Groen denkt aan een basisinkomen voor iedereen, ook voor mensen die minder kunnen of willen werken. Op het partijcongres stelde voorzitter Meyrem Almaci de ‘welvaartsgarantie’ voor. Het bedrag zou 23.000 euro zijn, maar het is de vraag of zoiets haalbaar is.
Een opvallende koers voor Groen, dat zich helemaal inschrijft in het systeem van de ‘welvaartsgarantie’. Dat systeem is een andere naam voor een basisinkomen: of je nu werkt of niet, je verdient sowieso een inkomen. Voor Groen ligt die drempel op het mediaaninkomen. Als mensen daaronder zakken, dan betaalt de overheid sowieso bij. Voor een alleenstaande ligt die som op 23.000 euro per jaar. Wie daaronder zakt, krijgt de rest dus bijgepast.
Tussen sp.a en PVDA
Met die keuze op het ‘Schakelcongres’ onderstreept Groen een stukje meer haar linkse koers. Met dit voorstel zitten ze zowat tussen het communistische PVDA en de socialistische sp.a in, stevig progressief dus. Al is het voorstel natuurlijk weinig concreet. Naar de betaalbaarheid van het voorstel is het een beetje gissen, er is niet meteen berekend om uit te leggen hoe zo’n welvaartsgarantie moet gefinancierd worden. Maar Groen wil het wel laten narekenen, en geven ook aan het niet te zullen invoeren “als het niet haalbaar is”. Het is dus vooral een ideologische keuze, om een richting aan te geven. Als invoeringsdatum is ook sprake van 2030, het is dus niet voor morgen, zelfs als de Groenen deel zouden gaan nemen aan het beleid.