Doodstraf uitvoeren is duurder dan levenslang geven

Tegenstanders van de doodstraf krijgen hulp vanuit onverwachte hoek. Onder impuls van de economische recessie bekijken steeds meer Amerikaanse staten of ze de doodstraf niet beter zouden afschaffen, want die blijkt namelijk erg duur. De Democratische gouverneur Bill Richardson was deze week de eerste die de afschaffing van de doodstraf in zijn staat New Mexico bekend maakte. New Mexico is hiermee de 15de Amerikaanse staat waar de doodstraf wordt uitgebannen.Maar ook Colorado, Kansas en New Hampshire bekijken maatregelen in die zin, nadat uit verschillende studies blijkt dat de doodstraf veel kostelijker is dan het levenslang in de gevangenis houden van een misdadiger. De juryselectie, de rechtszaken en de oneindige beroepen brengen een fors kostenplaatsje met zich mee. Ook de bouw van speciale gevangenissen -die in de VS bekend onder de naam Death Row- en de verscherpte bewaking blijken enorm kostelijk.Uit een studie van de Amerikaanse denktank Urban Institue blijkt dat een doodsvonnis de belastingbetaler uiteindelijk 3 miljoen dollar kost, waar voor een levenslange gevangenisstraf iets meer dan 1 miljoen dollar volstaat.Andere argumenten zijn dat staten waar de doodstraf wordt uitgevoerd hogere misdaadcijfers hebben dan staten waar levenslang wordt gegeven. Verder zijn er ook al 130 mensen ter dood gebracht, waarvan later bleek dat ze onschuldig waren. Andere staten als bijvoorbeeld Texas- waar vorig jaar de helft van alle executies op Amerikaans grondgebied werden uitgevoerd- hebben voorlopig geen plannen om de doodstraf in vraag te stellen.