De les voor de eenentwintigste eeuw? Terroristen winnen wanneer machtige regeringen overdreven reageren.
Niemand slaagt er beter in om ons mentale evenwicht te verstoren dan de terroristen. Sinds de aanslagen van 11 september 2001 worden in de Europese Unie jaarlijks ongeveer 50 mensen door terroristen gedood. In de Verenigde Staten worden jaarlijks ongeveer 10 mensen in terroristische aanslagen om het leven gebracht.
60 doden vs. 120.000 doden
Het is een vaak gehoord cliché, maar jaarlijks komen 80.000 Europeanen en 40.000 Amerikanen om het leven bij verkeersongevallen. Onze wegen vormen dus een veel groter gevaar voor ons leven dan terroristen. Waarom dan zijn de meeste westerlingen banger voor terreuraanslagen dan voor autorijden?
In zijn boek ’21 vragen voor de 21ste eeuw’, geeft Yuval Noah Harari, een Israëlisch filosoof, futuroloog en professor aan de Hebreeuwse universiteit van Jeruzalem, ons het antwoord.
Terreur is de strategie van de zwakke en wanhopige
Terrorisme is een strategie die typisch uitgestippeld wordt door zwakke en wanhopige partijen. Haar streefdoel is een impact te genereren op de politieke situatie in een land of regio en dat door angst te zaaien bij de vijand, eerder dan door materiële schade te veroorzaken. Want terroristen zijn meestal niet bij machte dat laatste te doen. Maar hoewel terroristen meestal weinig mensen doden, leert de eenentwintigste eeuw ons dat hun campagnes vaak meedogenloos effectief zijn.
De door Al-Qaida georganiseerde aanslagen van 11 september 2001 hebben aan ruim 3.000 Amerikanen het leven gekost en dood en vernieling gezaaid in de straten van Manhattan. Desondanks hebben ze op geen enkel moment de militaire capaciteit van de Verenigde Staten in gevaar gebracht of aangetast. Ook na de aanval beschikte het Amerikaanse leger nog altijd over exact hetzelfde aantal soldaten, oorlogsschepen en gevechtstanks als voorheen. Ook de wegen, communicatiesystemen en spoorwegen bleven ongedeerd.
© Public Domain
Chaos zaaien was het doel; dat is exact wat is gebeurd
Maar het was de enorme audiovisuele impact die gepaard ging met het instorten van de Twin Towers die de natie ertoe bracht om massale vergelding te zoeken. De doelstelling van de terroristen was om politieke en militaire chaos te zaaien in het Midden-Oosten. Dat is exact wat is gebeurd. Luttele dagen na de aanslagen kondigde George W. Bush de ‘war on terror’ aan in Afghanistan. De gevolgen daarvan laten zich tot op vandaag nog in de regio voelen.
Hoe is het mogelijk dat zo’n kleine groep terroristen (ze waren met 19), die over weinig of geen militaire middelen beschikte, bij machte was om een wereldmacht tot zo’n onevenredige vergelding te manipuleren?
De vlieg in de porseleinkast
Harari vergelijkt terroristische groeperingen als Al Qaeda met een vlieg in een porseleinkast. Deze vlieg wil graag wat potjes breken, maar heeft niet eens de kracht om een theekopje te bewegen. Ze heeft wel een briljant idee. In diezelfde porseleinkast bevindt zich een olifant. De vlieg gaat nu om de oren van de olifant zoemen en hem zo irriteren, dat de olifant gaat reageren. Uiteindelijk wordt hij zo kwaad dat hij alles breekt.
Denk nu even terug aan 9/11 en de ’oorlog tegen terreur’, schrijft Harari. Een islamitische en extremistische vlieg slaagde er in de Amerikaanse olifant dermate te irriteren dat die – gedreven door woede en angst – ei zo na de ganse winkel van het Midden-Oosten vernietigde. Vandaag regeren fundamentalisten over het bloedbad dat in de regio is aangericht.
De les voor de eenentwintigste eeuw? Terroristen winnen wanneer machtige regeringen overdreven reageren.