In 13 van de 19 landen van de eurozone daalde het algemene prijspeil in augustus, wat betekent dat het dagelijkse leven goedkoper werd. Dat blijkt uit een raming door het statistiekenbureau Eurostat.
De inflatie in de eurozone kwam daardoor uit op -0,2 procent, een gevolg van de gedaalde economische vraag door de coronacrisis. Het is voor het eerst sinds mei 2016 dat de inflatie negatief is, ook wel deflatie genoemd. Dat heeft vooral te maken met een forse daling van de energieprijzen. In juli bedroeg de inflatie nog +0,4 procent.
De Belgische inflatie kwam uit op -0,9 procent. De forse algemene prijsdalingen hebben veel te maken met de soldenperiode, die dit jaar uitzonderlijk niet in juli, maar in augustus plaatsvond.
Deflatoire spiraal
Dalende prijzen zijn goed voor de koopkracht van de gezinnen, maar hebben een gevaarlijke keerzijde. De deflatie kan uitmonden in een negatieve spiraal. Wanneer consumenten verdere prijsdalingen verwachten, houden ze massaal de vinger op de knip. Daardoor verergeren ze nog de economische crisis.