Ongeveer driekwart van de emissiereducties die wereldwijd noodzakelijk zijn om een klimaatneutrale economie uit te bouwen, zijn afhankelijk van technologieën die nog niet marktrijp zijn. Dat staat in een studie van het International Energy Agency (IEA).
Het rapport waarschuwt dat de wereldwijde klimaatdoelstellingen niet gehaald kunnen worden zonder een sterke versnelling van innovaties in duurzame technologieën. Cruciaal daarbij zijn volgens de onderzoekers de elektrificatie van verwarming en transport, de opslag en de nuttige aanwending van koolstofdioxide, de transformatie naar duurzame waterstof en investeringen in bio-energie.
Reducties
‘Slechts een kwart van de reducties die noodzakelijk zijn om tijdens het derde kwart van deze eeuw een klimaatneutrale economie te realiseren, zal het gevolg zijn van de inzet van toepassingen zoals windenergie, zonnekracht en nucleaire technologie en de introductie van maatregelen om de energie-efficiëntie te bevorderen,’ aldus het rapport.
‘Het saldo moet geleverd worden door technologieën die momenteel nog niet marktrijp zijn. Een gedeelte daarvan begint zich momenteel in een vroege vorm te manifesteren, maar een ander deel bevindt zich nog in de fase van prototypes en demonstratieprojecten. Er moeten dan ook dringende inspanningen worden gedaan om de innovatie te versnellen.’
Het rapport wijst er daarbij op dat onder meer lithium-ionbatterijen en led-verlichting snel hun weg naar de brede markt hebben gevonden.
‘Ondersteuning door zowel het bedrijfsleven als het beleid hielp deze technologieën om binnen een periode van dertig jaar van een prototype naar een mature technologieën uit te groeien,’ aldus de organisatie. ‘Deze voorbeelden moeten worden gevolgd om de doorbraak van andere technologieën te helpen.’
Renovatiecyclussen
Om de doelstellingen te halen zouden volgens het rapport elk jaar ongeveer negentig bioenergiecentrales moeten worden opgestart, naast twee nieuwe staalfabrieken die door duurzame waterstof zouden worden aangedreven.
De organisatie wijst erop dat in een aantal activiteiten – zoals de staalindustrie, de bouwsector en het spoorvervoer – gewerkt wordt met renovatiecyclussen die over periodes van vijfentwintig jaar kunnen lopen.
‘Beslissingen die in het volgende decennium worden genomen, zullen zich dan ook tot in de tweede helft van de eeuw laten voelen,’ waarschuwt het internationaal energie-agentschap.