De Geopolitical Risk Index, een graadmeter die geopolitieke risico’s meet, staat op zijn hoogste niveau sinds de Irak-invasie in 2003. Noteerde de GPR toen op 455 punten, dan staat die nu op 284 punten. Dat is meer dan drie keer hoger dan het gemiddelde van 83,7, dat tussen 1900 en 2017 werd opgemeten.
De Geopolitical Risk Index is een creatie van Matteo Iacoviello en Dario Caldara, 2 Italiaanse economen die zetelen in de Raad van Gouverneurs van het Amerikaanse Federal Reserve System.
Maand na maand stellen beide de index op aan de hand van de berichtgeving in 11 Amerikaanse en internationale kranten (The Boston Globe, Chicago Tribune, The Daily Telegraph, Financial Times, The Globe and Mail, The Guardian, Los Angeles Times, The New York Times, The Times, The Wall Street Journal en The Washington Post), waarbij ze speuren naar woorden die geopolitieke spanningen aanduiden.
De GPR kende zijn hoogste notering bij de invasie van Irak in 2003, maar piekte ook na 11 september 2011, tijdens de eerste Golfoorlog (1990), tijdens de Rusland-Oekrainecrisis en de invasie van de Krim in 2014 en na de terroristische aanslagen in Parijs. Onderstaande grafiek verwerkte de gegevens tot en met 10 augustus 2017, dus voor de escalatie van de voorbije dagen op het Koreaanse schiereiland
Uiteraard is het vandaag die situatie die de graadmeter de hoogte injaagt en de financiële markten in de grootste onzekerheid onderdompelt. Aziatische beleggers zijn traditioneel nog voorzichtiger dan de Europese wanneer zich crisissituaties voordoen. Wat de volgende uren gaat gebeuren is dan ook onmogelijk te voorspellen.
[media-credit name=”© GPR” align=”aligncenter” width=”1024″][/media-credit]