De manier waarop luchtvaartmaatschappijen passagiers laten instappen is idioot

Per vliegtuig reizen is sinds 9/11 een irriterende bedoening geworden. Wanneer de veelvuldige veiligheidscontroles achter de rug zijn kan eindelijk worden ingescheept. Maar ook deze laatste stap is vaak een zenuwslopende bedoening: je plaats in het vliegtuig vinden, je handbagage in de daarvoor bestemde ruimte plaatsen, vragen dat de passagier die al in de middenstoel heeft plaatsgenomen opnieuw rechtstaat omdat jij bij het venster een plaats hebt gekregen. Dat alles terwijl ook de andere passagiers ondertussen van het gangpad gebruik maken om hun plaats te vinden.

Vele vliegtuigmaatschappijen hanteren al jaren dezelfde inscheep- of boardingmethode: het vliegtuig wordt per rijen van 10 van achter naar voren gevuld. Is dat daarom de meest efficiënte methode? Allesbehalve, blijkt uit een nieuwe studie van fysicus Jason Steffen van het Fermilab Center for Particle Astrophysics (.PDF). Integendeel, deze methode is zelfs ronduit de traagste.

Steffen testte de efficiëntie van verschillende klassieke inscheepmethodes door 72 met handbagage beladen passagiers in een Boeing 757 te proppen. Onder die methodes de klassieke zone/blockmethode, waarbij passagiers het vliegtuig van achter naar voren opvullen, meestal in groepen van 10 rijen; de WilMA-methode die staat voor Window, Middle, dan Aisle, waarbij eerst alle vensterplaatsen worden gevuld, dan de middenplaatsen en uiteindelijk de gangplaatsen; de ‘random’-methode, waarbij passagiers naar willekeur het vliegtuig kunnen betreden; en uiteindelijk de Steffen-methode die onderaan wordt uitgelegd (zie grafiek en video).

Wat bleek? De door de meeste vliegtuigmaatschappijen gebruikte zone/blockmethode was veruit de traagste, ver achter de ongesofisticeerde ‘willekeurige methode’ waarbij eenieder willekeurug het vliegtuig binnenmag.

De Steffen-methode was de snelste omdat ze het aantal mensen dat een vensterplaats heeft, zonder dat die de kans krijgen om tegen elkaar op te botsen, maximaliseert.

De resultaten van Steffens onderzoek zijn opmerkelijk omdat elke minuut die een vliegtuig sneller een terminal kan verlaten de luchtvaartmaatschappij 30 dollar oplevert. Een grote luchtvaartmaatschappij, die 1.500 vluchten per dag verzorgt, zou zo op jaarbasis al snel 16 miljard dollar kunnen besparen, aldus een eerder onderzoek van Karen Nyquist en Kathleen McFadden.

De Steffen-methode

Steffen gaat ervanuit dat het personeel van de luchtvaartmaatschappij de passagiers buiten het vliegtuig al in de goede volgorde kan verzamelen. In zijn grafiek en onderstaand filmpje is te zien hoe de passagiers 1 tot en met 6 achter elkaar het vliegtuig betreden terwijl ze respectievelijk op de achterste, op twee na laatste, op vijf na laatste, enz. rij zitten. Nadat alle even vensterplaatsen zijn ingenomen aan één kant van het vliegtuig is het de beurt aan de andere kant (passagiers 7 tot en met 12). Dan nemen de passagiers 13 tot en met 18 de oneven vensterplaatsen in enz.

In de test was het vliegtuig dat volgens de Steffen-methode werd geboard op 3 minuten en 36 seconden klaar. Het boarden van een vliegtuig volgens de zone/blockmethode, waarbij passagiers het vliegtuig van achter naar voren opvullen, duurde 6 minuten en 11 seconden; boarden volgens de WilMA-methode duurde 6 minuten en 54 seconden en ook het boarden via de ongesofisticeerde ‘willekeurige methode’ waarbij eenieder willekeurig het vliegtuig binnenmag – en die steeds meer luchtvaartmaatschappijen hanteren – bleek nog altijd een volle minuut trager dan bij de Steffen-methode.

Het enige obstakel? Hoe krijg je de mensen bij de ingang van het vliegtuig al in de goede volgorde om de Steffen-methode toe te passen?