Bij de start van 2025 ziet het financieel-economische landschap er veelbelovend uit. Hoewel de wereld zich in een periode van lage economische groei bevindt, lijkt het recessiegevaar (voorlopig) afgewend. De inflatie lijkt eindelijk onder controle, wat centrale banken toelaat de rentes laag te houden om zo de economie verder te ondersteunen. In de huidige context van geopolitieke spanning en toenemend protectionisme moeten we echter steeds met twee woorden spreken. Dat schrijft Marc Danneels, Chief Investment Officer bij Beobank, in een opiniestuk voor onze site. Volgens hem zijn er drie cruciale vragen die bepalend zullen zijn in het financiële jaar 2025.
Is Trump 2.0 goed nieuws voor de markten?
Het discours omtrent de economische vooruitzichten in de VS is doorheen 2024 stelselmatig in positieve zin bijgesteld. Wat begon als vrees voor een “hard landing” van de economie in 2024, waarbij het beteugelen van de inflatie ten koste zou gaan van economische groei, is er nu sprake van een “no landing at all”-scenario, waarbij de Amerikaanse economie sterke groeicijfers blijft neerzetten. In het derde kwartaal van 2024 was er nog steeds sprake van een bbp-groei van 2,8 procent.
In deze context reageerden Amerikaanse aandelenmarkten dan ook positief op de republikeinse sweep: de verwachte impact van de fiscale stimuleringsmaatregelen, deregulering en importtarieven die door de nieuwe president zijn aangekondigd, voeden de verwachting van een boost van de winstgroei van Amerikaanse bedrijven. Hoewel deze maatregelen op korte termijn inderdaad groeibevorderend kunnen werken, schuilen er ook risico’s in het beleid. Importtarieven zullen naar verwachting de consumentenprijzen verhogen, wat de koopkracht van Amerikaanse huishoudens aantast.
Ook immigratiebeperkingen kunnen druk zetten op de arbeidsmarkt, wat lonen en uiteindelijk inflatie omhoog stuwt. De langetermijneffecten van deze inflatoire druk zouden de economische groei kunnen vertragen en de financiële markten onder druk zetten. Het verleden biedt hier een les: tijdens de eerste termijn van Trump leidde een vergelijkbaar beleid tot een kortstondige boost, maar de handelsoorlog met China zorgde uiteindelijk voor een sterke terugval in de winstgroei van bedrijven.
Geven de centrale banken een vervolg aan de renteverlagingen?
In de VS is de Federal Reserve een centrale speler in het economische verhaal van 2025. De vooruitzichten zijn complex: terwijl de markt optimistisch blijft over verdere renteverlagingen, met een verwachte daling tot een renteniveau van 3,5 procent, toont de veerkracht van de Amerikaanse economie dat voorzichtigheid nodig is. De combinatie van fiscale stimulering en mogelijke inflatiedruk onder Trump kan de Fed ertoe dwingen een behoedzamer beleid te voeren. Dit blijkt ook uit de stijging van de 10-jaarsrente naar 4,5 procent direct na de verkiezingen.
Een andere uitdaging is de onafhankelijkheid van de Fed. Trump heeft al aangegeven rentebeslissingen te willen beïnvloeden, wat het vermogen van de centrale bank om de inflatie effectief te beheersen kan ondermijnen. Dit creëert onzekerheid over het monetaire beleid in de tweede helft van 2025.
In Europa staat de ECB voor een andere uitdaging: het ondersteunen van een stagnerende economie. De industriële motor van Duitsland blijft kwakkelen, terwijl de looninflatie – aangedreven door Duitsland – piekt naar het hoogste niveau sinds 1993. Tegelijkertijd blijft de geopolitieke onzekerheid een risico voor stijgende energieprijzen… In tegenstelling tot de VS, ligt bovendien economische stimulus door fiscaal-budgettair expansieve maatregelen, politiek gevoelig. Wat des te meer de ogen zal laten richten op de ECB voor monetaire interventie. Na de aankondiging van een vierde rentedaling van 2024 op rij op 12 december, hintte ECB-voorzitter Christine Lagarde dan ook op een verderzetting van renteverlagingen doorheen 2025.
Vindt Europa de weg naar economische heropleving?
Het Europese groeiverhaal is onzeker, maar er zijn lichtpuntjes. Consumentenbestedingen lijken te herstellen dankzij hogere inkomens en een verwachte daling van de spaarquote door lagere rente. Bovendien kan kredietgroei de binnenlandse vraag ondersteunen, wat de economische groei richting het einde van 2025 naar een niveau van ongeveer 1 procent zou kunnen tillen.
Tegelijkertijd blijft Europa kampen met structurele uitdagingen zoals lage productiviteitsgroei en onderinvesteringen. Dit komt extra naar voren in een wereldwijde context van toenemende handelsbarrières en interventies in strategische sectoren. Om relevant te blijven in een klimaat van oplopende spanningen tussen de VS en China, moet Europa zijn concurrentiekracht versterken en meer zelfbewustzijn tonen.
Het Draghi rapport biedt hier een kader met aanbevelingen om Europa’s positie te verstevigen. Maar de mate waarin Europese landen hierop kunnen inspelen, verschilt sterk. Duitsland blijft worstelen met interne budgettaire beperkingen, terwijl landen als Frankrijk en België onder toezicht staan van de Europese Commissie voor hun begrotingsbeleid, waardoor ze minder ruimte hebben voor een groeiondersteunend beleid.
Conclusie
De economische vooruitzichten voor 2025 zijn hoopgevend, maar met duidelijke regionale verschillen en risico’s. De beleidskeuzes van de Amerikaanse en Europese leiders, evenals het monetaire beleid van centrale banken, zullen de komende maanden bepalend zijn. Met de juiste maatregelen en samenwerking kan dit een jaar worden waarin kansen zich ontplooien. Maar voorzichtigheid blijft geboden.