Onderzoekers van ’s werelds meest prestigieuze universiteiten hebben zich aangesloten bij het Galileo-project. Hun doel? Zoeken naar bewijs van buitenaardse technologie.
De onderzoekers zijn afkomstig van de universiteiten van Harvard, Princeton, Caltech (VS), Cambridge (VK) en Stockholm (Zweden) en het project zal geleid worden door professor Avi Loeb (Harvard). Zijn naam doet misschien een belletje rinkelen, want hij veroorzaakte vorig jaar heel wat opschudding met zijn theorie over het mysterieuze interstellaire object genaamd ‘Oumuamua’.
Het 400 meter lange object werd voor het eerst gespot in 2017 door een observatorium in Hawaï en werd geclassificeerd als het eerste interstellaire object dat in het zonnestelsel is ontdekt. Volgens Loeb gaat het om buitenaardse technologie: een sonde die werkt op zonne-energie. Hij doet zijn ietwat controversiële theorie uit de doeken in het boek Extraterrestrial: The First Sign of Intelligent Life Beyond Earth, dat in januari verscheen.
“Voor wetenschappers, niet voor politici en militairen”
Een paar maanden later, doet professor Loeb weer van zich spreken. Met zijn Galileo-project wil hij bewijzen dat er buitenaardse beschavingen bestaan of hebben bestaan, door tekenen van hun technologieën te vinden. Naast de interstellaire objecten die ons zonnestelsel passeren, zal het project ook dienen om op zoek gaan naar mogelijke buitenaardse satellieten die de aarde observeren.
Het uitgangspunt van het team is eenvoudig: “De wetenschap moet mogelijke buitenaardse verklaringen niet dogmatisch verwerpen”.
“Het is niet aan politici of het leger om te interpreteren wat we in de lucht zien, want dat zijn geen wetenschappers. Het is aan de wetenschappelijke gemeenschap om dat te begrijpen”, zei professor Loeb.
Dit is allesbehalve een onbeduidende uitspraak, aangezien het Pentagon enkele weken geleden nog een rapport over ufo’s heeft gepubliceerd.
De grote middelen
Om hun project uit te voeren, halen de onderzoekers het zware geschut boven. Ze hebben al 1,75 miljoen dollar aan privéfinanciering ontvangen. En professor Loeb mikt op een vertienvoudiging.
Met dit geld zullen wetenschappers over de hele wereld een hele reeks instrumenten kunnen inzetten om het heelal te kunnen onderzoeken. Naast de traditionele telescopen, camera’s en andere apparatuur zullen ze ook gebruikmaken van nieuwe artificiële intelligentie-algoritmen.
Deze software is speciaal ontwikkeld om interstellaire objecten te identificeren die van kunstmatige oorsprong zouden kunnen zijn, alsook satellieten en zogenoemde Unidentified Aerial Phenomena (UAP’s) die mogelijk door buitenaardse beschavingen zijn gemaakt.
Een revolutie in de astronomie
“We kunnen niet langer de mogelijkheid negeren dat er voor onze tijd al technologische beschavingen bestonden. De impact die een ontdekking van buitenaardse technologie zou kunnen hebben op de wetenschap, onze technologie en ons wereldbeeld in zijn geheel zou enorm zijn”, zei professor Loeb.
Hij gelooft dat het onderzoek van zijn team zelfs zou kunnen leiden tot een nieuwe tak van de astronomie, die hij “ruimtearcheologie” noemt.
De naam van het project, Galileo, verwijst naar de beroemde Italiaanse astronoom die in de 17de eeuw gevangen werd gezet omdat hij beweerde dat de aarde niet in het middelpunt van het heelal stond, waarmee hij het heersende model van het geocentrisme verwierp.
(tb)(lb)