Migranten wereldwijd zullen dit jaar beduidend minder geld naar hun geboorteland terugsturen dan normaal, omdat de coronacrisis hun financieel vermogen treft. De transfers vallen naar verwachting met nagenoeg 20 procent terug tegenover vorig jaar.
Daardoor zullen de achtergebleven families van de migranten dit jaar ongeveer 142 miljard dollar minder ondersteuning kunnen verwachten, zo blijkt uit een berekening van de Wereldbank. Met dit bedrag is de impact van de coronacrisis op deze geldstromen ongeveer vier keer groter dan tijdens de financiële crisis ruim tien jaar geleden.
Levenslijn
‘De coronacrisis verstikt een cruciale levenslijn voor behoeftige huishoudens in arme landen,’ zegt David Malpass, voorzitter van de Wereldbank. ‘De geldtransfers van migranten zijn voor de ontwikkelingslanden een essentiële inkomstenbron.’
‘De aanhoudende economische dalperiode van de coronacrisis weegt zwaar op het vermogen van migranten om geld naar huis te sturen. Dit maakt het nog belangrijker om het herstel van de economieën in de geavanceerde markten te bespoedigen.’
Deze transfers zijn voor vele landen een cruciale bron van inkomsten geworden. Al geruime tijd waren deze geldstromen voor de ontwikkelingslanden belangrijker dan overheidssteun. Vorig jaar verdrongen deze geldstromen zelfs de buitenlandse directe investeringen als belangrijkste bron van deviezen voor landen met middelmatige en lage inkomens.
‘Naar schatting één miljard migranten helpen op hun thuisfront het levensonderhoud van gemiddeld drie familieleden,’ zegt Dilip Ratha, auteur van het rapport. ‘Deze transfers komen dan ook ten goede aan één derde van de totale wereldbevolking. In crisisperiodes zijn deze migranten echter extra kwetsbaar.’
Tadzjikistan en Nepal
De Wereldbank maakt gewag van de grootste inkrimping van de geldstromen sinds de instelling veertig jaar van start is gegaan met de registratie van de gegevens. Vorig jaar maakten migranten wereldwijd een bedrag van 714 miljard dollar aan het thuisfront over. Dat niveau zal dit jaar echter tot 572 miljard dollar inkrimpen.
‘Ontwikkelingslanden komen door deze afnemende geldstromen nog meer onder druk,’ zegt Ratha. ‘Vele landen hebben al extra budgetten voor gezondheidszorg en de ondersteuning van de nationale economie moeten voorzien. Bovendien zijn ze sinds het uitbreken van de crisis al vaak tevens met een recorduitstroom van buitenlands kapitaal geconfronteerd.’
‘Het zwaarst getroffen zijn Tadzjikistan en Nepal, waar de transfers ongeveer 30 procent van het bruto binnenlands product vertegenwoordigen,’ aldus Ratha. ‘Ook de Filippijnen, Zuid-Soedan, Tonga en Haïti zijn van deze gelden zwaar afhankelijk.’
Door de verzwakking van de Russische roebel tegenover de dollar dreigt vooral de regio Centraal-Azië volgens de Wereldbank zwaar te zullen worden getroffen.
Volgend jaar verwacht de Wereldbank echter wel opnieuw een stijging met meer dan 5 procent tot 602 miljard dollar. ‘De onderliggende oorzaken van de migraties blijven aanwezig,’ aldus de instelling. ‘Mogelijk wordt die problematiek door de uitbraak van de coronacrisis nog zelfs verergerd.’