De Frans-Duitse motor van Europa moet weer op gang gebracht worden

Sinds de inval van Rusland in Oekraïne in februari 2022 heeft Europa een radicale transformatie ondergaan. Zowel de Europese Unie als de NAVO hebben met uitzonderlijke eensgezindheid gereageerd; alle oude conflicten binnen deze organisaties leken anachronistisch in het licht van de oorlog op het continent en verdwenen schijnbaar van de ene dag op de andere.

Maar onder de oppervlakte van de nieuwe cohesie van de EU borrelen spanningen op. Dit is algemeen bekend in de twee meest bevolkte en economisch belangrijkste lidstaten van het blok, Duitsland en Frankrijk, die in toenemende mate met elkaar overhoop liggen.

Regelmatig geplande intergouvernementele bijeenkomsten zijn geannuleerd. Terwijl de Franse president Emmanuel Macron en de Duitse kanselier Olaf Scholz (samen met de toenmalige Italiaanse premier Mario Draghi) een historische gezamenlijke reis naar Kyiv ondernamen, waar zij een ontmoeting hadden met de Oekraïense president Volodymyr Zelensky, organiseerden zij geen vergelijkbaar bezoek aan Beijing, hoewel dat de positie van Europa zeker zou hebben versterkt.

Het slechtst mogelijke moment

In plaats daarvan begon Macron aan een driedaagse soloreis naar China en zei hij op de terugweg naar huis tegen een interviewer dat Europa moet vermijden ‘verstrikt te raken in crises die niet de onze zijn’ – een verwijzing naar Taiwan – en moet voorkomen dat het een ‘vazal’ van de Verenigde Staten wordt, wat hem kritiek opleverde aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Zijn verdeeldheid zaaiende opmerkingen hebben er bijna voor gezorgd dat het China-beleid van de EU een nog grotere wig zal drijven tussen Frankrijk en Duitsland en de transatlantische betrekkingen zal verzwakken, ook al is Europa meer dan ooit afhankelijk van de militaire macht van de VS tegenover de agressie van Rusland.

Dit is duidelijk het slechtst mogelijke moment voor Europa en de VS om uit elkaar te drijven. De strategische uitdaging van de oorlog in Oekraïne heeft de inspanningen van China geïntensiveerd om een nieuwe wereldorde tot stand te brengen waarin Rusland permanent van China afhankelijk is, de wereldeconomie om Eurazië draait en China de voorwaarden voor internationale bestuursinstellingen bepaalt. Tegenover deze Chinese ambities moet het transatlantische partnerschap meer dan ooit worden versterkt.

Meer Frans-Duitse samenwerking

In Parijs daarentegen gaat het om de vraag in hoeverre Scholz de bilaterale betrekkingen opnieuw wil vormgeven en hoeveel belang hij daaraan hecht, gezien het officiële stilzwijgen van Duitsland hierover. Meer in het algemeen willen de Fransen weten wat voor soort Europa Scholz wil.

Scholz is zeker geen bijzonder begenadigd politiek communicator, met als opmerkelijke uitzondering zijn ‘waterscheidings’-toespraak, die hij onmiddellijk na de Russische inval in Oekraïne hield. Maar dat verklaart niet waarom Scholz zijn visie op de Frans-Duitse betrekkingen – het kloppend hart van het blok – niet heeft verwoord en waarom de ambities van zijn regering voor de EU ondoorzichtig blijven. Opheldering inzake beide kwesties is dringend nodig.

Gezien de oorlog in Oekraïne, de bredere Russische dreiging voor Europa en de geopolitieke uitdagingen van het streven van China en Rusland naar een Euraziatische strategie is vervreemding het laatste wat Frankrijk en Duitsland zich kunnen veroorloven. Een dergelijke splitsing zou Europa verzwakken in een tijd waarin precies het tegenovergestelde – meer Frans-Duitse samenwerking – nodig is.

Zo gelijk, zo verschillend

Het zal niet makkelijk zijn een dergelijke samenwerking weer op te bouwen. De twee buurlanden verschillen van mening over enkele van de belangrijkste beleidskwesties: de betrekkingen met de NAVO en de VS, de energievoorziening (kernenergie versus hernieuwbare energie), de Europese ruimtetechnologie, de gezamenlijke aanschaf van wapens en de defensiecapaciteit van het blok (en de mate waarin de NAVO daarbij betrokken moet worden). Anderzijds is de Frans-Duitse relatie nooit eenvoudig geweest: de twee landen zijn zo gelijk en toch zo verschillend.

Van meet af aan is duidelijk geweest dat de EU alleen vooruitgang kan boeken als haar twee grootste economieën samenwerken. Hoewel geen enkele lidstaat in staat is het blok te domineren, zijn Duitsland en Frankrijk elk sterk genoeg, zelfs in een uitgebreide EU, om iedere stap in de richting van een ‘steeds hechtere unie’ te verhinderen, mochten zij daarvoor kiezen. Om de nieuwe geopolitieke en veiligheidseisen op het Europese continent aan te pakken, is dus een gezamenlijke Frans-Duitse visie nodig en de bereidheid van beide landen om compromissen te sluiten.

Er is geen alternatief

Of Macron en Scholz met elkaar kunnen opschieten of elkaar op de zenuwen werken is van secundair belang, want Europa is de bestaansreden van beide staten. Er is geen alternatief. Bovendien heeft Brexit aangetoond dat een terugkeer naar het Europese natiestaatsysteem van de negentiende eeuw uitgesloten is: het door de Brexiteers beloofde ‘global Britain’ is een complete illusie gebleken.

De oorlog van de Russische president Vladimir Poetin tegen Oekraïne en zijn bedreiging van Europa tonen op brute wijze de noodzaak van de EU aan. Maar zelfs vóór februari 2022 hadden de voortdurende veranderingen in de wereldorde al duidelijk gemaakt dat de Europese staten te klein zijn voor de wereld van de eenentwintigste eeuw. Hun keuze is duidelijk: vrede, vrijheid en welvaart door samen te werken, dan wel conflicten, politieke instabiliteit en externe controle door ieder zijn eigen weg te gaan.

Frans-Duitse samenwerking blijft onmisbaar voor de EU, vooral nu haar geopolitieke situatie precair is en haar economische vooruitzichten onzeker zijn. In het beste geval zal aanhoudende vervreemding tussen beide landen het blok kostbare tijd kosten op een moment dat het enorme technologische vooruitgang moet boeken om gelijke tred te houden met de VS en China. In het ergste geval kan dit leiden tot een Europese catastrofe – iets wat elke verantwoordelijke politicus zou moeten willen vermijden.

Europa heeft een goed functionerende Frans-Duitse motor nodig. Het kan zich zelfs geen tijdelijke hapering veroorloven.


Vertaling: Menno Grootveld

Joschka Fischer was Duitslands minister van Buitenlandse Zaken en vicekanselier van 1998 tot 2005, en bijna twintig jaar lang een leider van de Duitse Groenen.

Copyright: Project Syndicate, 2023
www.project-syndicate.org

Meer