Key takeaways
- De industriële producentenprijzen zijn in februari 2025 licht gestegen, met 0,2 procent in de eurozone en 0,3 procent in de EU.
- Intermediaire goederen kenden de grootste maandelijkse stijging (0,4 procent) in zowel de eurozone als de EU, terwijl de energieprijzen met 0,2 procent stegen in de eurozone en een meer substantiële 0,7 procent in de EU.
- Bulgarije noteerde de grootste jaarlijkse stijging (+19,0 procent), gevolgd door Ierland (+12,8 procent) en Estland (+12,7 procent).
Uit gegevens van Eurostat blijkt dat de industriële producentenprijzen in februari 2025 licht zijn gestegen ten opzichte van januari 2025, met stijgingen van 0,2 procent in de eurozone en 0,3 procent in de EU. Deze groei volgt op een periode van sterkere stijging in januari 2025, toen de prijzen in de eurozone met 0,7 procent en in de EU met 0,8 procent stegen.
Terugkijkend naar februari 2024 vertoonden de industriële producentenprijzen een sterkere stijging, met 3,0 procent in de eurozone en 3,1 procent in de EU. Als we kijken naar de prijsveranderingen in de verschillende industriesectoren, zien we dat intermediaire goederen de grootste maandelijkse stijging (0,4 procent) vertoonden in zowel de eurozone als de EU, terwijl de energieprijzen stegen met 0,2 procent in de eurozone en een meer substantiële 0,7 procent in de EU.
Maandelijkse en jaarlijkse prijsstijgingen
Kapitaalgoederen stegen ook licht, met een stijging van 0,2 procent in beide regio’s, terwijl duurzame consumptiegoederen een kleine daling (0,1 procent) lieten zien in de eurozone. De prijzen van niet-duurzame consumptiegoederen stegen met 0,1 procent in de eurozone en 0,2 procent in de EU. Zonder energie stegen de totale prijzen van de industrie met 0,2 procent in de eurozone en 0,3 procent in de EU.
Op nationaal niveau noteerde Estland de grootste maandelijkse stijging van de industriële producentenprijzen (+9,5 procent), gevolgd door Roemenië (+4,8 procent) en Bulgarije (+2,5 procent). Daarentegen kende Ierland de sterkste daling (-4,9 procent), terwijl Frankrijk en Slowakije ook dalingen van -0,8 procent lieten optekenen. Slovenië noteerde een kleinere daling van -0,5 procent.
Prijsstijgingen in afzonderlijke lidstaten
Op jaarbasis stegen de industriële producentenprijzen in de eurozone met 3,0 procent ten opzichte van februari 2024. De grootste stijging werd waargenomen voor energie (7,4 procent), gevolgd door intermediaire goederen (0,9 procent). Kapitaalgoederen en duurzame consumptiegoederen stegen ook met respectievelijk 1,6 procent en 0,9 procent, terwijl niet-duurzame consumptiegoederen met 1,7 procent stegen.
In de EU weerspiegelden de jaarlijkse prijsstijgingen die in de eurozone, met energieprijzen aan kop met 7,4 procent. Intermediaire goederen stegen met 1,0 procent, kapitaalgoederen met 1,7 procent, duurzame consumptiegoederen met 1,0 procent en niet-duurzame consumptiegoederen met 2,0 procent. Zonder energie stegen de totale industrieprijzen in beide regio’s met 1,4 procent.
Overige ontwikkelingen
Als we naar de afzonderlijke lidstaten kijken, zien we dat Bulgarije de grootste jaarlijkse stijging (+19,0 procent) liet optekenen, gevolgd door Ierland (+12,8 procent) en Estland (+12,7 procent). Luxemburg kende de grootste daling (-5,6 procent), terwijl Litouwen en Frankrijk ook dalingen van respectievelijk -1,5 procent en -1,4 procent lieten zien.
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!