De beleidsmislukkingen van Angela Merkel: een overzicht

Na bijna 16 jaar als Duits bondskanselier, neemt Angela Merkel afscheid van de politiek. Gedurende die periode was zij de machtigste politica van Europa en stond zij aan het roer van Europa’s grootste economie. Hoewel de Duitse economie in die periode relatief goed presteerde, is er bij nader inzien weinig waar ze trots op kan zijn. Hierbij een overzicht van haar vele beleidsmislukkingen.

Eurotransfers

Toen Duitsland besloot om zijn D-Mark op te geven, was de afspraak zeer duidelijk: transfers om regeringen die te veel hadden uitgegeven te helpen waren binnen de eurozone uit den boze. 

In de praktijk is het natuurlijk anders gegaan. Reeds gedurende de jaren voor 2010, toen een reeks noodfondsen voor de eurozone in het leven werd geroepen, had de Europese Centrale Bank gemakkelijk geld verstrekt aan banken in lidstaten van de muntunie die voordien nooit zo goedkoop geld hadden kunnen lenen van hun centrale bank. 

Banken in Italië, bijvoorbeeld, gebruikten die goedkope euro’s om Italiaanse staatsobligaties te kopen, wat op zijn beurt de rente die Italië moest betalen om te lenen omlaag dreef. De regeringen van lidstaten met een buitensporige schuldenlast, zoals Italië of België, hadden zo nauwelijks nog een stimulans om de nodige structurele hervormingen door te voeren die nodig waren om belastinginkomsten te genereren waarmee de overheidsuitgaven konden worden gefinancierd. Het lidmaatschap van de eurozone was voldoende om die opgeblazen welvaartsstaten overeind te houden. 

De voormalige Griekse premier Alexis Tsipras en Angela Merkel in 2018 (Credit : Frederic Sierakowski / Isopix)

Een soortgelijke dynamiek was in de hele muntunie zichtbaar, lang voordat Griekenland – ook overspoeld door goedkoop geld, wat aanleiding gaf tot een extreme uitgavenorgie – plots niet langer in staat was zijn overheidsschuld te herfinancieren. In andere lidstaten van de eurozone, zoals Spanje en Ierland, was er dan weer sprake van een zeepbel op de huizenmarkt, gevolgd door een uiteenspatten ervan. Ook dat was veroorzaakt door gemakkelijk ECB-geld dat door lokale banken in de vastgoedmarkt was gepompt, waardoor sommige van die lokale banken met buitensporige schulden werden opgezadeld, met als gevolg financiële instabiliteit, waardoor de Ierse en Spaanse regering uiteindelijk om een financiële reddingsoperatie van de eurozone moesten vragen.

De druk was al een tijdje aan het toenemen totdat uiteindelijk, begin 2010, de Griekse staatsschuldcrisis uitbrak. Die werd gevolgd door drie reddingsoperaties voor Griekenland, alsook reddingsoperaties voor Ierland, Portugal, Cyprus en Spanje. Andere landen, zoals Italië en België, werden indirect door allerlei speciale programma’s door de ECB van het bankroet gered.

Het Duitse beleidsestablishment, met Angela Merkel aan het roer, had al die reddingsoperaties kunnen blokkeren, maar koos ervoor dat niet te doen, ondanks ernstige bezwaren, zoals blijkt uit het feit dat in 2011 een aantal hooggeplaatste Bundesbank-leden ontslag nam. Daarbij stemde Merkel niet alleen in met de reddingsoperaties die haar nationale parlement ook goedkeurde, maar steunde ze ook stilzwijgend de buitenparlementaire acties van de ECB om “alles te doen wat nodig is” om de wankele monetaire unie overeind te houden.

Het zou onjuist zijn te beweren dat de eurozone zonder Merkel niet zou hebben overleefd. Velen in het westerse politieke establishment – met name in Washington D.C. – waren doodsbang voor een uiteenvallen van de eurozone en de onvoorspelbare besmettingsdynamiek die zou zijn ontstaan. Merkel is niettemin het gezicht van de beslissing om het belastinggeld van Noord-Europeanen te gebruiken om te betalen voor de fouten van politici in het Zuiden van Europa, waarover die eerstgenoemden geen controle kunnen uitoefenen. Zij is het gezicht van de toelating aan de Europese Centrale Bank om de koopkracht van de euro uit te hollen om zo politici in staat te stellen noodzakelijke beleidshervormingen uit de weg te gaan, ook al kende dit bijzonder ernstige gevolgen voor bijvoorbeeld de betaalbaarheid van woningen in Noord-Europa.  

Falend Duits energiebeleid

Vaak hebben bewonderaars van Angela Merkel de neiging om haar te omschrijven als een standvastige leider, boven het strijdgewoel verheven, die niet zomaar drastische beslissingen neemt op basis van de publieke stemming van de dag, iets wat haar zogenaamd zou onderscheiden van de “populisten”. 

Een blik op de echte Angela Merkel onthult echter een heel ander soort politicus. Een negatieve beschrijving zou zijn dat zij een soort nihilistische, opportunistische kameleon is, die bereid is snel het tegenovergestelde van haar vorige standpunt te verdedigen als ze daar belang bij heeft. Misschien positiever, zou men dit “pragmatisme” kunnen noemen. Hoe dan ook, de echte Angela Merkel is de politica die in 2010 verklaarde dat pogingen om in Duitsland een multiculturele samenleving op te bouwen “volkomen mislukt” waren, om zich vervolgens te ontpoppen tot een vermeende “beschermer van vluchtelingen”. Dit is de politica die volhield dat er “geen mogelijkheid” was voor Griekenland om Europese noodsteun te ontvangen, vooraleer ze kort daarna op dat standpunt terugkwam.

Het meest opmerkelijk is Merkels grote ommekeer op vlak van energiebeleid. Als natuurkundige was zij altijd voorstander van kernenergie, tot zij haar regering ertoe bracht te besluiten kernenergie geleidelijk af te bouwen. Dat was vlak nadat de publieke opinie zich ertegen keerde na de kernramp in Fukushima in maart 2011. Dit ondanks het feit dat sommige meer nuchter denkende groenen dit als de ultieme stresstest voor kernenergie beschouwen.

Het resultaat van dit beleid is dat Duitse gezinnen worden geteisterd door torenhoge energieprijzen. Ook vanuit het perspectief om de CO2-uitstoot terug te dringen is Merkels aanpak niet bepaald een groot succes, gezien de hardnekkige rol van steenkool in Duitslands energiemix, die blijkbaar alleen te veranderen is door meer Russisch gas te importeren via de omstreden nieuwe “Nord Stream 2” gaspijpleiding tussen Rusland en Duitsland.

Vladimir Poetin en Angela Merkel (Foto: Yevgeny Odinokov/Russian Presidential Press and Information Office/TASS/ABACAPRESS.COM)

Tanende Duitse competitiviteit 

Zoals gezegd, deed de Duitse economie het vrij goed tijdens Merkels ambtstermijn. De redenen daarvoor hadden echter niets met Merkel te maken. Zo waren er de moedige maar impopulaire “Agenda 2010”-arbeidsmarkthervormingen van haar voorganger, Gerhard Schröder. Hij slaagde er met zijn beleid in de Duitse competitiviteit op vlak van arbeidskost eind 2005, toen Merkel kanselier werd, te herstellen. Sindsdien is die stabiel gebleven. Dit was mede te danken aan verantwoorde loonmatiging die tussen werkgevers en werknemers werd overeengekomen. 

Ten tweede profiteerde de Duitse exportsector van een kunstmatig zwakke wisselkoers als gevolg van het expansionistische monetaire beleid van de ECB, dat bedoeld was om zowel de rente als de wisselkoers van de euro laag te houden. Dit hielp de exporteurs, maar schaadde wel de importeurs en de consumenten – een kost die misschien wel drie keer zo groot is als de voordelen voor de exporteurs.

Onder Merkel voerde Duitsland ook een minimumloon in, waardoor de kosten voor werkgevers om banen te creëren stegen en de flexibiliteit die bestond onder het systeem van sectorale overeenkomsten afnam, terwijl er geen behoorlijke hervorming van het pensioenstelsel werd doorgevoerd – ondanks de enorme vergrijzingsproblemen waarmee de welvaartsstaat wordt geconfronteerd. De jaarlijkse extra uitgaven die nodig zullen zijn om de pensioenen te betalen kunnen tegen 2031 oplopen tot “meer dan 100 miljard euro”, tegenover 67,8 miljard euro in 2018.

Dat was allemaal voor de Covidcrisis, tijdens dewelke Duitsland zijn budgettaire discipline opgaf en meer bedrijfshulp toekende dan de andere Europese economieën. Veel van die uitgaven werden gerechtvaardigd door de veronderstelde Duitse behoefte aan “meer overheidsinvesteringen”, gezien de slechte staat van een deel van de Duitse infrastructuur, met name de digitale infrastructuur. Daarbij wordt echter over het hoofd gezien dat ook de private investeringen door Duitse kleine en middelgrote ondernemingen sinds 2006 met 46% zijn gedaald, een verschijnsel dat ook in andere westerse economieën zichtbaar is en deels verband houdt met outsourcing als gevolg van de globalisering. Er is allicht ook een verband met de financiële repressie door de ECB, die door Merkel werd getolereerd en die niet alleen spaarders zwaar heeft getroffen, maar ook de Duitse vastgoedprijzen tot een pijnlijk hoog niveau heeft opgedreven.  

Het zou natuurlijk veel te simplistisch zijn om alles aan Merkel toe te schrijven, maar het is een feit dat zij een grote rol speelde in Duitslands terughoudendheid om echt grote verbeteringen van het concurrentievermogen door te voeren, waardoor de algemene concurrentiekracht wel tanende is. Ook was haar zegen cruciaal om het monetaire beleid van de ECB, met alle gevolgen van dien voor de Duitse kapitaalsbasis, toe te laten.

Ondermijning van de harmonie binnen de EU

Hoewel Merkel wordt gezien als de leidende politieke figuur in Europa, heeft ze niet veel vrienden gemaakt in de Europese Unie. Haar eurotransfers droegen bij tot ongenoegen in het Noorden over het verzoek om voor die transfers te betalen, maar ook tot ongenoegen in het Zuiden over de voorwaarden die er aan verbonden waren. Beide dynamieken leidden tot meer populariteit van anti-establishment partijen.

Ook haar behandeling van Midden- en Oost-Europa laat veel te wensen over. Ondanks waarschuwingen van de Franse minister van Binnenlandse Zaken koos Merkels regering ervoor om de Oost-Europese landen in de minderheid te stemmen en in 2015 op EU-niveau “verplichte vluchtelingenquota” op te leggen.

Voor Merkel hielp het om de aandacht af te leiden van haar eigen falend beleid, ten koste van de goede relatie met Centraal- en Oost-Europa, waar sommigen, zoals de Hongaarse premier Orban, hier dankbaar gebruik van maakten om hun populariteit op te vijzelen door de EU-migrantenquota aan een referendum te onderwerpen. Duitsland heeft hierdoor veel politiek kapitaal verloren dat het had kunnen gebruiken om de problematiek van de rechtsstaat in Centraal en Oost-Europa en hoe EU-geld er worden misbruikt door oligarchen en politici op een meer geloofwaardige manier te bekritiseren.

Dan is er ook nog “Nord Stream 2”, waarbij Centraal- en Europese landen zich door Merkel in de steek gelaten voelen met hun angst om sterker bloot te staan aan Russische afpersing op vlak van energie. 

Verder was er natuurlijk ook Brexit. Hier kunnen we kort zijn. Merkel heeft zich niet uitgesloofd om de Britse premier David Cameron aan toegevingen te helpen die het VK hadden kunnen overtuigen om in de EU te blijven. Alleen de leiders van Centraal- en Oost-Europa waren moedig genoeg om concessies te doen aan het VK – over de voorwaarden voor sociale uitkeringen die sommige van hun burgers in het VK genieten. In 2014 was er dan nog het feit dat Merkel instemde met de benoeming van Jean-Claude Juncker, een klassieke Brusselse EU-federalist en voorstander van zaken als een EU-leger, tot voorzitter van de Europese Commissie, twee jaar voor het Britse referendum. Dat Cameron op dit punt samen met Orban werd weggestemd, ondersteunde niet bepaald zijn verhaal dat hervorming van de EU mogelijk was. Merkel was nergens te bekennen.

(AP Photo/Martin Meissner)

Van in het begin was Merkel hier al slecht bezig. Toen zij in 2005 aan de macht kwam, was de “Europese Grondwet”, het zoveelste verdrag dat de EU meer bevoegdheden en bureaucratie gaf, zoals de een “Minister van Buitenlandse Zaken” van de EU en een permanent voorzitterschap van de Raad, net in een referendum weggestemd door de Fransen en de Nederlanders. Je zou denken dat zo’n duidelijke boodschap van twee oprichtende lidstaten voldoende zou zijn geweest om dit onnodige project te schrappen, maar samen met andere leiders besloot Merkel de “Grondwet” opnieuw te verpakken in de vorm van het Verdrag van Lissabon.

Zij was in feite de drijvende kracht achter de voortzetting van de hele zaak. Het ontwerp-Verdrag werd in 2008 opnieuw verworpen, dit keer door de Ierse kiezers, die een jaar later echter gewoon opnieuw werden gevraagd om er hun stem over uit te brengen, waarna ze er dan maar instemden, ook al omdat het land zwaar was getroffen door een financiële crisis die mede het gevolg was van het goedkope geld dat door het eurolidmaatschap mogelijk was gemaakt.

Migratiechaos

Er is veel gezegd over Merkels aanpak van de migratiecrisis van 2015-2016. Het moet gezegd dat de “poorten van Europa” al wijd openstonden lang voordat Merkel de uitspraak “Wir schaffen das” deed, waarmee ze inging tegen velen in haar eigen partij.

De episode onthult in elk geval een zoveelste spectaculaire en paniekerige beleidsommekeer van Merkel. In augustus 2015 waarschuwde haar regering in televisiespotjes mensen in Albanië nog om niet naar Duitsland te komen omdat hun kansen om asiel te krijgen bijna nihil waren. Diezelfde maand besloot haar regering dan de zogenaamde Dublinregels op te schorten. Dit betekende dat Syrische asielzoekers niet langer zouden worden teruggestuurd naar hun eerste plaats van binnenkomst in de EU. Plotsklaps was de “harde lijn” verdwenen.

Merkel’s “Wir schaffen das” had misschien iets te maken met het feit dat ze een paar maanden eerder scherpe kritiek had gekregen voor haar ongevoelige reactie op een snikkend Palestijns vluchtelingenmeisje dat smeekte om in Duitsland te mogen blijven. Allicht bedoelde ze het goed, maar het  algehele effect van haar beleid en van de gebrekkige grensbescherming was niet positief.

De grote toevloed van immigranten leidde tot meer gewelddadige criminaliteit en gaf terreurgroepen de kans van de situatie te profiteren. Het ging gepaard met een hoge werkloosheid onder de nieuwkomers en een laag terugkeerpercentage van degenen aan wie asiel was geweigerd. Dit alles maakte de toch al complexe integratieproblemen nog moeilijker.

Nogmaals, de opschorting van de Dublinregels was niet de belangrijkste factor die leidde tot de grote toestroom, die pas echt begon in maart 2015. Belangrijker was dat Europa verzuimde de Balkanroute te sluiten. Dat gebeurde pas in maart 2016, waardoor de stroom van mensen uit Turkije naar Griekenland stopte en het aantal verdrinkingen-op-zee sterk daalde. Veel mensen, zowel echte vluchtelingen als anderen, probeerden niet langer de oversteek te maken vanuit Turkije, dat onderdak had geboden aan meer dan 3,5 miljoen vluchtelingen.

Toch was de opschorting van de Dublin-regels de ultieme concessie dat de Duitse regering, samen met de andere landen langs de Balkanroute, de controle over de grenzen was kwijtgeraakt. Na de chaos ontstond er dan ook een consensus dat wat ook de oplossing is om vluchtelingen te helpen, dit soort chaos moet worden vermeden.

Merkel veranderde niet zo lang nadien al snel weer van koers en liet haar opendeurbeleid varen. De politieke gevolgen waren er echter, inclusief heel wat maatschappelijk ongenoegen.

Natuurlijk is migratiepolitiek zeer complex en kan Merkel niet verantwoordelijk worden gesteld voor de oorlog in Syrië en de gevolgen ervan, maar haar schipperende politiek midden in de crisis maakte het allemaal nog erger.

Ook haar zogenaamde “oplossing” om migranten te proberen te spreiden binnen de EU kan alleen maar een mislukking worden genoemd. In de praktijk bleek het onmogelijk om mensen te spreiden binnen een paspoortvrije zone, zoals een kind had kunnen voorspellen. De weinige mensen die werden overgeplaatst naar armere EU-lidstaten, zoals Portugal, verlieten die landen meestal al vrij snel. Succesvolle beleidsmodellen zoals de Australische aanpak of het gebruik van ontwikkelingshulp om landen van herkomst onder druk te zetten om degenen die in Europa asiel werden geweigerd, terug te nemen, werden nooit serieus overwogen op EU-niveau, niet in het minst omdat Merkel er tegenstander van was.

Afstand van de Verenigde Staten

Tot slot nam Merkel ook afstand van de traditioneel trans-Atlantische politiek van Duitsland op het gebied van het buitenlands beleid, een erfenis van de Tweede Wereldoorlog. 

In een artikel over Merkel, merkt de Wall Street Journal op:

“Terwijl ze zich opmaakt om haar ambt na haar vierde termijn te verlaten – na met vier Amerikaanse presidenten te hebben samengewerkt – kwam er onder haar beleid een dramatische toename van de economische afhankelijkheid van haar land van China, drukte ze een verreikend energieakkoord met Rusland door, sloot ze zich zich bij Frankrijk aan om de politieke invloed van de VS in Europa uit te dagen en verwierp ze Amerikaanse eisen op gebieden als economisch beleid en Berlijn’s openheid voor Chinese technologie (…)

De verschuiving in opstelling heeft ook te maken met de veranderde opvattingen van de bondskanselier. Als leider raakte Merkel meer en meer ontgoocheld over de V.S., een ontwikkeling die op gang werd gebracht door de financiële crisis van 2008, die zij deels wijt aan lakse financiële regelgeving van Amerika. Sindsdien is ze gefascineerd geraakt door China, waarbij ze haar bezorgdheid over het totalitaire karakter van het land combineerde met haar bewondering voor de snelle groei en technologische vooruitgang van het land, aldus haar adviseurs, vertrouwelingen en haar eigen verklaringen.”

Men zou kunnen zeggen dat Merkel toch alleen maar de logica van de toename van handel met China volgt. Merkel schoof eind vorig jaar, toen Duitsland voorzitter was van de EU-Raad en in die hoedanigheid de touwtjes in handen had, de bezwaren van andere EU-regeringen actief terzijde door een EU-investeringspact met China te ondertekenen.

Men zou ook kunnen opwerpen dat het de V.S. zijn die afstand hebben genomen van Europa en Duitsland, zeker onder Trump. Vervolgens beschrijft de WSJ echter hoe het “emblematisch is voor de afkoelende Amerikaans-Duitse relatie” dat “Angela Merkel het aanbod afsloeg om door Joe Biden als eerste te worden gebeld, nadat die President werd. Ze zou in haar vakantiehuisje zijn om te tuinieren”.

Dit geeft aan dat het bij Merkel dieper zit dan enkel een afkeer van Trump.

In Duitsland is er natuurlijk wel grote weerzin tegen het volgen van de soms meer agressieve Amerikaanse benadering, en er leeft zeker veel steun voor goede betrekkingen met Rusland. Als Angela Merkel haar kanselierschap echter ooit begon in de gelederen van Duitse transatlantici, dan hoort ze daar nu zeker niet meer bij. Toch moet men niet verwachten dat zij zal eindigen als lobbyiste voor een Russisch staatsvehikel, zoals haar voorganger Gerhard Schröder. Zij is bovenal een pragmaticus.

Dat pragmatisme strekt zich blijkbaar zelfs uit tot het uiten van scepsis over het democratische proces. Nogmaals volgens de WSJ zei Merkel hierover het volgende:  

“Verkiezingen in westerse democratieën hebben de neiging leiders voort te brengen van steeds mindere kwaliteit, vertelde ze onlangs aan vertrouwelingen, onder wie de politicoloog Herfried Münkler, aldus die laatste.”

Velen zullen het hier met haar eens zijn, maar hopelijk verwart Merkel de schaduwzijde van democratie niet met een bewondering voor technocratisch autoritarisme naar Chinees model. In ieder geval is zij, gezien haar vele beleidsmislukkingen, niet in een goede positie om kritiek te leveren op de kwaliteit van westerse politici.


De auteur Pieter Cleppe is hoofdredacteur van BrusselsReport, een nieuwe webstek die zich richt op nieuws en analyse met betrekking tot EU-politiek.

Meer