Een handelsakkoord tussen de EU en Zuidoost-Azië is nog niet voor morgen

Bovenop de handelsspanningen met de Verenigde Staten lopen nu ook de spanningen tussen de Europese Unie en Zuidoost-Azië op. In die groeiregio is er groot ongenoegen over de nieuwe anti-ontbossingsverordening van de EU, die nieuwe, strengere eisen oplegt voor vele imports uit de regio. Tijdens de EU-ASEAN-top in december waarschuwde de Indonesische president Jokowi de EU dat zij niet moet proberen haar normen aan het handelsblok ASEAN op te leggen indien zij haar betrekkingen met Indonesië in stand wil houden. Hij stelde: “Het kan niet dat … partijen .. altijd [zaken]dicteren en ervan uitgaan dat hun normen beter zijn dan de onze.”

In januari liepen de spanningen nog verder op, toen Maleisië waarschuwde dat het de export van palmolie, een product dat hard getroffen dreigt te worden, naar de Europese Unie wel eens volledig zou kunnen stopzetten als reactie. Een bijzondere frustratie in Indonesië en Maleisië is dat hun inspanningen om via duurzaamheidscertificering ontbossing tegen te gaan niet worden gewaardeerd, vooral omdat deze inspanningen ook resultaten hebben opgeleverd. De denktank Chain Reaction Research (CRR) stelde dat de ontbossing van palmolie in Indonesië, Maleisië en Papoea-Nieuw-Guinea is gedaald tot het laagste niveau sinds 2017.

Het is daarbij ook veelzeggend dat Sime Darby, een Maleisisch bedrijf dat ’s werelds grootste producent van gecertificeerde duurzame palmolie is, heeft aangekondigd een gebied van 400 hectare veenplantages in de Maleisische provincies Sabah en Sarawak te herbebossen, dit als onderdeel van een duurzaamheidsagenda om tegen 2050 «net-zero” uitstoot te bereiken. Een ander positief teken is dat de onderneming onlangs een positief advies van de Amerikaanse douane ontving, waardoor het na een verbod van twee jaar terug palmolie naar de V.S. te m mag importeren.

De vraag is of de Europese aanpak het doel van ontbossing tegengaan wel bereikt. Het Verenigd Koninkrijk erkent eenvoudigweg lokale normen op dit vlak, wat ook spanningen met handelspartners vermijdt. Volgens onderzoekers van de Universiteit van Bath zou een volledig verbod op palmolie in de toeleveringsketen het probleem van de ontbossing trouwens verergeren, aangezien in Europa geproduceerde alternatieven, zoals zonnebloem- of koolzaadolie, net meer land, water en meststoffen vergen.

De Sultan van Sulu

Een andere oorzaak van de spanningen tussen de EU en Zuidoost-Azië is een internationale juridische strijd over de controle over de olie- en gasvoorraden van Maleisië. Het juridische geschil komt voort uit een overeenkomst uit het koloniale tijdperk, teruggaand tot 1878, waarbij de British North Borneo Company toegang verleende tot een gebied dat nu deel uitmaakt van Maleisië, bekend als de reeds genoemde provincie Sabah. Destijds kwam een lokale heerser, de sultan van Sulu, overeen de Britten in staat “te profiteren van mineralen, bosproducten en dieren” in ruil voor de betaling van een jaarlijkse huur aan de sultan.

Sabah werd in 1963 deel van de nieuw opgerichte staat Maleisië. Decennialang betaalden verschillende Maleisische regeringen de erfgenamen van de sultan jaarlijks RM5.300 aan cessiegeld, maar in 2013 staakte Maleisië de betalingen, na een inval gestart vanuit de Filippijnen door aanhangers van wijlen Jamalul Kiram III, die beweerde de sultan van Sulu te zijn, waarbij zij ook aanspraak maakten op het oosten van Sabah.

Een Frans arbitragehof kende in februari 2021 14,9 miljard dollar toe aan erfgenamen van de Sultan van Sulu, een afgelegen gebied van de Filippijnen, en stelde Maleisië in het ongelijk. Deze beslissing kwam er op vraag van een Spaanse arbiter die aanvankelijk door een Spaanse rechtbank was aangesteld. Dat niet-Maleisische rechtbanken bevoegd zouden zijn wordt betwist door Maleisië, nadat het Hooggerechtshof van Sabah in maart 2020 oordeelde dat het geschil diende beslecht te worden in Maleisië volgens de overeenkomst van 1878.

Europese rechtbanken negeerden deze regionale uitspraak. De Franse arbitrage-uitspraak leidde ertoe dat in de zomer van 2022 in Luxemburg beslag werd gelegd op twee dochterondernemingen van Petronas, het staatsoliebedrijf van Maleisië. De waarde van de inbeslagnames is niet bekend, maar hier staan grote economische belangen op het spel, aangezien Sabah over aanzienlijke olie- en gasvoorraden beschikt. Een dag na de inbeslagnames schortte een Franse rechtbank de tenuitvoerlegging van het vonnis op in afwachting van de afronding van hoger beroep, maar voor Maleisië, dat voor het Westen een aantrekkelijke alternatief kan zijn voor Rusland als energieleverancier, is deze zaak van groot belang.

Belangenverstrengeling?

De Maleisische regering is bijzonder misnoegd over de manier waarop het gerechtelijk dossier is behandeld en viseert daarbij zelfs de rechter in de zaak, ook nadat een door het Institute for Transnational Arbitration gepubliceerde deskundigenanalyse stelde dat de Spaanse rechter van de arbitragerechtbank, Gonzalo Stampa, “een arbitrage voerde die volgens sommigen volledig doorgestoken kaart was”. Volgens deze analyse wees hij het vonnis ten gunste van de eisers “in de context van een zeer betwiste ad hoc arbitrage, waarbij noch de vermeende arbitrageclausule, noch het verloop van de procedure door de partijen of de rechtbanken van de zetel, Spanje, werd aanvaard. De arbiter heeft acties ondernomen die als onredelijk, extreem of zelfs uitdagend kunnen worden beschouwd, zoals de verplaatsing van de plaats van arbitrage, om uiteindelijk een polariserende uitspraak te doen”.

De Maleisische autoriteiten zijn daarbij zelfs een strafprocedure gestart tegen Stampa, die een nauwe band lijkt te hebben met het Spaanse advocatenkantoor in de zaak, B. Cremades & Asociados, dat de eisers vertegenwoordigt. In een interview vermeldt Stampa overigens zelf dat hij een nauwe en langdurige relatie met de oprichter van het kantoor, professor Bernado M. Cremades, die hem aannam nadat hij zijn rechtenstudie had afgerond. Hij werkte dertien jaar samen met Cremades en leerde van hem naar eigen zeggen alles wat hij weet over arbitrage, voordat hij zijn eigen praktijk opzette. “Ik heb niets dan dankbaarheid voor hem”, aldus Stampa. In die periode was Stampa co-auteur van een boek met Cremades dat in 1994 werd gepubliceerd, genaamd “Commercial Arbitration in Spain: history and current legislation.”

In november 2021, een maand nadat Stampa het arbitragegeding had verplaatst van Madrid naar Parijs, nadat een hoge rechtbank in Madrid zijn aanstelling had geannuleerd, namen Stampa en Cremades als spreker deel aan dezelfde juridische conferentie, uitgerekend in de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur, over internationale arbitrage. De wereld van het arbitragerecht is natuurlijk klein, maar sommigen vragen zich bij dit alles dus af of een nauwe relatie tussen rechter en partij een belangenconflict vormt dat de onpartijdigheid van de arbiter ondermijnt.

Geopolitieke belangen

Daarenboven laat de rol van advocate Elisabeth Mason, die de Sulu-erfgenamen vertegenwoordigt, vermoeden dat er mogelijk meer op het spel staat dan waar het juridische geschil over lijkt te gaan. Zij heeft banden met twee Amerikaanse techgiganten, Google en Facebook, die in 2021 hun ongenoegen uitten over Maleisische wetgeving in Sabah die voorschrijft dat enkel Maleisische schepen daar mogen varen, wat volgens hen de reparatie van onderzeese kabels zou belemmeren. Mason is vicevoorzitter van een door Google gefinancierde Amerikaanse liefdadigheidsinstelling, waarvan het bestuur grotendeels bestaat uit topmanagers van Google. Ze is ook de oprichter van het Stanford Poverty & Technology Lab, dat financiering ontving van Facebook-oprichter Mark Zuckerberg.

In 2021 kondigden Google en Facebook een nieuw Asia Pacific onderzees Big Data kabelnetwerk aan dat Japan, Taiwan, Guam, de Filipijnen, Indonesië en Singapore verbindt, maar Maleisië omzeilt. De banden van Mason met deze techgiganten, die ontevreden zijn over het beleid van Maleisië in Sabah, doen misschien vermoeden dat hier ook geopolitieke belangen spelen.

In elk geval zorgt de hele episode voor nog meer spanningen tussen Maleisië en West-Europa, wat de betrekkingen tussen de EU en het Zuidoost-Aziatische handelsblok ASEAN, waartoe Maleisië behoort, ernstig zouden kunnen ondermijnen.

Conclusie

In het licht van de “ontkoppeling” op handelsvlak tussen het Westen aan de ene kant en Rusland en China aan de andere, vormt Zuidoost-Azië een aantrekkelijk alternatief, met zijn snelgroeiende economieën en redelijk pro-Westerse houding. Een handelsakkoord tussen de EU en ASEAN wordt gezien als de heilige graal van handelspolitiek. Tal van obstakels liggen hiervoor op de weg, maar de genoemde spanningen maken het er niet makkelijker op. Toch draaien die om kwesties die kunnen worden opgelost. Daarom zou het jammer zijn om hier niet meer politieke energie in te steken.


Pieter Cleppe is hoofdredacteur van BrusselsReport, een webstek die zich richt op nieuws en analyse met betrekking tot EU-politiek.

Meer