Op het ogenblik dat men de leeftijd van twintig jaar heeft bereikt, heeft het brein wellicht al het hoogtepunt van zijn cognitieve prestaties bereikt. Nadien blijkt de verwerking van nieuwe informatie in de hersenen steeds trager te verlopen.
Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers aan de University of Virginia. Er wordt wel opgemerkt dat de gekristalliseerde intelligentie, die een verzameling vormt van alle kennis en expertise die de mens heeft opgebouwd, echter wel blijft toenemen. In de meeste gevallen zal deze gekristalliseerde intelligentie een compensatie kunnen aanreiken voor het verlies aan het cognitieve opslagvermogen. “Tests tonen aan dat het vermogen om nieuwe informatie op te slaan, met het vorderen van de leeftijd steeds verder wordt gereduceerd,” benadrukt Timothy Salthouse, directeur van het Cognitive Ageing Laboratory aan de University of Virginia.
Werkvloer
“Het verband tussen beide elementen is nog niet helemaal duidelijk, maar er zijn aanwijzingen dat verantwoordelijkheid moet worden gezocht bij myeline, een product dat moet helpen om signalen tussen de verschillende neuronen door te geven.” “Naarmate het individu ouder wordt, neemt ook de activiteit van myeline af, waardoor de verbindingen tussen de neuronen zwakker zouden worden. Ook een verlies aan dopamine zou een verklaring kunnen zijn.” “Gelukkig kan dat verlies meestal ruimschoots worden gecompenseerd door de gekristalliseerde intelligentie, die tot op hoge leeftijd verder wordt opgebouwd,” betoogt Timothy Salthouse. “Ervaring kan vaak de cognitieve achteruitgang opvangen.” Het fenomeen kan echter belangrijke implicaties hebben voor de werkvloer, waar oudere collega’s aangemoedigd worden langer actief te blijven en nieuwe vaardigheden aan te leren. Wanneer die vaardigheid binnen de bestaande expertise en kennis kan worden geïntegreerd, kan op een positieve uitkomst worden gerekend. Wanneer echter compleet nieuw dingen moeten worden aangeleerd, zou dit proces mogelijk veel moeilijker kunnen verlopen. (mah)