Dansen lijkt zowat het minst wetenschappelijke dat er bestaat. De relatie tussen muziek en beweging op die muziek is mysterieus en gevoelsmatig bepaald. Een nieuwe studie van Dartmouth College in New Hampshire toont echter aan dat dansen wel degelijk als een wetenschap kan worden beschouwd, schrijft Motherboard.
De wetenschappers van het Dartmouth College vroegen 50 Amerikaanse studenten om via schuifbalken een bewegende bal en een melodie te manipuleren. Zowel de melodie als de bewegende bal moesten bepaalde emoties (zoals ‘blij’ en ‘droevig’) weergeven.
Hieruit bleek dat de 25 studenten die de schuifbalken (die onder andere de dissonantie, richting, en regelmaat bepaalden) voor de melodie bedienden, deze in exact dezelfde positie lieten bewegen als de 25 studenten die de schuifbalken voor de beweging van de bal bedienden. De eigenschappen waren dus vergelijkbaar, enkel het medium was verschillend.
De onderzoekers herhaalden vervolgens het experiment bij leden van de cultureel geïsoleerde L’ak-stam in Cambodja om er zeker van te zijn dat de resultaten niet cultureel bepaald waren. Dit experiment leverde hetzelfde op: er is dus een significante correlatie tussen beweging en geluid.
“De dynamische eigenschappen van (ten minste de vijf bestudeerde) emoties zijn universeel en niet cultureel bepaald. Bovendien worden ze op gelijkaardige manier weergegeven in zowel muziek als beweging,” besluiten de wetenschappers. Met andere woorden: de relatie tussen dansen en muziek is min of meer constant en zit diep ingebakken in onze hersenen.