Digitalisering kan uitstoot met één vijfde verminderen

De digitalisering kan in de strijd tegen de klimaatverandering een centrale rol spelen. Digitale technologieën zouden de wereldwijde emissies van broeikasgassen met 20 procent kunnen verminderen.

Dat blijkt uit een studie van Bitkom, de Duitse federatie van digitale bedrijven, in samenwerking met het Borderstep Institute en de Universität Zürich.

Vooral in de energiesector, de bouwindustrie, mobiliteit en transport en de landbouw kunnen volgens de onderzoekers belangrijke resultaten worden gerealiseerd.

Effecten

De studie onderzocht de directe en indirecte effecten van de digitalisering op klimaatbescherming. Daarbij hielden ze rekening met digitale infrastructuur zoals datacenters en telecommunicatienetwerken enerzijds en met apparaten in particuliere huishoudens en bedrijven anderzijds.

Volgens de studie zouden tussen 1,8 procent en 3,2 procent van de wereldwijde emissies van broeikasgassen aan de productie en activiteiten van digitale apparaten en infrastructuur kunnen worden toegeschreven. Datacenters en communicatienetwerken zouden elk 15 procent van de uitstoot door de sector veroorzaken. De resterende 70 procent zou te wijten zijn aan hardware en apparaten van de eindgebruikers.

De onderzoekers ramen dat informatica en consumentenelektronica dit jaar tussen 900 megaton en 1.100 megaton koofstofdioxide zouden uitstoten. Datacenters en netwerken zouden elk een bijdrage tussen 200 megaton en 250 megaton hebben. Ter vergelijking: Vlaanderen stoot jaarlijks in totaal ongeveer 75 megaton broeikasgassen uit.

Energiemix

‘Klimaatbescherming en digitalisering vormen de grootste uitdagingen van deze tijd,’ betoogt Achim Berg, voorzitter van Bitkom. ‘Er is ook een duidelijk verband. Onder meer zal de energiemix bepalen of de groeiende activiteit van de digitale wereld eveneens de uitstoot zal doen blijven toenemen.’

‘Er wordt al decennia gepraat over een samengaan van economie en ecologie. De digitalisering kan voor die koppeling een belangrijke hefboom zijn. Onder meer intelligente technologieën maken het mogelijk de efficiëntie van energienetwerken kunnen optimaliseren.’

Berg maakt daarbij gewag van onder meer intelligente meters, die gezinnen kunnen helpen hun energieverbruik te verminderen. ‘Daarnaast kunnen intelligente technologieën ook de efficiëntie van de mobiliteit versterken,’ betoogt hij. ‘Geautomatiseerde gebouwbewaking kan bovendien onnodige verwarming en koeling helpen verminderen.’

‘Anderzijds zou de restwarmte van datacenters kunnen worden ingezet voor de verwarming van gebouwen,’ zegt Berg nog. ‘De digitalisering wordt bovendien duurzamer wanneer ze meer door hernieuwbare energie wordt gevoed.’