De Europese Centrale Bank (ECB) gaat haar opkoopprogramma waarmee ze de economische gevolgen van de coronacrisis bekampt verder uitbreiden.
Zoals verwacht breidt de ECB haar pandemieprogramma (PEPP) verder uit. Concreet gaat het om een verhoging van 500 miljard euro tot 1.850 miljard euro. Daarenboven wordt de looptijd van het programma met negen maanden verlengd tot maart 2022.
Lenen blijft goedkoop
De ECB houdt met het opkoopprogramma de rente zo laag mogelijk. Op die manier kunnen overheden, gezinnen en bedrijven veel goedkoper geld lenen.
Een plotse verhoging van de rente zou bijzonder nefast zijn voor de overheden die er alles aan doen om de economische gevolgen van de coronacrisis binnen de perken te houden. In bijvoorbeeld ons land is de overheidsschuld in het tweede kwartaal opgelopen tot zo’n 524 miljard euro. Dankzij de lage rente is het veel goedkoper om die schulden te financieren.
De belangrijkste rentetarieven blijven ongewijzigd. De herfinancieringsrente blijft 0 procent en de strafrente die de banken moeten betalen als ze geld stallen in Frankfurt blijft -0,5 procent.
‘Deze beslissingen zullen bijdragen tot gunstige financieringsvoorwaarden’, aldus de ECB. ‘Ze zullen daardoor de kredietverlening aan alle sectoren van de economie ondersteunen, de economische activiteit ondersteunen en de prijsstabiliteit op middellange termijn beschermen.’
Laagrentende spaarboekjes blijven nog even
Het beleid van de ECB moet het ook voor gezinnen gemakkelijker om geld te lenen. Sinds de centrale bank gestart is met haar lagerentebeleid zijn zowel consumentenkredieten als woonleningen veel goedkoper geworden. Volgens de rentebarometer van Immotheker bedraagt de gemiddelde rente voor een hypothecair krediet met een looptijd van 20 jaar 1,44 procent.
De goedkopere leningen gaan weliswaar hand in hand met een lage spaarrente. Bij het merendeel van de spaarboekjes moet u tevreden zijn met een spaarrente van 0,11 procent, de minimale spaarrente voor gereglementeerde spaarboekjes.