Terwijl de Amerikaanse centrale bank de inflatie nog scherp in het vizier heeft, kijkt de financiële wereld alweer naar het volgende probleem. Het lijkt een kwestie van tijd voordat recessiezorgen tot uitdrukking komen in een omslag van het rentebeleid en een glijvlucht van de dollar.
Even leek het er vorige maand op dat de Amerikaanse centrale bank (Fed) zich zou laten afleiden van de missie om de inflatie onder controle te krijgen. Op 22 maart ging de beleidsrente met een kwart procent omhoog, terwijl economen aanvankelijk rekening hielden met een half procent. Door de onrust in de banksector na het faillissement van Silicon Valley Bank, durfde de Fed een grote rentezet niet aan. Maar in een toespraak eerder deze week vertelde Fed-bestuurster Loretta Mester dat de rente toch wat verder gaat oplopen. Volgens haar is dat nodig om de inflatie omlaag te duwen richting het niveau van 2 procent en om er tegelijkertijd voor te zorgen dat de inflatieverwachtingen voor lange termijn ook wat dalen.
Focus verschuiven
Toch is de financiële markt er niet van overtuigd dat die renteverhoging er bij het rentebesluit op 3 mei gaat komen. Handelsplatform CME peilt voortdurend de renteverwachting van een groep economen. Gisteren rekende slechts 40 procent van de ondervraagden dat de rente nog een stapje hoger gaat. Maar het zijn vooral de verwachtingen voor eind dit jaar die de aandacht trekken. Volgens bijna de helft van het CME-panel staat de beleidsrente dan namelijk minstens een procent lager dan nu. Een grote groep economen anticipeert er zo op dat de focus van de Fed verschuift van het omlaag duwen van de inflatie, naar het aanzwengelen van een economie die te snel dreigt af te koelen.
Haarscheurtjes in Amerikaanse economie
Bij deze groep leeft de vrees dat de problemen bij Silicon Valley Group onderdeel zijn van een groter onderliggend probleem in de banksector. Veel andere lokale banken kampen nog met grote verliezen op de beleggingsportefeuille. Bovendien komen er steeds meer signalen dat de Amerikaanse economie toch niet zo sterk draait als waar het begin 2023 nog op leek. Uit voorlopige cijfers van dataverwerker ADP bleek bijvoorbeeld dat er in maart 145.000 banen zijn bijgekomen. Dat waren er een stuk minder dan de 240.000 van een maand eerder en de 210.000 waar analisten op rekenden. Op dezelfde dag werd bekend dat de totale importwaarde in februari met anderhalf procent is gedaald naar 321,7 miljard dollar. De Verenigde Staten voerden onder meer minder smartphones, consumentengoederen en kleding in.
Vinger op de knip
Dat is een aanwijzing dat Amerikanen toch meer de vinger op de knip houden door de stijgende rente. Als de Fed straks de beleidsomslag maakt waar steeds meer economen op voorsorteren, kan dat grote gevolgen hebben voor de dollar. Na juni 2021 stookte het vooruitzicht van een stijgende Amerikaanse rente nog een vuurtje op onder de munt. De dollar steeg met ruim 20 procent ten opzichte van de euro. Een dalende rente kan ertoe leiden dat de munt juist terrein gaat inleveren. Sinds begin oktober is de dollar al met ongeveer 10 procent gedaald. Als de rente in de Verenigde Staten daadwerkelijk gaat dalen, is dat mogelijk slechts nog maar het begin van een grotere koersrit.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer en is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies.