Robots en de strijd tegen de klimaatverandering kunnen mogelijk een einde maken aan de globalisering.
Die boodschap staat in het boek ‘From Global to Local: the Making of Things and the End of Globalisation’ van auteur Finbarr Livesey, professor industriële organisatie aan de Cambridge University. Er is gedurende decennia aangegeven dat de globalisering een kracht was die onmogelijk kon worden gestopt, maar dat blijkt volgens Livesey niet met de werkelijkheid overeen te stemmen. Hij ziet op dit ogenblik al de eerste signalen die het nakende einde van een geglobaliseerde economie zouden aangeven. “Technologie en politieke veranderingen hebben een belangrijke impact op de economie,” zegt Finbarr Livesey. “Terwijl de digitale globalisering volop bloeit, kan al een cruciale verschuiving worden opgemerkt in de productie en distributie van goederen.”
Regionalisme
“Wereldwijde voorraadketens krimpen in, want steeds meer bedrijven starten met experimenten om de productie dichter bij het hoofdkwartier te brengen,” verduidelijkt de auteur. “Robots worden immers goedkoper dan buitenlandse arbeidskrachten, terwijl de bekommernis over de klimaatverandering en de volatiele markten van de fossiele brandstoffen eisen dat de ecologische voetafdruk wordt verkleind. De consument verwacht bovendien gepersonaliseerde producten die onmiddellijk kunnen worden geleverd.” Verwezen wordt naar een recente enquête bij vijfhonderd ondernemingen, waaruit bleek dat meer dan de helft van de ondervraagde bedrijfsleiders de productie vanuit China weghaalt. Professor Livesey benadrukt trouwens dat regionalisme nooit is verdwenen. In Azië en Noord-Amerika wordt immers 50 procent van de productie in de eigen regio geconsumeerd. In Europa loopt dat zelfs op tot 70 procent. De auteur waarschuwt wel dat deze verschuivingen niet als een succes van het protectionisme mogen worden geroemd. “De terugkeer van de productie naar landen met een hoge kostenstructuur zal immers niet gepaard gaan met een evenwaardige recuperatie aan arbeid,” benadrukt hij. (mah)