85 Belgische families mogen zich gelukkig prijzen. Ze zijn het voorbije decennium toegetreden tot de begeerde lijst van de 200 rijkste Belgen. Doorgaans gaat het om families die de valkuilen van het familiaal ondernemen wisten te omzeilen of te ontmijnen: rendabiliteit opzoeken, opvolging verzekeren en ruzies binnen de familie houden. Wanneer er 85 nieuwe families zijn bijgekomen, betekent dat ook dat er 85 zijn verdwenen. Sommigen voorgoed, in al dan niet dramatische omstandigheden, anderen zakten gewoon terug door een verlies aan competitiviteit. Dat alles blijkt uit het nieuwe boek van Ludwig Verduyn “De 200 rijkste Belgen”, dat op 30 juni bij Uitgeverij Van Halewyck verschijnt en 19.95 euro kost.
Het eerste boek “De 200 rijkste Belgen” verscheen in het jaar 2000. Nu, een decennium later, is de tijd rijp om een volledige update op te maken, aldus Verduyn, die nu Actua TV leidt, in een persbericht.
‘Wanneer we kijken wie uit de lijst verdween, dan dringt zich meteen een eerste conclusie op. De textielsector lijkt definitief verbannen uit onze regio. Precies die sector lag aan de basis van heel wat vermogensopbouw de voorbije eeuw. Maar misschien moeten we iets meer verfijnen. De Oudenaardse familie Santens is één van de meest bekende slachtoffers. Santens was aan het eind van de vorige eeuw een naam als een klok. Marc Santens was ooit voorzitter van het Vlaams Economisch Verbond en Kredietbank. Andere familietelgen waren burgemeester van Oudenaarde en voorzitter van het Verbond van Kristelijke Werkgevers. Santens produceerde in Oudenaarde badtextiel. Veel badtextiel. Vooral handdoeken, letterlijk aan de lopende kilometer. Maar de globaliserende concurrentie kwam van overal, uit Oost-Europa, Azië en Afrika. Santens ging ten onder aan volumeproductie met lage marges. En aan een BBI-onderzoek in 2008, maar dat terzijde. Volumeproductie in een stagnerende markt met dalende marges blijkt één van de beste cocktails te zijn om industrieel kopje onder te gaan.
Om vermogen op te bouwen, moet je ondernemen en ondernemen betekent risico lopen. Sommigen nemen daarbij al meer risico’s dan anderen. In het boek is een plaatsje weggelegd voor de families De Jaeck, Van Praag en Hendrickx. Die families verkochten respectievelijk de bedrijven Massive (lampenproductie), Van Praag (distributie van huishoudelectro) en Henco (productie van radiatoren). Alle drie eindigden ze in een frontale botsing met de fiscus.
Fiscale elementen kunnen ook voor andere vreemde effecten zorgen. Vooral wanneer het gaat om erfenissen. Zo bijvoorbeeld bij de Antwerpse havenondernemer Fernand Huts. 10 jaar terug was Huts niet gediend met pottenkijkers in zijn zakelijk imperium. Zijn vermogen zat verborgen in een web van vennootschappen. Nu de kinderen groot zijn geworden, heeft Huts alles netjes verzameld, weze het dan in Luxemburg. Het bracht hem van de 157ste naar de 8ste plaats. Een stijger met stip dus.
Het wantrouwen in de Belgische overheid blijft een constante bij de rijkste Belgen. Velen die hun bedrijf verkopen verdwijnen onder de radar. Ze brengen hun opbrengst over naar een veilige haven, buiten het oog van de Belgische overheid en dus ook buiten ons oog. Slechts weinigen herinvesteren hun gerealiseerd vermogen fluitend in nieuw industrieel risico. Als ze het toch doen, behouden ze voor zichzelf een mooie reserve. Wat meteen ook hun goed recht is. Wanneer er nog wordt geïnvesteerd dan is het in vastgoed dat vrij van muntrisico en grote ontwaarding is. Misschien moet de politieke klasse hier ook eens bij stilstaan. Niet alleen het vertrouwen van de burger in de politiek moet worden hersteld, ook dat van de ondernemer.e
Top 10 Rijkste Belgen
1. Families AB Inbev: 25.681,029 miljoen euro
2. Familie Albert Frère: 2.933,406 miljoen euro
3. Familie Emsens: 2.418,007 miljoen euro
4. Famiie Colruyt: 2.273,489 miljoen euro
5. Families Unilin: 2.200 miljoen euro
6. Familie De Nul: 1.748,744 miljoen euro
7. Familie Lhoist-Berghmans: 1.662,565 miljoen euro
8. Familie Fernand Huts: 1.104,9 miljoen euro
9. Familie D’Ieteren: 1.080,040 miljoen euro
10. Familie Van Rompuy: 945,737 miljoen euro
