Gaan de Verenigde Staten in 2026 terug naar stagflatie? Lessen uit de jaren ’70


Key takeaways

  • De Amerikaanse economie ontsnapte aan een recessie, maar blijft onder de oppervlakte verzwakken.
  • Politieke druk op het monetaire beleid verhoogt het risico op een resultaat zoals in 1970.
  • Inflatie, ongelijkheid en afnemend vertrouwen wijzen eerder op structurele dan op conjuncturele problemen.

De Verenigde Staten gaan 2026 in nadat ze in 2025 een formele recessie hebben vermeden, maar het uitblijven van een neergang heeft zich niet vertaald in brede economische welvaart. Hoewel de belangrijkste indicatoren wijzen op aanhoudende groei, worstelen veel Amerikanen met stijgende kosten, vertragende loonstijgingen en groeiende economische onzekerheid.

Tegelijkertijd waarschuwen critici dat het huidige traject lijkt op de vroege stadia van de stagflatoire periode die we het laatst zagen in de jaren 1970: een combinatie van zwakke groei, aanhoudende inflatie en afnemend vertrouwen in economische instellingen.

Fragiele situatie vermomd als stabiliteit

Officiële gegevens die na de shutdown werden vrijgegeven, lieten een economie zien die intact maar onrustig bleef. Het bruto binnenlands product bleef groeien, met een groei over het hele jaar van naar schatting ongeveer 1,5 procent in 2025, een stuk lager dan het tempo van 2024 maar niet indicatief voor een recessie. De banengroei hield aan, maar de werkloosheid steeg en de loonstijging vertraagde. De inflatie koelde af maar bleef hoog, en de druk op de betaalbaarheid van huizen, kinderopvang, energie en gezondheidszorg nam toe.

Dit gemengde beeld was minder somber dan veel voorspellingen eerder dit jaar, toen economen waarschuwden dat hernieuwde tarieven en beleidsonzekerheid een recessie of stagflatie zouden kunnen veroorzaken. Deze uitkomsten zijn niet volledig uitgekomen, deels omdat de tariefplannen werden teruggedraaid of uitgesteld. Hierdoor konden bedrijven hun toeleveringsketens aanpassen en de kosten absorberen in plaats van ze direct door te rekenen aan de consument.

Toenemende financiële stress

Toch bleef de geleidelijke verslechtering duidelijk. De consumentenbestedingen waren steeds meer afhankelijk van de rijkere huishoudens, gestimuleerd door de stijging van de aandelenmarkten door het optimisme over artificiële intelligentie. Ondertussen kregen huishoudens met lagere inkomens te maken met toenemende financiële stress, met stijgende betalingsachterstanden en beslagleggingen.

Pas afgestudeerden kregen te maken met de zwakste banenmarkt sinds de nasleep van de Grote Recessie. Ook de werkloosheid steeg sterk bij groepen die historisch kwetsbaarder zijn voor een neergang van de arbeidsmarkt. Voor die groepen bereikte ze niveaus die als een crisis zouden gelden als ze op de totale bevolking van toepassing waren.

Ongelijke kracht en kunstmatige steun

Onverwachte lichtpunten hielden de economie overeind. Er werd fors geïnvesteerd in datacenters die artificiële intelligentie ondersteunen, en de stijgende aandelenmarkten stimuleerden verdere uitgaven. Maar deze winsten waren ongelijk verdeeld. De rijkdom op de aandelenmarkten kwam voornamelijk terecht bij welgestelde huishoudens, terwijl de arbeidsmarkt verzwakte voor mensen met een lager inkomen. Daardoor leek de economie steeds meer op een tweesplitsing in plaats van op een systeem waarin iedereen profiteert van de groei.

Beleidsonzekerheid bleef een bepalend kenmerk van het jaar. Af en toe dreigende tarieven, in combinatie met bezuinigingen op federale programma’s en het overheidspersoneel, ondermijnden het consumentenvertrouwen en droegen bij aan de marktvolatiliteit. Hoewel de inflatie niet dramatisch steeg, verhoogden de tarieven de prijzen van bepaalde consumptiegoederen en zetten ze de huishoudbudgetten extra onder druk.

Monetaire macht en politieke druk

Toen de inflatie weer toenam en de druk op de betaalbaarheid groter werd, ging de aandacht steeds meer uit naar de Federal Reserve. De centrale bank werd een strijdtoneel toen president Donald Trump probeerde zijn invloed op het monetaire beleid uit te breiden, met het argument dat de rentetarieven agressiever moesten worden verlaagd om de groei te ondersteunen.

De relatie van Trump met de Fed is openlijk confronterend geweest. Hoewel hij Jerome Powell in 2018 tot voorzitter benoemde, bekritiseerde hij Powell later herhaaldelijk omdat hij de rente niet snel genoeg verlaagde en uitte hij publiekelijk de wens om hem te verwijderen. Wettelijke bescherming verhindert de president echter om een voorzitter van de Fed zonder reden te ontslaan, waardoor Trump gedwongen is om te wachten tot het einde van Powells termijn.

Trump heeft ook op andere manieren geprobeerd druk uit te oefenen, onder andere door te proberen zittende Fed-gouverneurs te verwijderen. De kern van dit conflict is Trumps aandringen dat de president geraadpleegd moet worden over rentebeslissingen – een standpunt dat het aloude principe van onafhankelijkheid van de centrale bank, dat door de meeste ontwikkelde economieën wordt gehandhaafd, in twijfel trekt.

Terug naar de jaren 1970

De risico’s van politieke inmenging in het monetaire beleid zijn niet theoretisch. Tijdens de inflatiecrisis aan het begin van de jaren 1970 benoemde president Richard Nixon Arthur Burns tot voorzitter van de Federal Reserve en oefende herhaaldelijk druk op hem uit om de rentetarieven te verlagen. Hoewel Burns nominaal zijn onafhankelijkheid behield, leidde de aanhoudende politieke druk tot een te los monetair beleid.

Het resultaat was stagflatie – stijgende inflatie en werkloosheid die tegelijkertijd optraden. Onder Burns piekte de inflatie op 11 procent en de werkloosheid op 8,5 procent. De inflatiespiraal werd uiteindelijk pas doorbroken nadat zijn opvolger, Paul Volcker, de rentetarieven in 1980 sterk verhoogde tot wel 19 procent. Dat veroorzaakte ernstige economische pijn, maar herstelde de geloofwaardigheid van het monetaire beleid.

In 1979, na zijn aanstelling als voorzitter van de Fed, richtte Paul Volcker zich op het beperken van de groei van de geldhoeveelheid in plaats van op het beheren van de korte rente. Deze strategie zorgde ervoor dat de “federal funds rate” dramatisch steeg en in 1980 een piek bereikte van rond de 20 procent. Hoewel de economie hierdoor in een scherpe recessie belandde en de werkloosheid tijdelijk toenam, temperde Volckers aanpak uiteindelijk de inflatie, herstelde het vertrouwen in het monetaire beleid en werd de weg vrijgemaakt voor een periode van aanhoudende economische groei die bekend staat als de Great Moderation.

Deze episode blijft een waarschuwend verhaal: kortetermijnstimuleringen onder politieke druk kunnen inflatieverwachtingen verankeren en leiden tot langdurige economische schade.

De volgende Fed-voorzitter

Nu de termijn van Powell bijna is afgelopen, is de keuze van Trump voor een nieuwe voorzitter van de Fed belangrijker geworden. Voorspellingsmarkten suggereren dat Kevin Hassett, momenteel werkzaam als directeur van de National Economic Council en al lange tijd adviseur van Trump, een belangrijke kandidaat is. Hassett deelt Trumps mening dat de rentetarieven veel lager moeten en wordt algemeen beschouwd als een kandidaat die nauw aansluit bij de voorkeuren van de president.

Een andere kandidaat die wordt overwogen is Kevin Warsh, een voormalig Fed-gouverneur en bankdirecteur. Hoewel Warsh een reputatie heeft als inflatie-havik, lijken recente interacties met Trump de president gerustgesteld te hebben dat Warsh zijn bredere economische doelstellingen zou steunen.

Ongeacht de persoon die gekozen wordt, blijft de centrale vraag of de volgende voorzitter van de Fed onafhankelijk monetair beleid zal voeren of tegemoet zal komen aan politieke eisen voor lagere rentetarieven.

Echo’s van de jaren ’70

Tegen deze achtergrond strekken de zorgen zich niet alleen uit tot groei en werkgelegenheid, maar ook tot de fundamenten van het financiële systeem zelf. Stijgende goud- en zilverprijzen worden aangehaald als bewijs van het afnemende wereldwijde vertrouwen in de Amerikaanse dollar. Ondanks renteverlagingen heeft de rente op langlopende obligaties zich onverwacht gedragen, wat wijst op een beperkte belangstelling voor Amerikaanse schulden. Nu buitenlandse centrale banken en binnenlandse investeerders minder bereid zijn om nieuwe emissies te absorberen, treedt de Federal Reserve steeds meer op als de koper van de laatste redmiddel en koopt weer op grote schaal schatkistpapier.

Goud, lang gezien als de grote tegenhanger van de dollar, is sterk gestegen. Dit wijst op een verschuiving in het sentiment. Nu beleggers rentedragende activa inruilen voor edelmetalen, dreigt het proces zichzelf te versterken en het vertrouwensverlies in de munt te versnellen.

Vooruitblik

Sommige voorspellers en beleidsmakers stellen dat belastingteruggaven, stimulansen voor investeringen, lagere rentetarieven en minder onzekerheid de groei in het komende jaar kunnen ondersteunen. Ambtenaren van de Federal Reserve hebben zich voorzichtig optimistisch getoond en opgemerkt dat de economie een ongewoon turbulente periode achter de rug heeft.

Anderen zien deze steun als tijdelijk. Vanuit dit perspectief wijzen verzwakkende arbeidsmarkten, vertragende loongroei, stijgende schulden en toenemende politieke druk op het monetaire beleid in de richting van een langdurige periode van zwakke groei in combinatie met aanhoudende inflatie. Een moderne herhaling van de jaren zeventig dus, eerder dan een klassieke cyclische vertraging.

In deze visie lost het vermijden van een officiële recessie de diepere structurele onevenwichtigheden niet op. De erosie van de koopkracht, de afhankelijkheid van monetaire interventie, het protectionistische beleid en het afnemende vertrouwen in de instellingen suggereren dat veerkracht alleen misschien niet langer voldoende is.

Wat in alle perspectieven duidelijk is, is dat veerkracht grenzen heeft. De Verenigde Staten hebben in 2025 misschien een recessie vermeden, maar de krachten die de economie nu vormgeven lijken sterk op de krachten die ooit stagflatie veroorzaakten – en de geschiedenis laat zien hoe duur dat resultaat kan zijn. (jv)

Volg Business AM ook op Google Nieuws

Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.