De verkoopexplosie op de Chinese automarkt lijkt voorbij en dat is zeer slecht nieuws voor Duitse fabrikanten die de voorbije jaren voor grote percentages van hun totale omzet afhankelijk waren geworden van de verkoop in China.
In China is de verkoop van personenwagens in de eerste 3 weken van november met 28% gedaald. Een daling over het ganse jaar lijkt dan ook onvermijdelijk, omdat sinds juni maand na maand dalende verkopen werden geregistreerd. De overheid weigert de aankoopbelasting op auto’s te verlagen, omdat ze van mening is dat dit de dalende trend niet kan omkeren.
China: groeivertraging lijkt een feit
De Chinese economie kent ondanks de vaak creatieve rapportages van de overheid wel degelijk een groeivertraging. De autosector ondervindt dat aan den lijve. Er is de instorting van toegestane kredieten, de hogere prijs van benzine aan de pomp door de in waarde dalende yuan en de strijd tegen de luchtvervuiling. Al deze factoren spelen een rol, maar toch groeit de idee dat de Chinese automarkt stilaan gesatureerd raakt.
Er zijn nu 155 voertuigen op de weg per 1.000 Chinezen, in de tien grootste steden stijgt dat aantal zelfs tot 250 per 1.000. Dat lijkt weinig in verhouding tot de VS, waar een astronomische 857 voertuigen per 1.000 mensen rondrijden, maar er wonen dan ook veel meer Chinezen in steden, waar openbaar vervoer en andere transportmiddelen worden gebruikt.
Saturatiepunt begint bij 160 wagens per 1.000 inwoners
Een recente studie van het onderzoekbureau Bernstein, dat de Chinese auto-industrie van nabij volgt, bevestigt die stelling. Wanneer een land het niveau van 160 wagens per 1.000 inwoners bereikt, gaat de verkoop dalen. Dat gebeurde o.a. in de VS in 1925, in het VK in 1965, in Japan in 1970 en in Zuid-Korea en Taiwan in de jaren 1990. China zal dat niveau volgend jaar al bereiken of ten laatste in 2020.
Dat ook steeds minder Chinezen een rijexamen afleggen, bewijst volgens Bernstein wel degelijk een dalende interesse in auto’s.
Slecht nieuws voor Duitsland
De verkoopexplosie in de Chinese markt lijkt dus wel degelijk voorbij en dat is ook zeer slecht nieuws voor Duitse fabrikanten. Die waren de voorbije jaren voor grote percentages van hun totale omzet afhankelijk geworden van de verkoop in China.
Volkswagen verkoopt 40% van zijn totale jaarproductie van 11 miljoen wagens in China. Voor BMW en Daimler gaat het over respectievelijk 25% en 24%.
Ook de handelsoorlog tussen China en de VS helpt niet. BMW bijvoorbeeld voert SUV’s die in de VS worden gefabriceerd uit naar China, waar nu 40% invoertaksen moeten worden betaald. Het is vooral in de categorie SUV’s dat de aankopen totaal zijn ingestort.
Dat Donald Trump en Xi Jinping afgelopen weekeinde beslisten om de toepassing van nieuwe invoertaksen elkaars producten met 90 dagen uit te stellen zal daar voorlopig weinig aan veranderen. Een wat vage tweet van Donald Trump evenmin.
De 7 vette jaren zijn voorbij
De zeven vette jaren van de Chinese auto-industrie zijn voor de Duitsers wel degelijk voorbij, zeggen sectorspecialisten. Vooral omdat lokale spelers steeds beter worden op vlak van innovatie en kwaliteit. De Duitse dominantie, die 15 jaar lang heeft geduurd, loopt stilaan maar zeker op haar einde.
Duitsers bevinden zich in een steeds zwakkere positie
Maar er is meer: de Duitsers bevinden zich in een steeds zwakkere positie. De automobielsector vertegenwoordigt ruim14% van het Duitse bbp. Op vlak van elektrische wagens vertoont de sector daarbovenop een onrustwekkende achterstand. Dinsdag zal de Amerikaanse president Trump in Washington vertegenwoordigers van de Duitse auto-industrie ontmoeten. Verwacht wordt dat Trump nieuwe protectionistische maatregelen zal aankondigen. Eerder had de Amerikaanse president met een invoertaks van 25% gedreigd. Zoiets zou niet enkel de aandelen van Duitse autofabrikanten doen instorten, het zou ook de economische groei in de eurozone aantasten.
© Getty Images