Een vooruitblik naar de EU in 2026

2025 was voor Europa geen onbewogen jaar. Terwijl de oorlog in Oekraïne voortwoedde, zette Donald Trump de Europese Unie fors onder druk, zowel op handelsvlak als op het vlak van veiligheid. Ook in 2026 dreigt het er onstuimig te keer te gaan op het Europese politieke toneel. Een overzicht van wat kan komen.

1 – Komt er een goedkeuring van het Mercosur-handelsakkoord?

“Het lijkt zeker dat [het Mercosur-handelsakkoord] midden januari zal worden ondertekend”, stelde een leidende Duitse ambtenaar na de Europese top in december, waar Italië en Frankrijk verkregen dat een beslissing over dit handelsakkoord tussen de EU en Latijns-Amerikaanse landen nog een maand werd uitgesteld. Het lijkt eerder optimistisch. Ook al stelt de Italiaanse Premier Giorgia Meloni zich tevreden met geruststellende maatregelen voor de landbouwsector, die de Europese Commissie volgens haar “op korte termijn” kan verzekeren, kan het Europees Parlement het akkoord nog altijd wegstemmen. Dat gebeurde in 2012 met het zogenaamde ACTA – handelsakkoord, waarbij tegenstanders toen kritiek gaven op de “vage bewoordingen” van het akkoord dat als doel had intellectuele eigendom beter te beschermen.

Een falen van het Mercosur-akkoord zou een grote klap zijn, ook al lopen de onderhandelingen hiervoor nu al meer dan een kwarteeuw. Omwille van het Amerikaans protectionisme en de toenemende spanningen met China is de EU verwoed op zoek naar een grotere diversificatie op vlak van handelspartners. Dan komen vooral Latijns-Amerika en Zuid-Oost-Azië in beeld.

De EU heeft het echter vooral aan zichzelf te danken dat het nog maar moeizaam handelsakkoorden kan afsluiten. Niet alleen zorgt de Europese overregulering ervoor dat de Europese economische sectoren, zoals de landbouwsector, minder happig zijn om producten toe te laten van de Europese markt die in de praktijk de Europese strenge normen niet moeten volgen. De EU probeert telkenmale ook handelsgesprekken te misbruiken door de eigen beleidskeuzes op te dringen aan de rest van de wereld. Zo moesten de Mercosur-onderhandelingen heropend worden omdat de EU plots nieuwe eisen begon te stellen.

Ook de slechte handelsrelatie met Zuid-Oost-Azië heeft veel te maken met Europese regelgevingen. Met name de Europese ontbossingsrichtlijn (EUDR) – wiens inwerkingtreding zonet nog maar weer eens werd uitgesteld- zette kwaad bloed in landen als Maleisië en Indonesië, die volgens NGO’s grote vooruitgang hebben gemaakt op vlak van ontbossing. Dat komt onder meer door eigen nationale standaarden, die de EU lange tijd weigerde te erkennen, en waarvan het ook nu eist dat het land er nog eens heel wat EUDR-bureaucratie bijneemt.

Dat Trump daarenboven grote uitzonderingen onderhandelde voor de V.S. gaf bovendien aanleiding tot het verschillend behandelen van handelspartners. Het geeft aan dat de eigen regeldrift niet enkel Europese producenten en consumenten treft, maar ook de goede handelsrelatie met de rest van de wereld. De EU faalde om een handelsakkoord met India te sluiten, en om die reden ziet het er niet naar uit dat dit in 2026 wel zal gebeuren. India is vooral zeer bezorgd om het nieuwe Europese klimaattarief CBAM, nog zo’n reliek uit de eerste regeerperiode van Ursula von der Leyen, dat de Europese markt afschermt en de Europese consument dus met hogere prijzen opzadelt.

2 – Bedreigen Duitse deelstaatverkiezingen kanselier Merz?

In 2026 vinden er verkiezingen plaats in Hongarije, waar Victor Orban aan de macht probeert te blijven, en in Bulgarije, waar anti-corruptieprotesten de zittende regering ten val brachten, en dat in een land dat vanaf 1 januari toegelaten wordt tot de Eurozone.

Toch wordt het vooral uitkijken naar de uitslagen van een vijftal deelstaatverkiezingen in Duitsland. Drie daarvan vinden plaats in het voormalige Oost-Duitsland, waar de rechtspopulistische AfD bijzonder sterk staat. Sinds Merz de verkiezingen won in februari 2025, zakte zijn CDU-CSU formatie van bijna 30 procent in de peilingen naar minder dan 25 procent, terwijl de AfD klom van 21 naar 26 procent, waardoor het momenteel de grootste Duitse partij is. Dat heeft alles te maken met het inslikken van verkiezingsbeloften door Merz: begrotingsdiscipline gaat overboord en op vlak van migratie verandert er weinig. Ondanks beloften om gezinshereniging strikt te beperken, reikte Duitsland tussen januari en november meer dan 101.000 visa voor familiehereniging uit, waarvan het grootste deel naar Turkije, Syrië, India en Kosovo ging.

Dat de autoriteiten in Duitsland ook bijzonder enthousiast de vrije meningsuiting aan banden leggen, waarbij Merz zelf persoonlijk ook bijna 5000 klachten neerlegde tegen online belediging, maakt hem er niet bepaald populairder op. Het debat over de zogenaamde “Brandmauer” – de vraag of men al dan niet mag samenwerken met de AfD, bijvoorbeeld door AfD een minderheidsregering te laten ondersteunen – woedt volop.

Die Welt stelt hierover: “De kwestie van een minderheidsregering zou in september 2026 relevant kunnen worden in Saksen-Anhalt als de AfD daar veruit de sterkste partij wordt en de centrumpartijen geen meerderheid hebben.” Afhankelijk van de verliezen voor CDU-CSU, zou dit op een bepaald moment ook aan de orde kunnen komen op nationaal niveau. Dat zal dan allicht zonder Friedrich Merz zijn. 

3 – Hoe ontwikkelt de oorlog in Oekraïne zich verder?

Al te veel optimisme is er niet dat er vrede komt in Oekraïne. De Amerikaanse vice-President J.D. Vance zelf gaf net voor Kerst te kennen dat hij geen “vertrouwen” heeft in een “vredevolle oplossing”, ondanks de pogingen van de Trump-administratie. 

Bojan Pancevski, correspondent voor de Wall Street Journal in Berlijn, stelt hierover: “In tegenstelling tot wat in het nieuws wordt gemeld, zijn militaire commandanten meer bereid om land in te ruilen dan Zelensky. Zijn belang (overleven) als politicus is niet gelijk aan het nationale belang. Door zijn slechte oorlogsvoering en corruptie is hij enorm impopulair onder de verdedigers, die openlijk over een staatsgreep praten, maar geen leider hebben.”

Het wordt met andere woorden interessant om de ontwikkelingen in Oekraïne zelf te volgen. Aangezien Europese landen of de V.S. niet de wil hebben om echte veiligheidsgaranties te bieden aan het land, heeft Pancevski gelijk wanneer hij stelt: “De belangrijkste garantie voor vrede is een krachtig Oekraïens leger… Oekraïne kampt met een onoplosbaar probleem: Rusland is zijn buurland. Het kan zijn soevereiniteit alleen behouden door een soort Israël op steroïden te worden.”

Voorts zegt hij terecht: “Rekenen op de ineenstorting van de Russische economie is dwaasheid. De tijd werkt in hun voordeel, een gemilitariseerde dictatuur die enorme offers kan en zal accepteren.”

Dat laatste inzicht is allesbehalve gemeengoed bij de voorstanders van steeds meer economische sancties – we zitten al aan het negentiende Europese sanctiepakket en Rusland blijft gewoon – indirect – handel voeren.

In tegenstelling tot de sancties, was de Westerse militaire steun aan Oekraïne wel succesvol om het land te helpen zich te verdedigen, zonder dat het Westen daarbij rechtstreeks in conflict kwam met Rusland. Tot dusver althans. Nu de V.S. geen financiële steun meer geven, kwamen de Europese regeringsleiders in december overeen om Oekraïne financieel te blijven steunen. Gelukkig was men zo verstandig om geen de facto confiscatie door te voeren van de Russische Centrale Banktegoeden die zich in de EU bevinden, al moest de Belgische Premier Bart De Wever alle zeilen bijzetten om uit te leggen hoe gevaarlijk dit was.

4. Komt er een akkoord over de Europese langetermijnuitgaven?

De onderhandelingen over de volgende langetermijnbegroting van de EU, of Meerjarig Financieel Kader (MFK), die voorziet in EU-uitgaven tussen 2028 en 2034, zijn alleen maar complexer geworden dan voorheen, aangezien ook de rente op de lening aan Oekraïne daaruit moet worden gefinancierd. Volgens schattingen bedraagt deze meer dan 3 miljard euro per jaar. Als de oorlog voortduurt, kan er meer gezamenlijke EU-schuld worden aangegaan.

Een “zuinige” alliantie, bestaande uit Oostenrijk, Zweden, Duitsland, Nederland, Finland en Ierland, is nu versterkt door Frankrijk en België, beide nettobetalers aan de EU-begroting, en wellicht ook Denemarken, vanaf januari. Zij eisen besparingen in de EU-begroting.

Het is de bedoeling om in december 2026 op een Europese top de laatst knopen door te hakken. Een grote obsessie van de Europese Commissie is om meer “eigen middelen” te krijgen – belastingbevoegdheden dus. Gelukkig staan lidstaten vijandig tegen plannen zoals de “Corporate Resource for Europe” (CORE) of de “Tobacco Excise Duty Own Resource” (TEDOR).

Over dat laatste waarschuwde Zweedse minister van Financiën Elisabeth Svantesson al dat dit voorstel “volstrekt onaanvaardbaar” is. Ze wees er daarbij op dat de Commissie niet alleen tabaksproducten wil aanpakken, maar ook alternatieven voor tabak, en klaagde: “bovendien wil de Commissie dat de belastinginkomsten naar de EU gaan en niet naar Zweden.” Laat nu net de Zweedse aanpak, waarbij niet of minder schadelijke tabaksproducten, zoals snus, legaal zijn, hebben geleid tot fors minder rokers en dus ook fors minder ziektegevallen die met roken te maken hebben. De Europese Commissie zweert echter bij de paternalistische aanpak en steeds hogere belastingen, en negeert daarbij ook dat dit wel eens de zwarte markt nog wat kan aanzwengelen.

Jammer genoeg blijken NGOs ook grote invloed op het Europees beslissingsproces terzake te behouden en worden hun amendementen woordelijk overgenomen. De Nederlandse EPP-europarlementsleden Sander Smit en Dirk Gotink maken zich erg verdienstelijk in de strijd om meer transparantie bij publieke financiering van NGO’s. Die laatste wendt zich in een brief tot NGO’s die proberen hem van dit dossier te halen. Over de geheime contracten tussen de Europese Commissie en NGO’s, waar lobby-instructies zouden staan, wijst hij er op dat “de enige reden dat deze contracten niet openbaar worden gemaakt, is dat de NGO’s dit zelf blokkeren. De Commissie wil deze documenten graag openbaar maken, maar kan dat juridisch niet zonder uw toestemming.” Het is veelzeggend dat zelfs minimale transparantie op dit vlak dus al verzet oproept.

5. Stopt de EU–regelneverij?

Met de goedkeuring van het zogenaamde eerste “Omnibus” – pakket door het Europees Parlement, is een eerste stap gezet met het afbouwen van Europese regelneverij. Zeker in de eerste regeerperiode van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen kwamen er in het kader van de “Green Deal” heel wat peperdure Europese regels bij.

De scherpste kantjes van de “CSDDD”, de richtlijn die een “zorgplicht” oplegt aan ondernemingen, wat neerkomt om heel wat bureaucratie om allerlei sociale en ecologische standaarden te gaan controleren in de eigen waardeketens, werden afgevijld, maar de regelgeving komt nog steeds in voege. 

Ondertussen blijft de EU monsterboetes uitdelen aan Amerikaanse big tech – bedrijven op arbitraire gronden, met als doel om vrije meningsuiting in te perken, en gaat de invoering van de digitale euro gewoon door, ondanks alle verzet. Het feitelijk EU-verbod op niet-elektrische wagens werd dan onlangs wel fors afgezwakt, auto’s moeten nog steeds 90 procent minder CO2 uitstoten vergeleken met 2021, en die 10 procent CO2 die auto’s nog mogen uitstoten, moeten autofabrikanten compenseren door te produceren met “groen staal” uit de EU, wat de prijs dus alweer opdrijft.

Eind dit jaar kwam de EU dan nog op de proppen met een zoveelste aanscherping van de eigen klimaatdoelstellingen en breidde ze op de koop toe ook nog het klimaattarief CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism), waardoor auto-onderdelen, koelkasten, wasmachines, bouwmaterialen en landbouwmachines duurder worden. Wie zit daar op te wachten?

Als er te weinig protest vanuit Europa zelf komt, moeten we alvast hopen op de Verenigde Staten. Die zijn niet enkel misnoegd over de blijvende aanvallen op Big Tech, maar ook de Europese weigering om de duurzaamheidsrichtlijnen niet langer toe te passen op Amerikaanse ondernemingen. De EU ziet zichzelf als een regelgevende “superpower”, die kan weg komen met dit soort extraterritorialiteit, maar dat zou in 2026 dus wel eens buiten Donald Trump kunnen zijn gerekend.  Marco Mensink, directeur-generaal van de Europese Raad voor de Chemische Industrie, stelt daarover in de Financial Times: “Het EU-model was om ambitieuze regelgeving op te stellen in de veronderstelling dat anderen zouden volgen, maar we naderen een situatie waarin Europa alleen aan kop gaat.” De chemische industrie kan het weten. Die verlaat op dit moment Europa, en dat er absoluut zelfs geen debat is over de vraag om het Europees klimaatbelastingsstelsel ETS, dat de gasprijs kunstmatig duur houdt voor onze industrie, is veelzeggend over de “sense of urgency” in Europa.

6. Illegale massamigratie – komt er eindelijk een keerpunt?

Ondanks een daling van 22 procent in de eerste 10 maanden van 2025, konden toch nog een 150.000 mensen illegaal de Europese Unie binnenglippen, wat op bijna 200.000 op jaarbasis komt. Dit probleem blijft dus bijzonder nijpend.

Op 16 december stuurden 19 EU-lidstaten een brief naar de Europese Commissie waarin ze eisten dat de Commissie richtsnoeren opstelt voor het gebruik van huidige en toekomstige EU-financieringsprogramma’s om zogenaamde innovatieve oplossingen te ondersteunen en in te voeren. Die oplossingen omvatten onder meer het opzetten van deportatiecentra in het buitenland voor mensen die Europa moeten verlaten, die door de Europese Commissie “terugkeerhubs” worden genoemd. Eerder in december namen de EU-instellingen wetten aan over het concept van veilige landen, wat het makkelijker zou moeten maken om asielaanvragen af te wijzen.

Het valt af te wachten of deze nieuwe aanpak er effectief komt, en of deze ook zal werken. Het Australische model, wat het Verenigd Koninkrijk met het Rwanda-model ook wilde invoeren, lijkt toch nog iets anders. Dat bestaat er in dat iedereen die illegaal binnenkomt sowieso nooit meer recht krijgt op asiel binnen het land dat hij of zij probeerde binnen te dringen. Wel voorziet Australië dat die mensen nog asiel kunnen aanvragen, wat Australië dan in de praktijk voorziet in een ander land, bijvoorbeeld Cambodja. Ook dient men de asielvraag er af te wachten buiten het Australisch grondgebied, met name in Nauru. De aanpak is nu een twee decennia succesvol, werd gesteund door zowel linkse als rechtse regeringen, en zorgde ervoor dat er in die periode – officieel althans – geen verdrinkingsdoden meer te betreuren vielen in Australische waters. Dit terwijl er de laatste 10 jaar alleen al een 30.000 mensen stierven in de Middellandse Zee.

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.