Wereldwijd hebben de Duitse autobouwers Mercedes-Benz, BMW en Audi tijdens het tweede kwartaal van dit jaar gezamenlijk ruim 1,24 miljoen wagens verkocht. Dat betekent een terugval met ongeveer één vijfde tegenover dezelfde periode vorig jaar. De achteruitgang moet aan de impact van de coronacrisis worden toegeschreven.
Vooral in de Verenigde Staten en Europa liepen de verkopen sterk terug. In China konden de constructeurs daarentegen op een aanzienlijke heropleving rekenen.
Mercedes-Benz liet tijdens het tweede kwartaal van dit jaar een wereldwijde verkoop van 457.711 wagens optekenen. Dat was een daling met 20,2 procent tegenover dezelfde periode vorig jaar. Ook bij BMW werd een achteruitgang met 23,2 procent tot 430.397 exemplaren gemeld. Bij Audi tenslotte kende de verkoop een inkrimping met 22,8 procent tot 354.232 eenheden.
Herstel
De Chinese markt deelde echter niet in de wereldwijde achteruitgang. Audi zag zijn Chinese verkopen met 23,5 procent toenemen. De autobouwer verkocht het voorbije kwartaal in China 189.182 wagens. Daarmee vertegenwoordigde het Aziatische land bij het Duitse automerk 53 procent van de totale verkopen.
Audi zegt in China nog nooit eerder tijdens de maand juni zoveel auto’s te hebben verkocht dan dit jaar. Ook Mercedes-Benz en BMW konden in China een groei met respectievelijk 21,6 procent en 17,1 procent melden.
De Duitse autobouwers zien het succes in China als een signaal dat de sector zich na de coronacrisis snel herstelt. China was immers het eerste land dat zijn economie na de crisis opnieuw op gang bracht.
Ola Källenius, topman van Mercedes-Benz, stelde dan ook voorzichtig optimistisch te zijn dat de andere markten een gelijkaardig traject zouden volgen.