Key takeaways

• Premier Bart De Wever (N-VA) heeft bij VTM Nieuws gereageerd op de vraag over wie getroffen wordt door de nieuwe meerwaardebelasting.
• “De rijkste 1 procent kan de dans ontspringen, daar is weinig tegen te doen”, is hij daar eerlijk.
• De Wever ontkent wel dat de middenklasse zwaar getroffen wordt.

“De rijkste 1 procent kan de dans ontspringen, daar is weinig tegen te doen”, zei De Wever als reactie op de kritiek op de meerwaardebelasting. Hij haalde voorbeelden aan zoals topatleten of ondernemers die zich vestigen in belastingparadijzen zoals Monaco. Volgens De Wever is deze elite zeer bedreven in het ontspringen van de dans en ontduikt zij handig haar financiële verplichtingen.

Complexe uitdaging

De Wever benadrukte dat het belangrijk is om deze mensen aan te moedigen om hun burgerplicht te vervullen, maar erkende dat directe oplossingen moeilijk te vinden zijn.

De Wever verdedigde de voorgestelde vermogenswinstbelasting met het argument dat deze geen onevenredige last op de middenklasse zou leggen. Hij benadrukte dat de gegenereerde inkomsten gebruikt zouden worden om de arbeidskosten voor mensen met lage en middeninkomens te verlagen, een maatregel die volgens hem zeer gerechtvaardigd was.

Kritiek van oppositiepartijen

Oppositiepartijen hebben kritiek geuit op de nieuwe belasting, en gezegd dat deze vooral gericht is op de middenklasse. Ze hebben hun bezorgdheid geuit over het feit dat de gewone burgers het grootste deel van de belastingdruk zouden dragen, terwijl de echt welgestelden ongedeerd zouden blijven.

De Wever noemde deze kritiek overdreven en beschreef de vermogenswinstbelasting als een evenwichtige aanpak die volgend jaar 250 miljoen euro moet opleveren en tegen het einde van de legislatuur een half miljard euro. Hij herhaalde dat deze middelen zouden worden gebruikt om de arbeidskosten te verlagen, met name ten gunste van mensen met lage en middeninkomens.

Uitvoering

Naar verluidt zal minister van Financiën Jan Jambon (N-VA) zijn wetsvoorstel nog voor het zomerreces ter goedkeuring voorleggen. Vroege concepten suggereren dat het plan tegen 2029 een gemiddelde nettoverhoging van 100 euro per maand beoogt door middel van maatregelen zoals het verhogen van de belastingvrijstellingsdrempel en het afschaffen van een specifieke solidariteitsbijdrage. Voor mensen met de laagste inkomens zouden deze voordelen volgend jaar al werkelijkheid moeten worden.