In Knokke-Heist wordt tijdens de laatste week van september een test opgezet waarbij zal worden onderzocht of drones zouden kunnen worden ingezet om op het strand vermiste kinderen op te sporen en drenkelingen op zee te redden.
Dat heeft Carl Decaluwé, gouverneur van West-Vlaanderen, bekend gemaakt. De oefening was oorspronkelijk vorig jaar al op de agenda geplaatst, maar het initiatief moest toen worden uitgesteld omdat het onnodig bleek om alle vereiste vergunningen tijdig in orde te maken. De oefening moet volgens de gouverneur uitwijzen of een vliegende camera de zoektocht naar een verloren gelopen kind kan versnellen. Hij wijst erop dat zowel de Intercommunale Kustreddingsdienst als het bedrijf Noordzee Drones, operator van de drones, vragende partij waren om de oefening op te zetten.
Reddingsboei
De Intercommunale Kustreddingsdient wijst erop dat tijdens de voorbije zomer nog altijd 1.703 meldingen van verloren gelopen kinderen werden geregistreerd. Dat betekent een sterke stijging tegenover de zomer vorig jaar. Het fenomeen moet volgens de redders vooral worden toegeschreven aan de uitstekende weersomstandigheden tijdens de voorbije zomer. Tevens wordt echter gewezen op de preventieve aanpak van de redders. Zodra een kind zonder begeleiding wordt opgemerkt, wordt ingegrepen. Daarmee wil men vermijden dat de kinderen nog verder zouden kunnen verdwalen. Daarnaast zullen ook tests worden uitgevoerd met een drone die boven de zee bij een drenkeling een reddingsboei kan uitgooien. Carl Decaluwé merkt op dat in andere landen al enkele tijd van drones gebruik wordt gemaakt bij reddingsacties op de stranden. De tests in Knokke-Heist hebben plaats op 26 september.