jaren veel waterstofprojecten op grote, industriële schaal goedgekeurd. Dat oppert de voormalige topman van Snam, het bedrijf dat het Italiaanse gastransportnetwerk in handen heeft.
“Groene waterstof dreigt de gemiste kans van de energietransitie te worden”
Waarom is dit belangrijk?
In een in mei aangekondigd plan heeft de Europese Commissie gezegd te streven naar een extra productie van 15 miljoen ton hernieuwbare waterstof tegen 2030, bovenop de 5,6 miljoen ton die al in het kader van een eerder initiatief was gepland. De helft van 20 miljoen ton zal in eigen land worden geproduceerd en de rest zal worden ingevoerd.De 46-jarige Marco Alverà, die eerder dit jaar Snam - een van 's werelds grootste exploitanten van energie-infrastructuur - verliet, werd geïnterviewd door de Britse zakenkrant de Financial Times.
Alvèra zei dat er nu best vaart gemaakt wordt met de productie van groene waterstof als de industrie haar doelstelling van 20 miljoen ton H2 in omloop tegen 2030 - het equivalent van 70 miljard kubieke meter gas – wil halen. "De kloof tussen actie en ambitie wordt steeds groter", betoogde A