In het nieuws. De EU-landen en Brussel zijn het erover eens dat de oude schuldregels niet langer realistisch zijn. Maar Berlijn vindt de door Brussel voorgestelde aanpak – met de EU-landen onderhandelen over individuele langetermijnplannen – te willekeurig.  De website Politico kon de hand leggen op een presentatie van drie opties die Brussel nu aan Berlijn voorlegt in de hoop tot een akkoord te komen.

No backloading: schulden niet meer doorschuiven naar volgende regering

Optie 1: Landen die een groter begrotingstekort voorleggen dan de vandaag geldende 3 procent per jaar, moeten hun overtollige schuld verminderen a rato van 0,5 procentpunt per jaar. Dat moet een “waarborg” vormen, voor het geval landen te veel uitgeven. (Het Belgische begrotingstekort voor 2023 lijkt te gaan stranden rond de 5 procent).

Optie 2: Het wordt onmogelijk om het merendeel van de schulden door te schuiven naar volgende regeringen. De Commissie wil dat afdwingen door een zogenaamde “no backloading”-clausule in te voeren. Die clausule impliceert dat het merendeel van de schuldaanpassingen in de eerste vier jaar van het plan moet worden uitgevoerd.

Optie 3: Landen met een schuld van meer dan 60 procent van het bbp zouden die binnen de vier jaar moeten afbouwen. (De Belgische staatsschuld schommelt volgens het Federaal Agentschap van de Schuld rond de 110 procent en zou tegen 2028 oplopen tot bijna 116 procent).

Of deze voorstellen in Duitsland gehoor zullen vinden, blijft afwachten. Berlijn wil “verdere diepgaande technische besprekingen” voordat de Commissie een wetgevingsvoorstel doet. Het uitvoerend orgaan van de EU hoopt “in de komende weken” met haar wetsvoorstel te komen.

(dv)