Elektrische wagens zijn belangrijke meerwaarde voor volksgezondheid

Een toename van het gebruik van uitstootvrije voertuigen leidt tot een verbetering van de luchtkwaliteit en de volksgezondheid. Dat is de conclusie van een onderzoek van wetenschappers aan de University of Southern California (USC), gebaseerd op een analyse van het aantal uitstootvrije wagens, de aanwezigheid van stikstofdioxide in de atmosfeer en ziekenhuisopnames wegens ademhalingsproblemen op meer dan twaalfhonderd locaties in Californië over een periode van zeven jaar tot het einde van het voorbije decennium.

Voertuigen die door benzine worden aangedreven vormen een belangrijke bron van luchtverontreiniging. Ze produceren onder meer fijnstof en en stikstofoxiden, die met negatieve gevolgen voor de gezondheid –  zoals ademhalingsproblemen, cardiovasculaire ziekten en vroegtijdige sterfte – in verband worden gebracht.

Positieve resultaten

Uitlaatgassen van auto’s zijn in de Verenigde Staten onder meer jaarlijks verantwoordelijk voor vier miljoen nieuwe gevallen van astma bij kinderen. Het is duidelijk dat elektrische voertuigen deze luchtverontreiniging kunnen verminderen en daarmee ook de volksgezondheid kunnen verbeteren, maar tot nu toe konden daarover geen concrete cijfers naar voor worden geschoven.

De onderzoekers van de University of Southern California stelden vast dat tien jaar geleden in Californië per duizend inwoners gemiddeld 14,6 elektrische wagens reden. Vier jaar geleden was dat echter al tot 14,6 voertuigen opgelopen.

Uit de resultaten blijkt dat elke toename van twintig uitstootvrije voertuigen per duizend inwoners binnen een gebied de aanwezigheid van stikstofdioxide in de lucht met 0,41 delen per miljard in de lucht liet verminderen. Tegelijkertijd kon ook bij de bezoeken aan spoeddiensten wegens ademhalingsproblemen met 3,2 procent te dalen.

“Dit geeft aan dat een vroege overgang naar emissieloze voertuigen in Californië tot positieve resultaten voor zowel het milieu als de volksgezondheid heeft geleid”, beklemtonen de onderzoekers. “Vandaag rijden in Californië meer dan twintig elektrische voertuigen per duizend inwoners. Dit betekent dat deze vloot alleen al in die Amerikaanse staten het aantal behandeling voor astma-problemen op spoeddiensten met enkele duizenden patiënten heeft verminderd.”

Sociaal-economische status

De studie wees echter ook naar de kloof tussen het gebruik van emissievrije voertuigen in buurten met een laag opleidingsniveau, een indicatie van de sociaal-economische status. In gebieden waar slechts 17 procent van de bevolking over een diploma hoger onderwijs beschikte, steeg het aantal emissievrije wagens over de onderzoeksperiode met gemiddeld slechts 0,70 eenheden per jaar.

Op locaties waar 47 procent van de bevolking over een diploma hoger onderwijs beschikte, was er daarentegen sprake van een gemiddelde toename met 3,6 emissievrije wagens per jaar. “Een dergelijk verdeling van emissievrije wagens leidt tot sociaal-economische verschillen in luchtkwaliteit en volksgezondheid”, werpen de wetenschappers op.

“De bevindingen van de studie zijn belangrijk voor beleidsmakers die nadenken over de toekomst van het transport en de overgang naar een geëlektrificeerde vervoerssector”, merkt onderzoeksleider Erika Garcia, professor volksgezondheid aan de Keck School of Medicine van University of Southern California (USC), op.

“De resultaten leveren immers een bewijs voor het opstellen van beleid dat zorgt voor een rechtvaardige en billijke overgang naar emissievrije voertuigen, die de gevolgen van de klimaatverandering helpen verzachten en iedereen voordelen zouden moeten bieden.”

“Dit geldt met name voor het nationale en lokale niveau, aangezien de voordelen van emissievrije voertuigen voor het leefmilieu en de volksgezondheid een bijzonder lokaal karakter hebben”, werpt Garcia op.

“Als we denken aan de acties in verband met klimaatverandering, is dat vaak op een mondiaal niveau. Maar het idee dat veranderingen op lokaal niveau de gezondheid van de eigen gemeenschap kunnen verbeteren, kan een krachtige boodschap aan het publiek en de beleidsmakers betekenen.”