De term ‘smart city’ duikt voor het eerst op in 2011, wanneer IBM het als handelsmerk registreert. 8 jaar later is er van die slimme stad nog niet veel in huis gekomen. Aan de term dreigt ook snel een tweede adjectief te moeten worden toegevoegd: ‘onbetaalbaar’.
Wereldwijd investeren gemeentebesturen miljoenen dollar om slimme steden te ontwikkelen. Daarbij schakelt men internet en andere geconnecteerde toepassingen in om een super-efficiënte infrastructuur te creëren. Die moet een optimale organisatie toelaten en het welzijn van de bevolking ondersteunen. Maar zelfs indien deze slimme steden nu al zouden bestaan, dan zouden ze voor veel mensen gewoon onbetaalbaar zijn.
Niet leefbaarheid, maar betaalbaarheid is de belangrijkste factor voor stadsvlucht
In de westerse wereld heeft zich paradoxaal genoeg een stadsvlucht ingezet. Ook bij ons. “Als mensen niet in de stad gaan wonen, of die ontvluchten, dan ligt dat niet aan het feit dat ze de voordelen er niet van inzien, maar wel in de eerste plaats aan de (on)betaalbaarheid van stedelijk wonen”, schrijft buurtontwikkelaar Matexi in een rapport. Niet leefbaarheid, maar betaalbaarheid is de belangrijkste factor voor stadsvlucht:
“Het percentage stadsvlucht is hoger in duurdere steden zoals Leuven, Gent, Antwerpen, en Brugge, en dat ondanks het feit dat de bewoners van duurdere steden door de band genomen net méér tevreden zijn over hun stad.”
“Een goede maatstaf is de woonquote: het percentage van je budget dat je spendeert aan wonen”, zegt Roel Helgers, Market Economist bij Matexi. “We zien dat het aandeel mensen met een woonquote boven de 30% beduidend hoger ligt in steden zoals Antwerpen en Leuven. In de duurdere steden zullen er dus ook vaker betalingsmoeilijkheden spelen.”
De huurprijzen liggen ondertussen op een niveau dat ingaat tegen het concept van ‘slimme stad’, net omdat dit laatste begrip zich concentreert in steden waar de bevolking zich voor zulk concept interesseert.
Slimme stad is verworden tot een containerbegrip
De term wordt dan ook vaak misbruikt en correleert voor velen met het promoten van leven op kleine ruimtes en investeringen in openbaar vervoer. Het eerste maakt dat gezinnen met kinderen de stad verlaten, het laatste blijft in een stad als pakweg Antwerpen (Smart City – Living lab voor Vlaanderen) nog steeds weinig performant. Begin van de jaren negentig van de vorige eeuw organiseerde Johan Sauwens, de eerste Vlaamse verkeersminister (1988-1992), een studiereis naar Grenoble, Genève en Basel. Hij raakte onder de indruk van de manier waarop de Zwitsers hun verkeerslichten beïnvloedden. “Maar het effect van de reis was zero, zero, zero…”, schrijft mobiliteitskenner Herman Welter ruim twintig jaar later in Gazet van Antwerpen.
De term ‘slimme stad’ is ondertussen een containerbegrip geworden dat dringend aan een update toe is. Prioriteiten daarbij zijn misschien best wat minder technologie-gedreven. Wat is er mis met een stad die naast het nastreven van slimme mobiliteit, ook zijn middenklasse beschermt? En de werkende bevolking een duw in de rug geeft.