De CEO van het Franse defensieconcern Dassault, Eric Trappier, wil niets weten van deelname van de Belgische industrie aan FCAS, het project voor het gevechtsvliegtuig van de toekomst. Dat gaf hij wel zeer eerlijk toe aan de Franse senaat.
Op de hoogte blijven van het laatste nieuws over Defensie, spionage of de oorlog in Oekraïne? Defensiejournalist Kasper Goossens stuurt ze wekelijks recht naar jouw mailbox. Interesse? Schrijf je via deze link in!
Genoteerd: De grote baas van het Franse defensiebedrijf Dassault zet de Belgische minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) wat in haar blootje.
- “Ik zie niet in waarom ik Belgen werk moet geven”, zo vertelde Dassault-CEO Trappier aan Franse senatoren in een vragenuurtje rond de Franse programmatiewet 2023-2030. Met die woorden gooit hij de deur keihard op slot voor een Belgische deelname aan het FCAS-project.
- Binnen dat project, languit het Future Combat Air System, werken de Fransen, samen met Duitsers en Spanjaarden, aan de ontwikkeling van een gloednieuw gevechtsvliegtuig en een platform om drones te vervoeren.
Opgemerkt: De uitspraken van Trappier brengen de minister ongetwijfeld wat in verlegenheid.
- De Fransman is duidelijk niet vergeten dat België, onder toenmalig minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA), voor de F-35 koos als opvolger voor de F-16, en niet voor de Franse Dassault Rafale. “Ik hoor dat er wordt gezegd dat we werk kunnen geven aan Belgische bedrijven. Neen. Als men het mij verplicht, verzet ik me er tegen. Waarom zou ik plek maken in mijn fabriek en mijn ontwerpbureau voor mensen die voor de F-35 kozen?”
- Opgemerkt moet ook worden dat net voor dit scenario de Fransen waarschuwden in 2018. “Als het idee is ontstaan dat het mogelijk is de F-35 te kopen en tegelijk mee het SCAF te ontwikkelen, dan moet ik erop wijzen dat dit een misverstand is”, zo was de Franse ambassadeur Claude-France Arnould toen duidelijk.
Wat met Tempest en NGAD?
Onderliggend: Het is een publiek geheim dat minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) ijvert voor een Belgische deelname aan het project.
- De geruchten gaan rond in de Wetstraat dat ze op de Paris Air Show in Le Bourget half juni zou bekendmaken dat België een waarnemer stuurt, om te bekijken wat de opties zijn voor België.
- De waarnemer moet uitzoeken of Belgische defensiebedrijven de kans kunnen krijgen mee te dingen naar contracten binnen de toeleveringsketen, zoals eerder al het geval was bij de F-16. Alle Belgische exemplaren werden bijvoorbeeld gebouwd door het Waalse SABCA.
- Parallel met het FCAS-project, werken de Britten, samen met Italië, Zweden en Japan, aan een soortgelijk project, Tempest. De Amerikanen werkten terwijl op eigen houtje aan het NGAD of Next Gen Air Dominance-project. Daarin lijkt Dedonder minder geïnteresseerd.
Interoperabiliteit primeert
De situatie: Het project zorgt voor heel wat discussies tussen het ministerie en de legertop.
- Vanuit het kabinet van Dedonder wordt alvast hard geijverd om zo snel mogelijk deel te kunnen nemen aan het Franse project. Zo zette men al een werkgroep op, gecoördineerd door Het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie. De werkgroep met belangrijke actoren uit de industrie rond de tafel brengen: tegen juni moeten die met adviezen komen over de mogelijkheden.
- Dat de interesse in FCAS vooral vanuit politieke hoek komt, werd eind januari al bevestigd door Michel Hofman, de stafchef van het Belgische leger. “Er zijn op politiek niveau contacten met Frankrijk, Spanje en Duitsland om deel te nemen”, liet hij zich toen ontvallen.
- De stafchef zelf haalde aan dat vooral de interoperabiliteit met de F-35, de nieuwe vliegtuigen van de Belgische Luchtcomponent, het belangrijkste is. Dit impliceert bijna meteen een instap in Tempest. Het Britse BAE Systems heeft de leiding in dat project, en werkte eerder ook al mee aan de ontwikkeling van de F-35. Daarnaast stappen alle deelnemende landen mee in de aankoop van F-35’s, terwijl dit bij het FCAS-project niet het geval is.
De essentie: Heeft België wel nood aan een nieuwe jet?
- Nog voor de eerste F-35 is gearriveerd, denkt het kabinet van Dedonder al aan de opvolger. De vraag is of dit wel nodig is; een F-35 heeft een levensduur van 8.000 uren. Met een jaarlijkse vliegtijd van 240 tot 270 uur, zoals beoogd door de legertop, kunnen de eerste F-35’s dus minstens tot 2056 blijven vliegen.
- Tegelijk moet ook genoteerd worden dat België over slechts 34 F-35’s zal gaan beschikken. Daarnaast dus gaan investeren in een tweede jet, waarvan nog niets bekend is over de samenwerking met de F-35, lijkt wat overbodig in die context. Want een extra vliegtuig vereist ook een extra opleiding voor piloten en grondcrew.
- In de wandelgangen wordt gefluisterd dat het om een louter politieke kwestie gaat: onder N-VA werd beslist om de F-35 te kopen, iets wat door de huidige administratie als een fout wordt gezien. De Luchtcomponent zou zelf de aankoop van 14 extra F-35’s nastreven, maar dit ligt politiek te gevoelig. Vanuit het kabinet van Dedonder zou daarnaast ook extra druk worden uitgeoefend om de F-35 vervroegd uit te faseren, en zo snel mogelijk de overstap de maken naar de FCAS als voornaamste gevechtsvliegtuig.
Ook niet onbelangrijk: Dient de FCAS wel als vervanger van de F-35?
- De grote defensiemachten hebben de luxe van verschillende gevechtsvliegtuigen te combineren. Zo vliegen Duitsland en het Verenigd Koninkrijk met de Eurofighter Typhoon, vliegtuigen van de 4e generatie. Frankrijk beschikt ook over een ‘4th gen-fighter’, de Dassault Rafale.
- De FCAS- en Tempest-projecten zijn bedoeld om deze vliegtuigen te vervangen, ergens tussen 2040 en 2050. Maar het VK en Duitsland investeren bijvoorbeeld ook in F-35’s, net als aanvulling op hun 4e generatie-vliegtuigen. En ook in de toekomst blijft die combinatie, dan wel tussen F-35 en FCAS/Tempest.
- België lijkt simpelweg te weinig middelen te hebben om een dergelijke combinatie na te streven.
(evb)