In Turkije wordt de voetbalcompetitie door een opmerkelijk fenomeen gekenmerkt. De strijd om de landstitel wordt al decennia door Galatasaray, Besiktas en Fenerbahce – de drie grote traditieclubs uit de hoofdstad Istanboel – gedomineerd. Dit jaar moeten zij echter rekening houden met Basaksehir, een team uit de buitenwijken van de Turkse metropool dat de voorbije jaren een pijlsnelle opkomst heeft gekend.
Basaksehir dankt echter een groot deel van zijn succes aan de steun van Turks president Recep Tayyip Erdogan, die in het voetbal een kanaal probeert te vinden om zijn greep op de bevolking van het land verder te versterken.
Ultras
“Tijdens zijn vijftienjarig bewind heeft Erdogan het oude establishment overgenomen en heeft hij zware inspanningen gedaan om de maatschappij en de natie naar het beleid van zijn AK Parti (AKP) te boetseren,” zegt de nieuwssite Ozy.
“Hij heeft een nieuwe elite van rijke en conservatieve zakenlieden gecreëerd, muilkorfde de media en stimuleerde een infuus van religieuze gedachten in het staatsbestel, dat voordien duidelijk seculair was georganiseerd. Basaksehir vormt in die plannen het sportieve hoofdstuk. De club was een noodlijdende vereniging die eigendom was van het gemeentebestuur, maar vier jaar geleden werd gekocht door een aantal zakenlui die hechte banden met de AK Parti hebben.”
Inmiddels strijdt de club met de grote teams uit Istanboel voor de landstitel. “Als een gewezen semi-professioneel voetballer begrijpt Erdogan perfect het belang van de sport in Turkije,” zeggen waarnemers. “Turkije is geobsedeerd door het voetbal. De traditionele clubs en hun fans hebben Erdogan de voorbije jaren echter grote problemen bezorgd.”
“De ultras van de grote clubs vertolkten immers een centrale rol in de protesten tegen de regering die vijf jaar geleden explodeerden en vormen ook een haard van verzet tegen de afbouw van de seculiere maatschappij in het land. Met Basaksehir probeert de regerende partij met die gespannen relatie komaf te maken.”
Populisme
“Populistische leiders hebben altijd een interesse getoond in de beïnvloeding en controle van elke sector die de bevolking kan aanspreken,” zegt Berk Essen, professor internationale relaties aan de Bilkent University in Ankara. “Aangezien voetbal in Turkije de meest populaire sport is, hoeft het geen verbazing te wekken dat ook de AK Parti en Erdogan interesse tonen.”
De tribunezetels van Basaksehir zijn dan ook getooid in de oranje-wit-blauwe kleuren van de Turkse regeringspartij. In de aanloop naar de wedstrijden toont de omkadering duidelijke signalen van militarisme, wat een reflectie is van de nationalistische stroming die men in het land sinds enkele tijd kan duidelijker opmerken.
Bovendien kunnen ook korte religieuze gezangen worden gehoord, wat bij de grote Turkse teams nagenoeg nooit kan worden opgemerkt. “Het is echter vooral achter de schermen dat de band met de AK Parti duidelijk wordt,” aldus Ozy. “Goksei Gumusdag, voorzitter van de club, ontkent weliswaar elke band met de regering, maar hij is zelf een kaderlid van de AK Parti en een verwant van Erdogan.”
“De club heeft ook zijn uitrusting van de president ontvangen. Bovendien wordt Basaksehir gesponsord door bedrijven die nauwe banden aanhouden met de regeringspartij.”
Het team wordt geleid door manager Abdullah Avci, die echter kan rekenen op een sterke lichting voetballers. Onder meer Arda Turan, de meest succesvolle Turkse voetballer van de huidige generatie, werd door Basaksehir aangeworven. Daarnaast werden ook een aantal oudere internationale sterren – zoals Emmanuel Adebayor en Gael Clichy – aangetrokken.
Desondanks moet de club het stellen met een gemiddelde van amper 5.500 toeschouwers. “Dat bewijst de limieten van de macht om een maatschappij vanuit de top samen te stellen,” aldus Ozy. “In het Turkse voetbal wordt de clubtrouw van de supporters door generaties doorgegeven. Dat kan niet met enkele beslissingen op korte termijn worden veranderd.”
“Voor de club blijkt echter op dit ogenblik de landstitel de grootste prioriteit.”